in dit document staan alle begrippen op een makkelijke manier uitgelegd. Dit bestand is handig om te gebruiken bij het lezen van je boek of bij een samenvatting (zie samenvatting op mijn account).
Alleen al met de begrippenlijst kom je al een heel eind en is het boek veel beter te begrijpen.
Ve...
Begrippenlijst rekenen H4 t/m H8
H4 | Hoofdrekenen en cijferen
Hoofdreken: het uit je hoofd rekenen.
Rijgen: als je één of meer sprongen naar 1 kant maakt op de getallenlijn. Als je 1 stap weer terug
gaat dan is dat geen rijgen meer.
Handig of gevarieerd rekenen: maak je gebruik van het specifieke karakter van de getallen in de
opgave en van de eigenschappen van de bewerkingen.
o Bij gevarieerd rekenen mag je 500-299, 500-300 + 1 rekenen.
Splitsen: het opsplitsen van een getal om makkelijker te kunnen rekenen.
Rekenen met tekorten: als je te kort hebt om goed uit te kunnen rekenen.
Doortellen: ook wel aanvullen. Erbij optellen totdat je het getal hebt dat je nodig hebt. Dus
eigenlijk het verschil bepalen door aan te vullen.
Verschil: het verschil tussen twee getallen. Meestal in een min som.
Context: het verhaal waarin je de benodigde cijfers vind.
Strategie: de manier van het uitrekenen van een som. Ook wel aanpak. Elke strategie voor
handig of gevarieerd rekenen kun je uiteindelijk verklaren uit getalrelaties en de drie
eigenschappen van bewerkingen.
Model: een soort schema dat je helpt met overzichtelijk rekenen.
Getal: een combinatie van cijfers die samengevoegd zijn.
Verdubbelen en halveren: om makkelijk keersommen uit te kunnen rekenen kan je het één cijfer
halveren en het andere cijfer verdubbelen. Vb. 6 x 35 = 3 x 70.
Varia: is ander woord voor verdubbelen en halveren, omdat er zoveel verschillende manieren
zijn voor handig rekenen. Dus eigenlijk een soort variant.
Orde van grootte: Een ruwe maat voor een hoeveelheid, aantal, afmeting, gewicht of anderszins.
Vaak uitgedrukt als een macht van 10, maar ook in eenheid, tiental, honderdtal, enz.
Cognitief netwerk: ook wel een relatienetwerk. Is het inzicht dat je berekeningen in bepaalde
gevallen efficiënt kunt uitvoeren door gebruik te maken van getalrelaties en eigenschappen van
bewerkingen.
Bewerkingen: dat je getallen kunt splitsen of vervormen om makkelijker te rekenen: 11x25=
10x25 + 1x25 of 1386:14 = 1400:14 – 14:14.
Eigenschappen van bewerkingen: zijn 3 eigenschappen:
o Associatieve eigenschap: is de eigenschap van het verdubbelen en halveren. 4x75=
(2x2)x75 = 2x(2x75) = 2x150. Kan bij vermenigvuldigen
o Communicatieve eigenschap: de mogelijkheid om de cijfers om te draaien. 7x2 = 2x7.
Kan bij optellen en vermenigvuldigen.
o Distributieve eigenschap: het kunnen verdelen van cijfers. 7x2 kun je opsplitsen in 5x2 +
2x2. Kan bij delen en vermenigvuldigen.
Automatiseren: het in het hoofd stampen van dingen, bijvoorbeeld de tafels.
Ankerpunt: getallen of sommen die kinderen al kennen als houd vast.
Beginsituatie: wat de kinderen vooraf al kennen.
Generaliseren: uit een bepaald geval een algemenere conclusie afleiden . Veralgemenen.
Inverse relatie: door bij een deelsom om te denken door te vermenigvuldigen.
Afronden: het getal rond maken.
Schattend rekenen: ongeveer rekenen.
Gemiddelde: het gemiddelde getal dat tussen alle getallen ligt.
, Wiskundige attitude: de houding op wiskundig vlak. Is ook kritisch kijken of een getal in bijv. een
reclameboodschap of krantenartikel wel kan kloppen.
Gecijferdheid: het vermogen om op passende wijze met getallen en getalsmatige gegevens om
te gaan.
Referentiemaat/ referentiegetal: het enig idee hebben van iets om bepaalde dingen uit te
rekenen.
o Een referentiegetal: het getal dat men toekent aan een referentiemaat.
o Referentiemaat: als een persoon aan een maat persoonlijke kennis koppelt: bij een
meter denk ik aan een stap, een kilo = een pak suiker. Door gebruikt te maken van
referentiematen kun je je iets voorstellen bij een maat.
Kolomsgewijs rekenen: het rekenen in kolommen. Kan van links naar rechts of van groot naar
klein. Vormt een overstap van het hoofdrekenen naar het cijferend onder elkaar, waarbij je van
rechts naar links met losse cijfers werkt. het gehele getal telkens min het getal dat zij nodig
hebben om het meest rechte cijfer min elkaar te kunnen doen. vb: 305-198 5-8 kan niet, dus
15-8=> wordt 290-190 etc. wordt een hele lange rij. Pas als ze dat principe door hebben kunnen
ze het kolomsgewijs rekenen verkorten tot cijferend rekenen.
Cijferend: cijferend onder elkaar rekenen waarbij je van rechts naar links met losse cijfers werkt.
Is een korte versie van kolomsgewijs rekenen. Is met het schema waarbij je ze onder elkaar zet
en dat ééntje boven de getallen zet.
o Dit doen zij eerst door kolomsgewijs te rekenen en als zij dit goed kunnen, kunnen zij het
kolomsgewijs rekenen voor aftreksommen met meer van 4 cijfers verkorten tot cijferen.
Algoritme: procedures op papier bedacht die altijd tot het goede antwoord leiden, als je maar
precies de goede voorschriften volgt.
H5 | Verhoudingen
Grootheid: rekenkundige eenheid. Lengte, tijd, gewicht, inhoud, etc.
Eenheid: de maat waarin je de grootheid kunt weergeven. meters, kilo’s, seconden, etc.
Verhoudingen: Te gebruiken voor de waarden die worden verkregen als men één getal door een
ander deelt. Wordt vaak gebruikt om grootheden te vergelijken. Vb: de grootte kleren vergelijken
met de grootte van de pop. Er moeten evenredig verband zijn.
Evenredig verband: een verband dat op beide vlakten even veel vergroot. Vb: 2x2, 4x4, 6x6, 8x8.
Lengte en breedte worden even veel verdubbeld.
Redeneren: nadenken over een som/ verhouding. door nadenken een standpunt bepalen of een
antwoord bedenken.
Wiskundige activiteit:
o Verhoudingen: voorbeeld schaal.
o Meetkunde: tak van de wiskunde die zich bezighoudt met ruimtelijke figuren. Iets wat
verder weg staat is kleiner.
o Meten: schatten of precies rekenen. Door gebruik te maken van een liniaal.
Inzicht: toestand dat je iets begrijpt
Verhoudingsgetallen: een getal dat ontstaat door deling van twee andere getallen. Vb. 10:20=
15:30 = 1:2.
Verhoudingsgewijs: bewustmaking van het ‘naar verhouding’ zien of denken.
Spiegelen: licht en beelden weerkaatsen als een spiegel. Zoals bij het vergelijken van holle, bolle
en vlakke spiegels of bij het onderzoeken welke meetkundige figuren (figuren als driehoeken,
prisma’s enz.) al of niet dezelfde vorm hebben.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper cecile2003. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.