HS 4: 4.4 & 4.5 niet.
HS 5: 5.4 & 5.5 niet.
HS 6: 6.4. & 6.5 niet.
HS 9: 9.2 & 9.5 niet.
De paragraven die niet in deze samenvatting staan horen bij Nederlands in de onderbouw. Eventueel heb ik hiervoor ook een samenvatting staan op mijn Stuvia.
Door vrijwel alleen de drie samenvattingen ...
Mondelinge vaardigheden heel belangrijk om in onze samenleving te functioneren.
o Communicatie met jezelf intrapersoonlijke communicatie.
o Communicatie met anderen interpersoonlijke communicatie.
o Om mondelinge vaardigheden te ontwikkelen is een omgeving nodig waarin je taal hoort, je
moet ze wel ontwikkelen.
4.1.1 Mondelinge taalvaardigheid: luisteren, spreken, gesprekken voeren
Luistervaardigheid
Wanneer de luisteraar in staat is wat hij hoort te begrijpen, te interpreteren en te integreren in de
eigen kennis of om te zetten in handelingen.
o Een reeks Nederlandse taalklanken analyseren en omzetten in betekenis doen we zonder erbij
na te denken.
o Het is lastig de structuur en samenhang tussen woorden, zinsdelen en zinnen te ontdekken en
te onthouden al luisterend.
o Ook kan je ‘luisteren’ zonder dat er wat gezegd wordt, naar expressie kijken bijvoorbeeld.
o Ons werkgeheugen kan niet alles onthouden dus leren we te focussen om hoofdzaken van
bijzaken te onderscheiden, gericht te luisteren en tussen regels door te luisteren aspecten
maken deel uit van luistervaardigheid en zijn deelvaardigheden van luisteren.
Actief en passief luisteren
Passief luisteren: luisteren, geen rekening met spreker hoeven houden, bijvoorbeeld bij toespraak.
Actief luisteren: actief laten merken dat je luistert, door knikken, spreken aankijken.
Spreekvaardigheid
Spreken bestaat uit meerdere elementen:
o Juiste klank produceren spreektechniek, goede uitspraak, articulatie, etc.
o Weten welke klankenreeks bij welke betekenis hoort.
o Woorden in logische zinnen kunnen plaatsen.
1
,Mondeling presenteren
Moeilijker is het vertellen van een logisch verhaal, de een kan dit dan ook nog boeiend. Er bestaan
grote individuele verschillen hierin. Iedereen ontwikkelt zijn eigen unieke taal en spreekt op eigen en
persoonlijke manier. De een kan beter en interessanter vertellen dan de ander. Je kan hier wel in
oefenen door de inhoud te ordenen, je stemgebruik en intonatie kun je sturen en je kan non-verbaal
gedrag bewust inzetten.
Gespreksvaardigheid
Belangrijke factor bij gespreksvaardigheid is de mate waarin de spreker non-verbale communicatie
gebruikt en de luisteraar die correct interpreteert. Veel kinderen kunnen al een gesprek voeren voor
de basisschool. Overal worden gesprekken gevoerd met impliciete gespreksregels en dit wordt vooral
door de omgeving bepaald. Op school komen meer formele gesprekssituaties doel is diverser en
inhoud complexer en gespreksregels komen expliciet aan de orde.
4.1.2 De rol van de school bij mondelinge taalontwikkeling
Onderwijs in mondelinge taalvaardigheid is gericht op enerzijds het uitbreiden, verfijnen en
verbeteren van de dagelijkse taalvaardigheid en anderzijds het verwerven van schoolse
taalvaardigheden.
o Gebeurt in rijke taalomgeving: veel de kans om taal te gebruiken en taalvaardigheden uit te
breiden.
