BURGERLIJK PROCESRECHT
Lesweek 1
Materieel burgerlijk recht omvat inhoudelijke rechten en plichten. Het materiële recht bepaald
welke rechten en plichten iemand heeft.
Formeel burgerlijk recht omvat hoe de rechten en plichten kunnen worden geëffectueerd.
Functies van het burgerlijk procesrecht:
- Het handhaven en beïnvloeden van materiële burgerlijke rechten en plichten
- Het voorkomen van een gerechtelijke procedure
- Het voorkomen van eigenrichting.
Bronnen burgerlijk procesrecht
- Wetboek van burgerlijke rechtsvordering
- Wet op de rechterlijke organisatie
- Internationale wetgeving o.a. Brussel II-bis
EEX-verordeing
EG-bewijsverordening
EG-betekeningsverordening
EVRM
- Jurisprudentie
Algemene uitgangspunten
- Worden gevormd door algemene rechtsbeginselen en voorschriften voor procedures.
1. Recht op rechtspraak en bijstand: iedereen kan een geschil voorleggen aan een
overheidsrecht en eenieder heeft recht op juridische bijstand in een procedure,
artikel 17, 18 en 112 GW.
2. Onafhankelijke en onpartijdige rechter, artikel 36 Rv: de rechter is geen
verantwoording aan de overheid schuldig en de rechter oordeelt zonder zich te
laten leiden door de personen van procespartijen. Als dit wel speelt dan kan de een
van de partijen de rechter wraken en die wordt vervangen door een andere recht,
verschoning, artikel 40 Rv.
3. Hoor en wederhoor (gelijkheidsbeginsel), artikel 19 Rv: beide partijen moeten in
de gelegenheid gesteld worden om hun standpunten in een zaak naar voren te
brengen en om hun vorderingen en verweren kenbaar te maken en over en weer op
elkaar te kunnen reageren.
4. Behandeling en beslissing binnen redelijke termijn, artikel 20 Rv
5. Openbaarheid van zitting en uitspraak, artikel 27, 28 en 29 Rv: zittingen moeten in
beginsel in het openbaar plaatsvinden, hierop kan wel een uitzondering gemaakt
worden i.v.m. de openbare orde en veiligheid.
6. Motiveringsbeginsel, artikel 30 Rv, artikel 121 GW en artikel 5 lid 1 Wet op de
Ro: de rechter moet de uitspraak motiveren.
, 7. Geen rechtsweigering en volledige beslissing, artikel 26 Rv en artikel 13 wet
algemene bepalingen: de rechter dient in alle gevallen een beslissing te geven over
het geschil en mag niet weigeren. De eindbeslissing van de rechter moet volledig
zijn.
8. Beginsel van partijautonomie (lijdelijkheidsbeginsel), artikel 24 Rv: de grondslag
voor de beslissing van de rechter wordt gevormd door de stellingen van
procespartijen.
9. Ambtshalve aanvulling van rechtsgronden, artikel 25 Rv: indien nodig heeft de
rechter de verplichting om op eigen initiatief de rechtsgronden aan te vullen.
De deelnemers aan het burgerlijk procesrecht
- Procespartijen
Formeel/materieel
Natuurlijke personen/ rechtspersonen
- Rechtsbijstandverleners
- Gerechtsdeurwaarder
- De griffier en de gerechtssecretaris
- Rechter
Aan een civiele procedure kunnen natuurlijke personen en rechtspersonen deelnemen. De vof,
cv en de maatschap zijn geen natuurlijke personen of rechtspersonen, maar kunnen op grond
van artikel 51 Rv wel procederen.
In geval van vertegenwoordiging van een handelingsonbekwame procespartij, noemen we de
vertegenwoordiger de formele procespartij en de vertegenwoordigde de materiële
procespartij.
Een rechtspersoon moet zichzelf laten vertegenwoordigen door een natuurlijke persoon.
Procederen uit groepsbelang of algemeen belang is een collectieve actie, artikel 3:305a t/m
3:305c BW.
Rechtsbijstand verleners
- Advocaat is een rechtsbijstand verlener. Deze is in alle gerechtelijke procedures
verplicht, artikel 79 lid 2 Rv, behalve in procedures voor de kantonrechter, artikel 79
lid 1 Rv en voor de verweerder in een kortgedingprocedure, artikel 255 lid 1 Rv.
- Vertrouwenspersonen
- Gemachtigden, de rechter kan van een gemachtigde vragen om een schriftelijke
volmacht, artikel 80 Rv.
Een advocaat die procedeert bij de Hoge Raad noemen we een cassatieadvocaat.
De griffier zorgt voor de gerechtelijke administratie.
De gerechtssecretaris zorgt voor de juridische ondersteuning.
De rechter
, - Taak: aan het einde van de procedure een uitspraak te doen.
- De rechter zorgt voor de regievorming: hij beslist onder andere of er een zitting wordt
gehouden en hoe deze wordt vormgegeven, en neemt beslissingen over bijvoorbeeld
het horen van getuigen of het verlenen van degene die hem benoemt, ten opzichte van
partijen en ten opzichte van elke mogelijke invloed van buiten af.
- De rechter wordt door de koning benoemt of ontslag, artikel 117 GW.
- Maatregelen opgelegd aan rechters, artikel 46c wrra:
1. Schriftelijke berisping
2. Inhouding van salaris tot een bedrag van ten hoogste het salaris over een halve
maand.
3. Schorsing voor de duur van ten hoogste drie maanden.
4. Ontslag
Taken gerechtsdeurwaarder
1. Het uitbrengen van exploten
2. Het leggen van conservatoir beslag
3. Het tenuitvoerleggen van uitspraken van de rechter.
Verschillende soorten gerecht, artikel 2 wet op de Ro
- Rechtbanken
- Gerechtshoven
- Hoge raad
Met eerste aanleg wordt bedoelt dat de rechter waar een zaak voor de eerste aanhangig moet
worden gemaakt.
In Nederland hebben we elf rechtbanken die ieder in een arrondissement zich bevinden.
1. Rechtbank Amsterdam
2. Rechtbank Den Haag
3. Rechtbank Gelderland
4. Rechtbank Limburg
5. Rechtbank Midden-Nederland
6. Rechtbank Noord-Holland
7. Rechtbank Noord-Nederland
8. Rechtbank Oost-Brabant
9. Rechtbank Overijssel
10. Rechtbank Rotterdam
11. Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rechtbanken hebben verschillende zittingsplaatsen (afspraaklocaties).
In de zaaksverdelingsreglementen is te zien welke categorieën zaken door de rechtbanken
worden behandeld.
In de bestuursreglementen is opgenomen welke onderverdeling in afdelingen, teams en
kamers desbetreffende rechtbanken hanteert.