Samenvatting Aan de slag met handschriftonderwijs
Inleiding
Waarom is schrijven belangrijk?
Schrijven→ het op papier zetten van een boodschap. De hand legt taal vast in woorden door
een beweging met pen op papier. Leren schrijven→ betekent dat bewegingen (motoriek)
gekoppeld worden aan letters en woorden. Door te lezen en schrijven→ kinderen en
volwassenen communiceren met anderen.
Lezen en schrijven belangrijk voor:
• Communiceren met anderen
• Het hebben van succes op school
• Het hebben van succes voor het beroepsleven
Hoe beter je in staat bent om gedachten en informatie op papier te zetten, hoe beter je
boodschap overkomt in een opstel, nota, of een wetenschappelijk artikel.
Waarom is leren schrijven in het digitale tijdperk van belang?
Onderzoek toont aan dat je beter leert lezen wanneer je de letters en woorden met de hand
leert schrijven. Ook de spelling krijg je beter onder de knie. Voor rekenen geldt hetzelfde.
Breinstudies→ tonen aan dat als schrijven aan lezen, spellen en rekenen wordt gekoppeld,
dit zorgt voor een intensivering van de activiteit in meerdere hersengebieden, waardoor alle
vaardigheden beter in het geheugen worden opgeslagen. Dus onderzoek wijst uit dat jonge
kinderen hun brein ontwikkelen door te schrijven: Wie schrijft, die leert!
Voor wie is dit boek bedoeld?
In dit boek: accent op technisch leren schrijven van leerlingen van groep 1 tot en met groep
8. Wetenschappelijke kennis over handschriftonderwijs is vertaald naar de praktijk van het
primaire onderwijs.
Dit boek geeft inzicht in:
• Wat je als leerkracht kunt doen om de leerling optimaal te begeleiden.
• Hoe je dit het beste kunt doen en waarom.
De informatie en de handreikingen voor leerkrachten sluiten aan bij de doelstellingen van de
pabo. Boek geschikt voor alle (toekomstige) leerkrachten, intern begeleiders en
onderwijsondersteuners.
H1 leren schrijven
Onderzoek in VS toont aan: tijd die besteed wordt aan het (leren) schrijven is in der loop der
jaren afgenomen, maar nog steeds is het zo dat kleuters ongeveer 1 uur per dag bezig zijn
met papier-en pentaken, kinderen van 7-8 jaar 1,5 uur per dag aan het schrijven zijn en
kinderen uit groep 6 nog steeds ruim 1 uur per dag schrijven. Uit de PPON→ blijkt dat in NL
in groep 4,5,6 minimaal 2x per maand handschriftonderwijs wordt gegeven. Kinderen
schrijven dus wel op school, maar vaak gerelateerd aan het uitvoeren van andere
opdrachten.
2x per maand handschriftonderwijs→ niet genoeg voor kinderen die het handschrift nog
niet beheersen. Ze kunnen het handschrift zo niet gericht verbeteren en automatiseren. Zij
moeten hun aandacht verdelen over wat ze schrijven en hoe ze het neerschrijven. Dat
belemmert de leerprestatie van zowel het uitvoeren van de opdrachten als van het
schrijven zelf. Aanleren van motorische vaardigheden→ vereist dat er vaak en op de goede
,manier wordt geoefend, net zo lang tot het schrijven automatisch verloopt. Dan past kan het
kind zijn aandacht volledig richten op de boodschap die hij op papier wilt zetten.
1.1 Schrijven en typen in het voortgezet onderwijs
De leerlingen die met de hand aantekeningen hadden gemaakt, haalden betere
toetsresultaten dan degenen die een laptop of computer hadden gebruikt. Het vermogen
om automatisch te schrijven was van invloed op de resultaten.
1.2 plaats van handschriftontwikkeling in Nederland en daarbuiten
In NL→ men onderkent dat handschriftonderwijs een taak van de school is en men hecht
belang aan een vlot en soepel handschrift bij het schrijven van teksten. Echter in het rapport
van de Inspectie van het Onderwijs, Focus op schrijven, wordt handschriftontwikkeling
gezien als onderdeel van het leren van taal. Daardoor komt weliswaar aan de orde hoe het
onderwijs is ingericht om kinderen te leren zich schriftelijk goed uit te drukken, maar wordt
er geen aandacht besteed aan het aanleren van de motorische vaardigheid van het
schrijven. De leerlijn (in het boek blz 16) benoemt handschrift enkele keren als ‘technisch
schrijven’, maar gaat niet in op hoe het bij de leerlingen aangeleerd moet worden. Er
ontbreekt een leerlijn met heldere aanwijzingen hoe het leerproces van
handschriftontwikkeling vormgegeven kan worden.
De situatie in de VS vergelijkbaar met situatie in NL→ de verantwoordelijkheid voor
handschriftinstructie ligt bij de leerkracht.
1.3 Veel kinderen met ‘hanenpoten’ in het primair onderwijs
Schrijven met de hand heeft in NL nog geen wettelijk erkende plaats in het lesprogramma
van het primair onderwijs. Hierdoor ontbreken er einddoelen en wordt de voortgang va het
leren schrijven niet gemonitord. Handschriftonderwijs vaak ondergeschoven kindje.
Gevolg→ kinderen nemen aan het eind van schooljaar minimaal beschreven schrijfschriftjes
mee naar huis en leerkrachten klagen over slechte handschriften.
