Dit is een samenvatting van hoofdstuk 1 t/m hoofdstuk 5 van Schoolpedagogiek - Berding & Pols. Het is een uitgebreide samenvatting in eigen woorden beschreven. Voor iedereen leesbaar en begrijpelijk.
Hoofdstuk 1 Kinderen en de
werelden waarin ze leven
1.1 Kinderwerelden
1.1.2 Wesley en Maurits
Parallelle school = school naast school, buitenschoolse activiteiten waar je ook
nog iets van leert.
De wereld buiten school geeft de kinderen meer ruimte dan de wereld in school.
Daardoor kunnen verschillen tussen kinderen ook meer tot uitdrukking komen:
verschillen tussen jongens en meisjes en verschillen tussen sociale milieus.
Het gevolg hiervan is dat kinderen buiten school extra dingen leren (knutselen,
voetballen) en dat ze hun karakter vormen (voor jezelf opkomen, oefenen van
uithoudingsvermogen). De schoolwereld is dus zeker niet de enige wereld waarin
kinderen dingen leren en hun karakter wordt gevormd.
1.2 De wereld als voorwaarde om je te vormen
1.2.1 Het korte leven van Kasper Hauser onder de mensen
De wereld is een plaats waar
… men onder de mensen is
… door mensen gemaakte objecten voorhanden zijn
… mensen d.m.v. de taal die ze delen en met elkaar spreken, zich tot
elkaar verhouden
Door taal
… ontstaat de wereld
… krijgen niet alleen de dingen die de mensen omringen betekenis, de
door hen ondernomen activiteiten betekenis, zijzelf betekenis en de
relaties die ze met elkaar aangaan betekenis
… worden kinderen medemensen
1.2.2. Een tweede, culturele geboorte
Hechtingstheorie van JOHN BOWLBY
Hechting tussen moeder en kind is een noodzakelijke voorwaarde voor een kind
om zich te kunnen ontwikkelen. Als een kind niet veilig gehecht is, komt het niet
of nauwelijks tot exploratie. Het kind is te angstig en te onzeker om op onderzoek
uit te gaan, waarmee te mogelijkheid om de wereld en zichzelf te leren kennen
drastisch wordt ingeperkt. Het kind krijgt via de moeder toegang tot de wereld.
‘De moeder is de representant van de wereld rond het kind’ is een bekende
uitspraak van BOLWBY.
Deze theorie is genuanceerd door RIEN VAN IJZENDOORN. Hij zegt dat niet alleen de
moeder, maar ook de vader of een pedagogisch medewerker van het
kinderdagverblijf een hechtingsfiguur kan zijn, mits die sensitief met het kind
omgaan en er continuïteit in de relatie is.
, Schoolpedagogiek
Lotte Smolders
Wat is de moraal van dit verhaal?
Een kind kan zich pas gaan ontwikkelen als er een medemens is die zich om hem
bekommert en met hem een relatie aangaat. Alleen via dit medemens kan het
kind toegang tot de wereld krijgen. Die medemens staat voor de wereld en via
hem kan de wereld zich gaandeweg verder uitbreiden. Is er geen medemens aan
wie het kind zich kan hechten, dan verkommert het.
Nestblijvers = een organisme dat na de geboorte nog volledig afhankelijk is van
de opvoeders, het duurt dan ook een stuk langer voordat ze het nest verlaten.
Nestvlieder = een organisme dat niet veel tijd na de geboorte nodig heeft om
onafhankelijk te worden van de opvoeders en dus het nest kunnen verlaten.
Een kind heeft aandacht en contact nodig, een relatie met een soortgenoot. Een
kind kan zich alleen tot mens ontwikkelen via een medemens die hem aankijkt,
knuffelt en geluiden en klanken met hem uitwisselt: door te communiceren in de
letterlijke zin van het woord, door deel te nemen aan een gezamenlijk proces van
ervaren, voelen en gaandeweg ook denken. Door ervaringen, gevoelens en
gedachten te delen en mee te delen wordt het kind deelgenoot. Alleen via die
weg kan het kind deel van de wereld uit gaan maken.
De mens is een secundaire nestblijver. Hij is te vroeg geboren en dient daarom
eerst nog een jaar lang in een soort culturele buitenbaarmoederlijke ruimte te
verblijven. Pas daarna is hij in staat zich in overeenstemming met de kenmerken
van zijn volwassen soortgenoten te gaan gedragen: rechtop te gaan lopen, te
praten en doelgericht te handelen. Om mens te kunnen worden is een tweede
geboorte nodig, een culturele geboorte: een geboorte in de wereld van mensen
en dat kan alleen door tussenkomst van een medemens.
1.2.3 De plasticiteit van de hersenen
De hersenen kun je opvatten als een ingewikkeld regel- en schakelcentrum dat
niet alleen reageert op prikkels die uit het lichaam komen, maar ook uit de
omgeving waarmee het lichaam in contact staat. De hersenen reguleren de
interactie binnen het lichaam en tussen het lichaam en de omgeving.
