In deze samenvatting vind je een uitgebreid overzicht van de relevante onderwerpen die aan bod komen in het tentamen personen- en familierecht in de hoofdfase van HBO-Rechten. De artikelen worden uitvoerig besproken, samenvattingen gegeven en af en toe voorbeelden gegeven. Succes met het leren voor...
Het gehele boek wordt behandeld met uitzondering van h2: 2.2.5, 2.3.3, 2.3.6, 2.3.7, 2.4.5, 2.4.6, h
Samenvatting tentamen hoofdfase HBO-Rechten personen en familierecht
(CIVR.3-PFR)
Week 1: Personenrecht en huwelijk
Hoofdstuk 1: personen- en familierecht
1.1 De persoon
Personenrecht → Rechtsregels die de rechtspositie van de individuele np bepalen.
1:1 BW → Ieder mens heeft een algemene rechtsbevoegdheid (lid 1), persoonlijke
dienstbaarheden (zoals slavernij) worden niet geduld (lid 2). Persoonlijkheid begint bij
geboorte: men is rechtssubject en drager van rechten en plichten. Het kind draagt ook
rechten en plichten die tijdens de zwangerschap te zijnen behoeve zijn opgekomen: het kind
waarvan de vrouw zwanger is, wordt als reeds geboren aangemerkt, indien dit in het belang
van het ongeboren kind is en deze levend ter wereld komt (1:2 BW); het levend geboren
kind kan als erfgenaam optreden in nalatenschap die voor zijn geboorte openviel.
1:3 BW → Zodra iemand geboren wordt, komt hij in familierechtelijke betrekking tot andere
personen en is er sprake van bloed- en aanverwantschap.
1.2 Naam en woonplaats
1.2.1 De naam
1:4 lid 1 BW → Voornaam is als zodanig in de geboorteakte vermeld. Ouders hebben deze
bepaald en ingeschreven. Voornaam kan gewijzigd worden bij de rechtbank (lid 4).
Voornamen kunnen worden geweigerd (lid 2):
- Ongepast
- Voornaam stemt overeen met bestaande geslachtsnaam (tenzij het een gebruikelijke
voornaam is)
Als er geen naam wordt gekozen, kiest de ambtenaar een naam (lid 3).
Ouders kiezen welke geslachtsnaam het kind krijgt; van vader/moeder (1:5 lid 4 BW). Vaak
voorafgaand, als moeder niet in persoon voor de rechtbank verschijnt prevaleert naam van
vader of meemoeder (lid 5 sub a jo lid 13). Komt het kind enkel in familierechtelijke
betrekking te staan tot moeder, krijgt het haar naam (lid 1), dit blijft tenzij beiden erkennen
en verklaren dat het kind de geslachtsnaam van een ander heeft (lid 2). Broers en zussen
hebben altijd dezelfde geslachtsnaam (lid 8). Wijzigen achternaam kan door verzoek bij de
koning (1:7 lid 1 BW). Het recht bestaat voor echtgenoten/geregistreerd partners de naam
van de ander te voeren (1:9 BW). Geen onderscheid wordt gemaakt tussen mannen en
vrouwen (lid 3). Het recht vervalt als na scheiding een van de partners een nieuw
partnerschap aangaat. Binnen 3 dagen na bevalling dient aangifte te zijn gedaan (1:19e lid 7
BW).
1.2.2 Woonplaats
1:10 BW → Woonplaats np bevindt zich te zijner woonstede of werkelijk verblijf (duurzaam
karakter). Rol speelt of iemand staat ingeschreven in gemeentelijke basisadministratie en of
hij er regelmatig slaapt. Handelingsonbekwamen hebben een afgeleide woonplaats;
woonplaats van degene die het gezag over hem uitoefent (1:12 lid 1 BW), dit geldt ook voor
minderjarigen. Waar iemand woont is van belang voor dagvaardingen.
1:13 jo 4:191 BW → Plaats waar iemand zijn laatste woonplaats heeft gehad: sterfhuis.
,1.3 Het huwelijk en geregistreerd partnerschap (hierna: GP)
1.3.1 Het huwelijk
1:33 en 1:42 BW → Kern van het familierecht is het huwelijk en het heeft een monogaam
karakter. Het kan worden aangegaan door 2 personen van verschillend of gelijk geslacht
(1:30 lid 1 BW). Het huwelijk is geen religieuze aangelegenheid (lid 2); kerkelijk huwelijk is
niet rechtsgeldig, alleen het burgerlijke bestaat volgens de wet. Godsdienstige plechtigheden
mogen pas plaatshebben nadat het burgerlijk huwelijk is voltrokken en hiervan kennis is
genomen (1:68 BW), op straffe van geldboete en hechtenis (449 Sr).
1.3.1.1 Materiele vereisten
Materiële vereisten hebben betrekking op personen die een huwelijk willen aangaan.
a. Twee personen van verschillend of gelijk geslacht (1:30 BW).
b. Geen polygamie (1:33 BW).
c. Minimaal 18 jaar (1:31 BW).
