Praktijkboek Motiverende Gespreksvoering (MGV)
H1 Kernbegrippen
MGV IN EEN NOTENDOP
MGV is een doelgerichte gespreksstijl. Je bent gericht op het versterken van iemands autonome
motivatie en commitment aan een specifiek doel. Door samen te werken ontlok je de taal van de
verandering aan de cliënt. In zijn algemeenheid zijn er drie specifieke communicatiestijlen:
sturen, gidsen en volgen. Bij de sturende stijl stuur je in een bepaalde richting, je adviseert,
geeft leiding, bepaalt, geeft instructie, legt op of schrijft voor. Wanneer er sprake is van crisis is
deze stijl zeer effectief. Bij de volgende stijl ga je mee, ben je begrijpend, spiegel je, observeer je
en luister je. In het geval van heftige emoties wordt deze stijl vaak toegepast. De gidsende stijl
zit tussen beiden in en combineert elementen van beide stijlen. Je vertelt iemand niet wat hij
moet doen, maar luistert naar wat de ander beweegt en waar hij naartoe wil. Je schetst
mogelijkheden zodat hij de keuze kan maken die voor hem passend is. Je daagt uit, maar
waarschuwt ook indien nodig. Deze stijl is het meest effectief voor gesprekken over verandering.
Het onderliggend perspectief van waaruit jij contact maakt met de cliënt (en jezelf), luistert,
omgaat met emoties en gedachten, vormt jouw basishouding ofwel de spirit of geest. Deze
bestaat uit vier onderling samenhangende componenten: samenwerking, acceptatie, evocatie en
compassie.
DE METHODE MGV IN VIER PROCESSEN
Engageren: in dit proces werk je met de cliënt aan jullie werkrelatie.
Focussen: het doel is om een gezamenlijke agenda of focus te vinden.
Ontlokken: het ontlokken van de eigen motivatie van de cliënt.
Plannen: het formuleren van een veranderplan samen met de cliënt.
De belangrijkste gespreksvaardigheden (ROBSI):
● Reflectief luisteren
● Open vragen stellen
● Bevestigen
● Samenvatten
● Informatie uitwisselen
Het theoretisch kader van MGV verwijst naar de volgende theorieën:
→ De zelfregulatietheorie: mensen besluiten zelf of verandering wel of niet nodig is door hun
eigen gedrag te spiegelen aan de wereld om hen heen en dat vergelijken ze met wat ze zelf
acceptabel vinden.
→ De reactantietheorie: stelt dat mensen niet beperkt willen worden in hun autonomie of
keuzevrijheid en weerstand bieden zodra ze daarin beperking ervaren.
→ De zelfperceptietheorie: deze theorie stelt dat mensen hun kwaliteiten, gevoelens en
zelfbeeld afleiden uit observaties van hun eigen gedrag.
H2 MGV leren
Verloop van het leerproces:
1. Stel een leerplan op
2. Maak je de kernbegrippen eigen
1
, 3. Leer de houding en vaardigheden door oefening
4. Breng de houding en vaardigheden in de praktijk
5. Vraag feedback op je gesprekken
INHOUD VAN HET LEERPROCES
MGV is niet één techniek maar een specifieke basishouding met een set van samenhangende
gespreksvaardigheden. Miller en Rollnick omschrijven een leermenu met twaalf taken om je
MGV eigen te maken:
- Begrijpen van en klaar zijn om aan de slag te gaan vanuit de onderliggende geest
- Ontwikkelen van vaardigheid in reflectief luisteren
- Kunnen identificeren van na te streven veranderdoelen
- Informatie en advies kunnen geven in de MGV-stijl
- De taal van verandering herkennen en een onderscheid maken tussen de taal van
behoud
- Verandertaal kunnen ontlokken
- Zo reageren op verandertaal dat deze versterkt wordt
- Zo reageren op behoudtaal en wrijving dat deze niet toeneemt
- Hoop en vertrouwen ontlokken en versterken
- Op het juiste moment een veranderplan introduceren en dit samen vormgeven
- Commitment versterken
- MGV soepel integreren met andere hulpverleningsvaardigheden en methoden
Deze 12 taken zijn in 4 brede componenten in te delen
Zodra wrijving ontstaat of je meer behoudtaal dan verandertaal hoort, kan je jezelf kritisch
bevragen. In welke mate was jouw houding in overeenstemming met de geest van MGV? Welke
interventie van jou heeft wrijving of behoudtaal ontlokt? Je kan zo steeds oefenen of iets anders
proberen in contact met de cliënt, die jou direct feedback zal geven.
Enkele strategieen om je eigen gespreksopnames te beluisteren:
● Tel hoeveel vragen je hebt gesteld. Hoeveel vragen waren open? En hoeveel gesloten?
● Tel het aantal vragen en reflecties. Wat is de verhouding tussen beide? Je wil meer
reflecties dan vragen.
● Tel het aantal reflecties. Tel hoeveel er eenvoudig zijn en hoeveel complex.
● Waar hoor je verandertaal en behoudtaal? Wat is de verhouding tussen beide?
● Beluister of je reacties gaf die niet consistent zijn met de geest van MGV.
2
,H3 De geest van Motiverende Gespreksvoering
De geest van MGV is de kern van de methode en wordt omschreven aan de hand van vier
componenten: samenwerking, acceptatie, evocatie en compassie.
SAMENWERKING
De cliënt is expert in zijn eigen leven: hij weet wat voor hem al dan niet redenen zijn om in
beweging te komen en wat wel of niet kan werken in zijn leven. Jij als gespreksvoerder brengt
kennis en vaardigheden in, die passen bij jouw expertise. Jij creëert een positief klimaat dat
verandering stimuleert en niet afdwingt.