Thuistaal versus schooltaal (CAT en DAT)
Mondelinge taal is vluchtiger dan schriftelijke. Mondelinge taal wordt vaak ondersteund door non-
verbale factoren en onderwerp is vaak eenvoudig. We noemen dit vaak omgangstaal of thuistaal.
o Op scholen zijn situaties vaker abstracter of bevindt zich niet in de leefomgeving van het kind
Cognitief Academisch Taalgebruik in tegenstelling tot Dagelijks Algemeen Taalgebruik.
Als er een context is dan is het makkelijker.
o Aan de motivatie van leerlingen om goed te leren spreken en luisteren kan de school:
Leerlingen de ruimte geven om te communiceren.
Bevorderen dat leerlingen zich veilig voelen binnen de groep en de school.
Aansluiten bij het niveau van de leerlingen en proberen ze steeds verder te brengen, door
aandacht aan spreken, luisteren en gesprekken voeren.
4.2 Visies
Leerkrachten gaan uit van een visie voor hun mondelinge taalvaardigheid onderwijs. Toch moet elke
leerkracht een aantal instrumenten hebben om te gebruiken en het spreek- en luisteronderwijs te
integreren in het alledaagse.
o Er is vaak weinig aandacht voor mondelinge vaardigheden.
o Leerkracht moet doelgericht aandacht eraan besteden, als taal een middel is moeten ze bewust
zijn wat dit betekent voor de taalontwikkeling van de leerlingen.
4.3 Doelen en inhouden
4.3.1 Kerndoelen
Kerndoel 1 (luisteren), 2 spreken en 3 (gesprekken voeren) gaan specifiek over mondelinge
taalvaardigheid. Kerndoel 10 (strategieën) heeft er ook betrekking tot.
4.3.3 Leerlijnen
2
, In methodes zijn minimale einddoelen in leerlijnen uitgewerkt.
Tussendoelen mondelinge communicatie:
De tussendoelen mondelinge communicatie bestaan uit acht leerlijnen met elk subdoelen voor
onder- midden- en bovenbouw.
o Deelname aan gesprekken.
o Interactief leren.
o Mondeling taalgebruik.
o Woordenschat.
o Begrijpend luisteren.
o Vertellen en presenteren.
o Reflectie op communicatie.
o Reflectie op taal.
Kerndoelen, referentieniveaus en tussendoelen zijn op allerlei manieren vertaald in leerlijnen. Voor
mondeling taalonderwijs heeft elke methode een eigen leerlijn.
Bij mondelinge taalvaardigheden leren ze:
o Omgaan met diverse mondelinge taaltaken gericht op communiceren, conceptualiseren en
expressie geven.
o Verschillende interactieve vaardigheden voor gespreksvoering.
o Verschillende monologische vaardigheden om te vertellen en te presenteren.
o Verschillende receptieve vaardigheden om doelgericht te luisteren en te kijken hoe ze kunnen
reflecteren op communicatie (proces).
4.6 Praktijk: het oudere kind
4.6.1 Inhouden
Zie tabel 4.7 – pagina 142
4.6.2 Didacti ek
Mondelinge taal kan middel zijn en ook hoofddoel. Taalvisie bepaalt didactiek van leerkracht.
Uitgangspunten voor onderwijs in mondelinge taalvaardigheid voor oudere kind (toegevoegd bij die
voor jongere).
Werk doelgericht aan de taaltaken en vaardigheden.
Per taaltaak (6) horen aantal mondelinge vaardigheden.
Gebruik een duidelijke kapstok.
Bv de praatsoort, is verzamelnaam voor gesprekssoorten en verschillende soorten mondelinge
presentaties.
Hanteer een herkenbaar lesmodel.
Bied strategieën aan er zijn verschillende mondelinge strategieën:
- Luister- en spreekproces opdelen in fasen en bij elke fase strategische hulp bieden.
- Duidelijk maken wat ze gaan leren, hoe en wat ervoor nodig is en hierop reflecteren.
- Ze bewust maken van praatsoortspecifieke vaardigheden en bij elke vaardigheid strategische
hulp bieden in de vorm van didactische aanwijzingen.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper michelleblom1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.