d. Geen opgaande/neergaande bloedverwantschap (1:41 BW). Neef/nicht mag
niet tenzij een verklaring art. 1:41a BW
Wordt niet aan die vereisten voldaan, is sprake van een huwelijksbeletsel:
- Gestoorde geestvermogens (1:32 BW)
- Polygamie (1:33 en 1:42 BW)
- Curatele zonder toestemming van de curator/kantonrechter (1:37/1:38 BW)
- Nauwe verwantschap (1:41(a) BW)
Is de ambtenaar van de burgerlijke stand op de hoogte van beletsel, mag hij niet meewerken
aan voltrekking of voorafgaande formaliteiten (1:57 BW). De wet biedt bepaalde personen
de mogelijkheid het huwelijk te stuiten ogv een huwelijksbeletsel (Boek 1, titel 5, afdeling 3):
in rechte verzetten tegen een huwelijk. Deze personen zijn nauw betrokkene (1:51 lid 1 en
1:52 BW). Het OM is ook bevoegd tot stuiting (1:53 lid 1 BW). Gedurende stuiting mag het
huwelijk niet worden voltrokken (1:56 BW). Wanneer het oogmerk van een echtgenoot
alleen is gericht op het verkrijgen van toelating tot nederland (schijnhuwelijk) kan het ook
worden gestuit (1:50 BW). Vernietiging houdt in dat een huwelijk met terugwerkende kracht
wordt geacht nooit te hebben bestaan.
1.3.1.2 Formele vereisten (Procedurele vereisten)
- De ambtenaar moet het voornemen om te gaan huwen kenbaar maken door
verstrekken van gegevens in 1:44 BW; derden kennis laten nemen van huwelijk;
belang voor evt. stuiting.
- Huwelijk mag vanaf 14e dag na bekendmaking worden voltrokken (1:62 BW); geeft
tijd voor onderzoek naar beletsel.
- Binnen jaar na kenbaar maken moet men zijn getrouwd (1:46 BW).
- Voltrekking ten overstaan van ambtenaar van burgerlijke stand en in
tegenwoordigheid van 2-4 getuigen op gemeentehuis (1:63 BW).
Voltrekking moet ten overstaan van ambtenaar en in aanwezigheid van getuigen dat de
aanstaande echtgenoten verklaren dat zij elkaar aannemen tot echtgenoten en dat zij
getrouw alle plichten zullen vervullen, die door de wet aan de huwelijkse staat worden
verbonden: het ja-woord (1:67 lid 1 BW). Ambtenaar verklaart dat de partijen door de echt
aan elkaar verbonden zijn en maakt een akte op in het register (lid 2). Het is het ja-woord dat
het huwelijk tot stand doet komen, niet de akte. Als aan de formele vereisten is voldaan is
, het huwelijk tot stand gekomen, ook al waren er beletselen; dan kan hij wel nietig worden
verklaard (1:68 en 76 BW). Vernietiging heeft terugwerkende kracht, behalve voor personen
voor wie het gevolg van nietigverklaring wordt gelijkgesteld met het gevolg voor
echtscheiding (1:77 lid 1 en 2 BW). 1:81 e.v. BW Geeft verplichtingen
Vermogensrechtelijke gevolgen huwelijk:
a. Voor 1-1-2018 → Gemeenschap van goederen
b. Na 1-1-2018 → Beperkte gemeenschap van goederen
c. Afwijken van de wet → Huwelijkse voorwaarden opmaken
1.3.2 Het geregistreerd partnerschap
Werd ingesteld voor een juridisch gelijkwaardige samenlevingsvorm voor personen van
gelijk geslacht (1998). Het kan op alle punten worden gelijkgesteld met het huwelijk. Zowel
mbt vereisten voor totstandkoming (1:80a BW), als regels mbt huwelijksvermogensrecht
(1:80b BW), en regels voor echtscheiding (1:80d/e BW).
Verschillen huwelijk en geregistreerd partnerschap:
- GP komt tot stand zonder formele verklaring uit 1:67 BW; opmaken akte van
registratie met handtekeningen doet GP ontstaan. 1:63 BW is wel van toepassing
(1:80a lid 6 BW).
- 1:68 BW ziet niet op GP.
- GP kan worden beëindigd zonder rechter; met wederzijds goedvinden en als geen
kinderen in het spel; zijn (1:80c lid 1 sub c en lid 3 BW). Als dat wel het geval is moet
het dmv ontbinding op verzoek (sub d) waarop regels van echtscheiding van
toepassing zijn (1:80e BW).
- Scheiding van tafel en bed niet mogelijk bij GP.
1.10 Het personen- en familierecht en het EVRM
8 EVRM (family life) → directe werking, rechtzoekende kunnen zich direct op dit artikel
beroepen. Moet in samenhang met 14 EVRM worden gelezen: genot van de rechten en
vrijheden uit het EVRM moet worden verzekerd zonder enig onderscheid op welke grond
ook; discriminatieverbod. 12 EVRM waarborgt het recht voor mannen en vrouwen van
huwbare leeftijd om te huwen en een gezin te stichten volgens de nationale wetten die dit
recht beheersen.
Week 2: Huwelijksvermogensrecht
Hoofdstuk 2: Huwelijksvermogensrecht
2.1 Huwelijksvermogensrecht, algemeen
2.1.1 Inleiding
Huwelijksvermogensrecht → vermogensrechtelijke gevolgen van huwelijk/GP. Voor GP
gelden vermogensrechtelijk dezelfde rechtsregels als voor het huwelijk (1:80b BW).
1:81 BW → wederkerige plichten van echtgenoten (vangnetartikel).
2.1.2 Verschillende huwelijksgoederenregimes
Als aanstaanden niks afspreken, bestaat vanaf het ja-woord gemeenschap van goederen
(1:94 lid 1 BW). Deze ontstaat van rechtswege; wettelijke gemeenschap is beperkt. Hiertoe
behoren alle goederen die reeds voor het huwelijk aan de echtelieden gezamenlijk
toebehoren en alle overige goederen van de echtgenoten die door ieder van hen vanaf de
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nadiadehaan. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.