Leesverslag Bint
Inhoudsopgave
2. Samenvatting..................................................................................................................................2
3. De personen...................................................................................................................................2
4. Thematiek.......................................................................................................................................3
5. Perspectief en vertelsituatie...........................................................................................................4
6. Structuur.........................................................................................................................................4
7. Tijd..................................................................................................................................................4
8. Ruimte............................................................................................................................................5
9. Taalgebruik en stijl..........................................................................................................................5
11. Genre............................................................................................................................................6
12. Stroming.......................................................................................................................................6
13. Auteur...........................................................................................................................................6
, 1. Titelbeschrijving en uiterlijke beschrijving
1a. Naam leerling en datum verslag.
18 januari 2021
1b. Noteer de volledige titelbeschrijving: auteur, titel, plaats van uitgave, jaartal eerste druk,
jaartal gelezen druk.
Ferdinand Bordewijk, Bint, Utrecht, 1934, 1984
1c. Hoeveel bladzijden telt het boek en hoe is de geleding?
Aantal bladzijden: 78
Geleding: Het verhaal is opgebouwd uit een aantal niet genummerde en niet getitelde hoofdstukken.
Deze hoofdstukken worden afscheiden van elkaar door gebruik van een witregel. De hoofdstukken heten: “Een
stalen tucht”, “De hel”, “De genoten”, “De bloemen”, “De strafdag”, “Bint”, “De Bree”, “Bruinen, grauwen, de
hel”, “Naar kerstmis”, “De samenkomst”, “De samenkomst, de toespraak”, “Het herbegin”, “Het oproer”,
“Daarna”, “Daarna, de hel”, “Naar Pasen”, “De tocht”, “De tocht”, “De tocht”, “De rustdag”, “De tocht, het
einde”, “Naar zomer”, “Het afscheid”, “Examen”, “Vakantie”, “Het herbegin”, “5C” en “Bints praalgraf”.
1d. Heeft het boek een motto? Zo ja, hoe luidt dat?
Geen motto, wel is het opgedragen: “Aan mijn rector en zijn staf”.
1e. Houdt de vormgeving van de omslag verband met de inhoud?
Nee.
2. Samenvatting
2a. Geef een samenvatting van het boek. Deze mag van internet komen, mits je de bron
vermeldt en je de samenvatting controleert op juistheid en taalgebruik.
Bron: uittrekselbank.nl
3. De personen
3a. Wie is de hoofdpersoon en wat kom je over de hoofdpersoon te weten? Noteer hier
feitelijke gegevens [leeftijd, beroep, gezinssituatie etc.] en karaktereigenschappen en geef
citaten of concrete voorbeelden. [minimaal 250 woorden!]
Bron: uittrekselbank.nl
Historicus De Bree is de hoofdpersoon van Bint. Hoewel Bint degene is die alles en iedereen in zijn omgeving
beïnvloedt, worden de gedachtegangen, woorden en daden van De Bree gevolgd. De Bree denkt hetzelfde als
Bint, maar is duidelijk zijn mindere. De ontwikkeling die hij doormaakt lijkt minimaal: De Bree is en blijft een
volgeling, een ‘leerling’ van Bint, maar aan het einde van het verhaal is hij Bints zwakte te weten gekomen.
Daarmee is er een barst ontstaan in het beeld van de onaantastbaarheid van deze rector en lijkt De Bree een
illusie armer. De Bree is een worstelende figuur, niet alleen met zijn werk, maar ook in zijn privéleven. Hij wil
graag ongenaakbaar zijn waar het gaat om liefde voor vrouwen en seksualiteit, maar moet meermaals
erkennen dat hij toch niet van steen is. Als hij hoort dat Bint ontslag heeft genomen gaat hij als een
aangeslagen discipel naar diens huis. Het doel van zijn bezoek lijkt op een (tevergeefs) bedelen om een
persoonlijke boodschap van Bint aan De Bree. Toch gaat De Bree op voor een tweede jaar aan de school,
volhardend in de geest van Bint.
Nadat De Bree even naar de werkster had gekeken: “Toen dacht hij over zijn kanen na. Het was niet zuiver
geweest. Het was niet erg, maar ook niet zuiver. De sensualiteit van het schepsel trok hem. A-seksueel was hij?
Morgen brengen. En hij dacht anders over Bint.” (p. 21)
Nadat De Bree te horen heeft gekregen dat Bint ontslag heef genomen: “Hij had nauwelijks kracht om zijn
voeten te verzetten. Hij plofte voor de klas op zijn stoel. Hij dankte God, dat zijn eerste uur niet was in de hel.
Daar had hij dit zeker niet kunnen verdragen.” (p. 71).
2