ACCEPTATIE
Wat bedoeld wordt met acceptatie omvat de volgende vier elementen:
● Absolute waarde: mensen aanvaarden zoals ze zijn
● Accurate empathie: empathie betekent actieve interesse hebben in het perspectief van
de ander en je inspannen om dit te begrijpen, om de wereld door de ogen van de ander
te zien.
● Autonomie ondersteunen: je werkt vanuit de visie dat de cliënt vrij is om eigen keuzes
te maken en creëert de voorwaarden voor een doordachte keuze. Om de autonomie te
ondersteunen is het van belang dat je als gespreksvoerder afstand kan doen van het idee
en de last dat je mensen moet (en kunt) veranderen.
● Bevestiging: je richt je op kwaliteiten, vaardigheden en inspanningen van de cliënt
(positief).
EVOCATIE
Als gespreksvoerder werk je vanuit de overtuiging dat de cliënt de motivatie voor verandering al
in zich draagt. De drijfveren, waarden en doelen van de cliënt zijn het vertrekpunt. Het
tegenovergestelde van evocatie is educatie.
COMPASSIE
Als gespreksvoerder handel je vanuit compassie. Je handelt vanuit het belang van de ander en
niet vanuit eigen belang of het belang van de organisatie.
H4 Het proces Engageren
Engageren is het proces waarbij twee partijen een werkrelatie aangaan. Je doel is een context te
creëren waarbinnen de cliënt zijn beleving kan exploreren en verwoorden. Als gespreksvoerder
kijk je vanuit het perspectief van de cliënt naar zijn situatie en sluit daarop aan, waardoor de
cliënt zich geaccepteerd, begrepen en gewaardeerd voelt.
REFLECTIEF LUISTEREN OM TE ENGAGEREN
Reflecteren is hét instrument om empathie uit te drukken. Een reflectie is een uitspraak waarin
je teruggeeft wat je hebt gehoord en gezien. Het gaat verder dan een herhaling van wat iemand
gezegd heeft, je gist naar wat de achterliggende beleving of gedachte is. Het is jouw hypothese
over de betekenis van wat iemand zegt en laat zien. Soms hoort de cliënt zelf een nieuwe
betekenis door wat jij als gespreksvoerder reflecteert. Doel van reflectief luisteren is dan ook het
zelfonderzoek van de cliënt te bevorderen. In het proces van ontlokken zijn reflecties meer
gericht op het versterken van verandertaal.
Een reflectie is een statement, geen vraag.
De vormgeving van reflecties zijn belangrijk. Reflecteren gebeurt in de vorm van een statement
en niet in de vorm van een vraag. In de vorm van een statement stimuleert een reflectie de cliënt
om er verder op door te gaan. Een vraag kan overkomen alsof de beleving van de cliënt in twijfel
wordt getrokken. De diepte van reflecties kan verschillen, er zijn grofweg twee vormen:
3
, → eenvoudig: blijft dicht bij wat de cliënt zegt, je gebruikt dezelfde woorden of herformuleert
(parafraseren).
→ complex: gaan verder dan wat de cliënt onder woorden brengt, voegen betekenis toe en
richten zich op de onderliggende gedachten of gevoelens.
Er zijn verschillende vormen van complexe reflecties
Gevoelsreflectie
Verdiepende reflectie
Reflectie in de vorm van een metafoor
Versterkte reflectie
Verkleinende reflectie
Dubbelzijdige reflectie
OPEN VRAGEN STELLEN OM TE ENGAGEREN
Open vragen zetten aan tot denken en zien van nieuwe mogelijkheden, waardoor beweging
ontstaat. Het is van belang om open vragen af te wisselen met reflecties. Een valkuil is de
waarom-vraag.
BEVESTIGEN OM TE ENGAGEREN
Het geven van directe bevestigingen is erg waardevol. Door kwaliteiten, inspanningen, en
positieve eigenschappen van de cliënt specifiek te benoemen, bekrachtig je zijn vertrouwen in
eigen kunnen. Daarnaast versterk je door het uiten van waardering en begrip jullie relatie. Een
bevestiging geef je in de vorm van een reflectie.
SAMENVATTEN OM TE ENGAGEREN
Met een samenvatting breng je structuur aan in wat de cliënt verteld heeft. Er zijn verschillende
types samenvattingen te onderscheiden:
● een verzamelende samenvatting → informatie verzamelen, teruggeven en het gesprek
op gang houden
● een verbindende samenvatting → ideeën die op dat moment geuit worden verbinden
met iets dat eerder gedeeld is
● een overgankelijke samenvatting → gesprek in een nieuwe richting te leiden of het af te
ronden, ook kan je de overgang naar een volgend proces ermee aangeven
H5 Het proces Focussen
Focussen is het proces waarin je samen met de cliënt duidelijk krijgt wat de specifieke
veranderonderwerpen zijn waarover jullie samenwerking zal gaan. Het gaat om het vinden en
behouden van een gezamenlijke richting. De koers kan bij aanvang duidelijk zijn, of er zijn
meerdere richtingen waaruit gekozen moet worden. Als de cliënt geen ambivalentie ervaart over
het onderwerp dat jij wil inbrengen ga je voorzichtig ambivalentie ontlokken. Dit wordt ook wel
het ontwikkelen van discrepantie genoemd.
Er zijn drie bronnen die je kan benutten om focus te vinden, te weten:
● de cliënt
eigen dromen en wensen
● de expertise van de gespreksleider
4