Kinderen worden met onrijpe hersenen geboren. Alleen de basis om te kunnen
overleven hebben ze. De rest van de hersenen groeien wanneer er nieuwe
processen, gebeurtenissen en ervaringen plaatsvinden. Door die ervaringen
activeert het kind zenuwcellen in de hersenen die dan een netwerk gaan vormen.
Plasticiteit van de hersenen = de hersenen van de mens zijn vormbaar.
Kinderen leren doordat ze zenuwcellen activeren en daardoor kunnen die
zenuwcellen uitgroeien tot netwerken. Dit gebeurt het hele leven maar vooral in
de eerste jaren van het leven. Daar vinden namelijk de basale leerprocessen
plaats zoals waarnemen, lopen, spreken en het manipuleren van objecten.
De mens is zo vatbaar voor vorming omdat de hersenen plastisch zijn. Dit is een
combinatie van nature (omgeving) en nurture (genen).
1.3 Wie ben ik?
1.3.1 Het lichaamsbeeld als bron van het ik
Voorstellingen van ANTONIO DAMASIO
Hersenen zijn een regel- en schakelcentrum. Daarnaast brengen hersenen ook
voorstellingen voort. Voorstellingen ontstaan doordat netwerken afbeelden wat er
in en buiten het lichaam afspeelt.
, Schoolpedagogiek
Lotte Smolders
Er zijn 2 soorten voorstellingen:
1. Voorstellingen van de eerste orde Voorstellingen van een object dat
we waarnemen (grommende hond). Als je daarop reageert verandert het
lichaam (je schrikt). Dit is ook een voorstelling van de eerste orde.
2. Voorstellingen van de tweede orde De relatie tussen de
voorstellingen van de eerste orde. DAMASIO noemt deze voorstellingen ook
wel de representaties van het ‘zelf’. Voorstellingen van de tweede orde
brengen het ‘zelf’ in beeld, ofwel: ze geven een beeld van hoe het lichaam
zich tot zijn omgeving verhoudt en daarmee omgaat. Die beelden van het
lichaam zijn de bron van het ‘ik’.
Lichaamsschema en lichaamsbeeld van FRANCOISE DOLTO
Lichaamsschema = slaat op de sensomotorische ontwikkeling van het lichaam.
Het geeft aan wat het lichaam KAN. Deel bewust, deels onbewust.
Lichaamsbeeld = dit beeld bepaalt hoe we in de wereld staan. Het beeld wat je
van jezelf hebt en wat anderen zeggen dat je kunt. Geheel onbewust.
1.3.2 Loskomen uit de twee-eenheid van moeder en kind
Een kind bouwt een lichaamsbeeld op door de ervaringen en de antwoorden die
een kind krijgt. Aanvankelijk is de moeder alles voor het kind. Moeder en kind
vormen een twee-eenheid. In het allereerste begin wil het kind de aanwezigheid
van moeder hebben. Moeder begeleidt haar zorg vaak met woorden. Door de
woorden kan de moeder het kind ook geruststellen.
Met woorden (taal) introduceert de moeder bij het kind de ervaring van het niet
aanwezig zijn. Later zullen woorden de aanwezigheid van de moeder vervangen.
Woorden zullen het kind geruststellen en vertrouwen geven.
Het kind heeft de eerste positie, de moeder heeft de tweede positie. Pas aan het
eind van de peutertijd komt de vader echt in beeld als de derde positie. Die komt
tussen moeder en kind in te staan. De vader wijst het kind meestal op het belang
buiten het gezin, het belang van de buitenwereld. De vader maakt eigenlijk een
einde aan de twee-eenheid van de moeder en het kind. De persoon met de derde
positie kan trouwens ook iemand uit de vriendenkring of familie zijn. Hierdoor is
het kind in staat zich meer los te maken van het gezinsleven en de gezinssituatie
en meer sociale banden te leggen.
1.4 Jeugdland
1.4.1 De opkomst van jeugdland
ELLEN KEY wilde het kind de ruimte geven. Als elk kind zich vrij zou kunnen
ontwikkelen, zou er vanzelf een betere wereld komen: een wereld waarin
iedereen zich vrij kan bewegen en waarin de vrijheid van de een slechts begrensd
zou worden door de vrijheid van de ander.
Het advies van ELLEN KEY werd erg veel nagevolgd. Om de ruimte te krijgen om
zich vrij te kunnen ontwikkelen moesten kinderen eerst van werken worden
vrijgesteld en worden geboden om onderwijs te gaan volgen. Hierdoor werden
het werkverbod van kinderen tot 12 jaar en de leerplicht ingesteld. Om je vrij te
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper LotteSmolders. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.