Samenvatting: gedragsproblemen in de klas
(in het basisonderwijs)
Boek van: Anton Horeweg, 1e druk
H3 – ADD: aandachtstekort zonder hyperactiviteit
(ADHD-presentatie overwegend onoplettend)
3.1 ADD – Attention Deficit Disorder – en DSM-5
Volgens de nieuwe DSM-5 spreken we niet meer over ADD of ADHD type
overwegend onoplettend, maar van ADHD prestatie overwegend onoplettend. De
stoornis kan ook pas vanaf 12 jaar worden aangetoond. De symptomen moeten
een belemmering zijn op minimaal 2 gebieden in het dagelijks leven.
3.2 kenmerken
3.2.1 een onopvallende stoornis… of toch niet?
ADD is een internationaliserende stoornis, de buitenwereld heeft er dus niet echt
last van en je moet het kind er dus goed voor observeren. Intelligente kinderen
kunnen hun tekorten ook nog eens compenseren.
Het kernprobleem is aandachtstekort. Ze dagdromen, letten slecht op, komen te
laat, ruimen slecht op, raken spullen kwijt, zijn onzeker en hebben moeite
aansluiting te vinden met leeftijdsgenootjes. Dit gebeurt intenser, consistenter en
frequenter dan bij anderen. Het komt meer voor bij meisjes en het komt voort uit
het niet goed functioneren van de executieve functies.
Kenmerken die je terug kan zien:
Meer dan gemiddeld moeite om aan het werk te gaan en te blijven.
Ze stellen alles uit tot het laatste moment. Ze hebben namelijk minder
dopamine, want dit wordt sneller afgebroken.
Aandacht bij de taak houden lukt alleen goed als iets interessant is.
Ze zijn vaak dromerig, denken ver vooruit en weten dan niet wat er nu aan
de orde is.
Uitwendige prikkels en eigen gedachten zorgen snel voor afleiding.
Als ze iets erg interessant vinden kan er hyperfocus ontstaan. Ze gaan
volledig in iets op en vergeten van taak te wisselen.
Ze missen best wat lesstof. Intelligente kinderen kunnen dit best lang aardig
compenseren, maar later kan er gatenkaaskennis ontstaan.
Ze kunnen vaak niet vertellen wat net geleerd is, al weten ze dit wel. Dit
komt waarschijnlijk door een minder werkend werkgeheugen. Ze reageren
hierdoor ook langzamer op prikkels.
Verder: raken vaak iets kwijt, vergeten huiswerk mee te nemen, schrijven dit
ook vaak niet op en zijn vergeetachtig bij dagelijkse activiteiten.
Positieve eigenschappen: de hyperfocus is ook positief, fantasierijk, creatief
talent, veel humor, groot probleemoplossend vermogen, gevoelig, emotioneel en
groot inlevingsvermogen, perfectionistisch, doorzettingsvermogen en rustig.
3.2.2 comorbiditeit
ADD gaat vaak samen met dyslexie en dyscalculie, slaapstoornis en verslaving,
leer- en automatiseringsproblemen en angst of depressie.
3.2.3 sociale situaties
ADD beïnvloedt de manier van denken, leren, waarnemen, werken en de relaties
met anderen. De vele interacties in de klas zijn lastig voor ze en ze hebben vaak
weinig vrienden, zijn onzeker en piekeren vaak veel voor en na een gebeurtenis.
1