Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 1
Het effect van speciaal muziekonderwijs op de executive functioning bij kinderen
Naam: Xanne Stemerdink
Studentnummer: 852359595
Cursus: Onderzoekspracticum Experimenteel Onderzoek (PB0412)
Examinator: dr. R. Pat El
Inleverdatum: 11 december 2021
,Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 2
Samenvatting
Er zijn al verschillende onderzoeken geweest naar het executief functioneren bij kinderen,
maar er is nog niet eerder onderzocht of het speciaal muziekonderwijs (SMO) als onderdeel
van het regulier schoolaanbod een gunstig effect heeft op het executief functioneren. Dit
artikel geeft antwoord op de vraag welk type muziekonderwijs het gunstigste effect heeft op
het executief functioneren en of dit effect verschilt wanneer dit laag-, midden- of
hoogfrequent aangeboden wordt. Het doel hiervan is het executief functioneren van kinderen
te verbeteren.
Er werden voor dit onderzoek 700 kinderen uit groep 4 benaderd van 50 at random
geselecteerde basisscholen. Zij werden eerst at random toegewezen in twee condities: speciaal
muziekonderwijs (SMO) en regulier muziekonderwijs (RMO) en daarna opnieuw at random
toegewezen in de drie condities: laag-, midden- en hoogfrequent. Voor de uiteindelijke
analyse is een steekproef getrokken van ongeveer 60% waardoor de onderzoeksgroep 415
respondenten (197 jongens, 218 meisjes) bevatte.
Met een onafhankelijke t-toets is er een manipulatiecheck uitgevoerd waarmee
bevestigd is dat SMO voor meer participatie in de lessen zorgt dan RMO. Met een mixed
design ANOVA is antwoord gekregen op de hypotheses, waardoor geconcludeerd kon
worden dat SMO een gunstiger effect heeft op executief functioneren dan RMO, maar alleen
wanneer deze hoogfrequent, twee keer per week aangeboden wordt. RMO heeft het beste
effect wanneer deze middenfrequent, wekelijks aangeboden wordt.
, Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 3
Het effect van speciaal muziekonderwijs op de executive functioning bij kinderen
Training in muziek speelt een rol bij de ontwikkeling van de executieve functies bij
kinderen (Jaschke, Honing, & Scherder, 2018; Joret, Germeys & Gidron, 2017; Roden,
Kreutz, & Bongard, 2012). Executieve functies hebben betrekking op een palet aan
vaardigheden (zoals plannen en zelfmonitoren), gedragingen en emoties (Diamond & Lee,
2011). Hoewel er nog veel discussie is over de precieze conceptuele definitie van dit begrip, is
er consensus over het belang van dit begrip voor het leren en de ontwikkeling van kinderen,
wat zich uit in een verbeterd cognitief en sociaal functioneren (Blair & Raver, 2015;
Diamond, 2016; Miyake et al., 2000).
Er zijn sterke aanwijzingen dat actieve participatie, zoals bewegen, vragen stellen en
actieve klassendiscussies de leerprestaties bevorderen doordat deze actieve participatie de
executieve functies verbeteren (Cavanaugh, Clemence, Teale, Rule, & Montgomery, 2017).
Dit heeft de afgelopen jaren geleid tot lesvormen waar leerlingen aangemoedigd worden om
meer te bewegen in plaats van stil te zitten, of om actiever bij de les betrokken te worden. Zo
is langzaam de vraag ontstaan in hoeverre muziekonderwijs in het bijzonder geschikt is om de
theorie te toetsen dat actieve participatie de executieve functies verbeteren. De
veronderstelling dat muziekonderwijs veelbelovend is voor de ontwikkeling van executief
functioneren is gebaseerd op het feit dat muziek verschillende relevante gebieden in het brein
activeert, inclusief de prefrontale cortex, die gelinkt is met executief functioneren (Särkämö et
al., 2014). Hoewel veelbelovend, is empirische ondersteuning voor een causaal verband
tussen muziek en executief functioneren nog zeer beperkt. Tevens zijn generalisaties moeilijk
te maken vanwege de grote diversiteit in de eerdere studies. Zo werd muziektraining
bijvoorbeeld geconceptualiseerd als instrumentele lessen (Joret et al., 2017), vocale training