Factoren die een rol spelen bij het groeiend percentage kinderen dat moeite heeft met
schrijven:
• Onvoldoende instructie en oefening
• Een afname in fijnmotorische vaardigheden bij kinderen
Kinderen die moeite hebben met schrijven→ laten hanenpoten zien, schrijven veel te snel
of te langzaam en hebben vaak last van pijn in de hand of arm. Dus geen goed leesbaar en
soepel handschrift. Omdat er op school veel geschreven wordt bij de leerstofverwerking,
lopen deze kinderen veelvuldig en langdurig tegen hun falen aan. Gevolg→ dat vermindert
hun gevoel van zelfvertrouwen op school en daarbuiten.
1.4 ondersteuning voor jou als leerkracht
Meeste kinderen kunnen met schrijfmoeilijkheden goed geholpen worden.
Hoe dan kinderen op het goede (schrijf)spoor zetten?
• Door enkele gerichte aanwijzingen
• Door extra oefeningen in de klas
,H2 Basiskennis
2.1 Samenhang tussen schrijven met de hand, en taal, rekenen en informatieverwerking
In dit hfst wordt er dieper op ingegaan wat bekend is over de rol van schrijven met de hand
voor het cognitief leren.
2.1.1 Wat is erover bekend?
Enkele feiten:
• Jonge kinderen van 3-5 jaar die groepsgewijs hoofdlettervormen al schrijvend
geleerd hebben, herkennen deze beter dan kinderen die hoofdlettervormen mbv een
toetsenbord geleerd hebben.
• Bij kinderen uit groep 3→ spelling van woordjes blijkt beter te zijn in de groep
kinderen die de woordjes geschreven hebben dan in groep kinderen die dezelfde
woordjes geleerd hebben mbv kaartjes of een computer.
• Kinderen uit groep 2 die letters gevoeld hebben, presteren beter op
letterherkenning, lezen en schrijven dan kinderen die de letters alleen gezien
hebben.
• Kinderen uit groep ½ die letters geschreven hebben, lezen beter dan kinderen die de
letters hebben geleerd op een computer.
Conclusie→ cijfers, letters en woorden worden beter geleerd en opgeslagen in geheugen
door ze te schrijven dan door te typen of ernaar te kijken.
2.1.2 Hoe is dit te verklaren?
Schrijven:
• Er zijn meer verschillende hersengebieden actief dan bij typen→ zowel de vorm die
je ziet, de klank die je hoort, als het gevoel van de beweging die je maakt worden in
het geheugen opgeslagen als 1 eenheid. Het zien, horen of schrijven van een
letter/woord activeert de hersengebieden die bij deze gehele eenheid passen.
• Bij elke letter hoort een andere beweging en een ander motorisch programma of
‘software’, die opgeslagen is in het geheugen om de beweging die bij de letter hoort
uit te voeren. Zo’n motorisch programma→ wordt opgebouwd tijdens het schrijven
van de letter en verbetert door herhaling van de beweging. Dit zorgt ervoor dat
letters geautomatiseerd worden.
Typen:
• Je maakt bij elke letter dezelfde tikbeweging, waardoor geen koppeling tussen
beweging en lettervorm ontstaat.
• Brein is minder actief dan bij schrijven.
Waarom draagt zelf schrijven bij aan leren lezen?
• Als kinderen schrijven is het resultaat steeds anders, waardoor het kind actief blijft
zoeken naar welke beweging hij moet maken om de juiste vorm te realiseren. Dit
bevordert de herkenning van letters.
Bij het leren herkennen van letters:
• Li en James raden aan om kinderen meerdere varianten van letters tegelijk aan te
bieden→ combineer het lezen van drukletters met het leren van schrijfletters. Laat
kinderen ook experimenteren met deze letters.
, Li en James→ aangetoond dat 4 jarigen letters beter kunnen reproduceren na het
kopiëren van letters dan na overtrekken.
2.1.3 Koppeling tussen zien, horen, spreken en schrijven van klanken en woorden
Kinderen leren sneller lezen wanneer ze zelf schrijven. Daarbij zijn doen en denken
gekoppeld.
Denken→ ontwikkelt zich doordat tijdens het waarnemend bewegen verbindingen ontstaan
in de hersenen.
Proces bij letters en klanken:
1. Kind zegt: Dat is de letter van mijn naam.
2. Kind leert dat hij klanken en letters kan verbinden tot een woord, zoals zijn naam, en
dat dit gebeurt in een bepaalde volgorde.
Dit is het begin van het lezen en schrijven. Het gelijktijdig gebruiken van verschillende
waarnemingen en bewegingen (zien, horen, spreken, voelen en schrijven) brengt in de
hersenen koppelingen tot stand die een kind nodig heeft om te leren lezen, schrijven en
rekenen. Deze gedachtegang past bij embodiment theory→ stelt dat cognitie of kennis
wordt opgebouwd door de interactie tussen lichaam en omgeving.
Met de hand schrijven:
• Bevordert fijnmotorische vaardigheden
• Laat positieve relatie zien met schoolse vaardigheden
2.1.4 Schrijven met de hand legt een relatie tussen taal en motoriek
Om relatie tussen taal en motorische handeling weer te geven→ in onderwijs wordt het
model van Hayes en Flower /groep van Berninger gebruikt.
Bij het schrijven van een brief/opstel is resultaat afhankelijk van 3 vaardigheden:
1. Motorische handeling om letters op papier te zetten.
2. In de juiste volgorde (spellen).
3. En het ordenen van woorden in een zin (stellen).
De 2 voorwaarden voor de motorische handeling:
• Klanktekenkoppeling (wat je hoort omzetten in een letter)
• Vaardigheid om de beweging uit te voeren
Zie schema: schematische weergave van het schrijfproces volgens Berninger