WEEK 11
Verklaringen voor criminaliteit: Psychologisch perspectief
Leerdoel
De student analyseert aan de hand van criminologische theorieën diverse oorzaken voor criminaliteit vanuit
psychologisch perspectief, zodanig dat hij een cliënt ondersteunt om de kans op (herhaling van) crimineel
gedrag te verminderen.
HOOFDSTUK 4: VERKLARINGEN VOOR CRIMINALITEIT: HET
PSYCHOLOGISCH PERSPECTIEF
KORTE SAMENVATTING SUBDISCIPLINES VAN PSYCHOLOGIE
Persoonlijkheidspsychologie: heeft als doel het vinden van karakteristieke gedrags- en denkpatronen
die kenmerkend zijn voor verschillende typen van individuen.
Ontwikkelingspsychologie: onderzoekt de wijze waarop psychologische processen als emoties,
motieven, waarnemingen, denkpatronen, en conflicthantering ontstaan en veranderen in de loop van
een mensenleven. Vooral invloeden in de jeugd, in het bijzonder de invloed van de opvoeding, krijgen
aandacht
Leerpsychologie: deze richt zich op relatief permanente gedragsveranderingen als resultaat van
eerder opgedane ervaringen. Verschillende wijzen van leren, en de condities waaronder deze
plaatsvinden, vormen het hoofdonderwerp van onderzoek.
o Richt zich op relatief permanente gedragsveranderingen als resultaat van eerder opgedane
ervaringen
Sociale psychologie: bestudeert de wijze waarop de gedachten, de gevoelens en de gedragingen van
de persoon worden beïnvloed door andere personen. De focus ligt op de onmiddellijke invloed van
situationele variabelen op gedrag.
PARAGRAAF 1: INLEIDING
Het gedrag dat wordt bestudeerd door psychologen binnen de criminologie:
Antisociaal gedrag (4.1.1)
Antisociale persoonlijkheidsstoornissen (4.1.2)
Externaliserend/internaliserend gedrag (4.1.3)
Agressie: intention to harm (4.1.4)
o Proactieve/spontane/instrumentele/witte agressie
o Reactieve/frustratieagressie/rode agressie
4.1.1: ANTISOCIAAL GEDRAG
Antisociaal gedrag: een bredere categorie van allerlei gedragingen die door psychologen soms gezamenlijk en
soms afzonderlijk worden bestudeerd.
,Vormen van antisociaal gedrag
Riskant gedrag: gedrag dat op zichzelf niet crimineel hoeft te zijn maar wel als risicovol wordt gezien
o Voorbeeld: roken, alcoholmisbruik
Gedragingen die als problematisch gezien worden bij jongeren: in de VS is zulk gedrag, eveneens als
alcoholmisbruik, voor minderjarigen vaak strafbaar gesteld als zogenoemde status offences
o Voorbeeld: weglopen uit huis, spijbelen
Slachtofferloze delicten: feiten die in bepaalde landen strafbaar zijn gesteld om individuen te
beschermen tegen zichzelf, of op morele gronden
o Voorbeeld: drugsgebruik, prostitutie
Criminaliteit in al zijn facetten
Er zijn aanwijzingen van antisociaal gedrag als een persoon ten minste drie van de onderstaande gedragingen
vertoond. Bij kinderen wordt er dan gesproken van conduct disorder (kinderen met gedragsproblemen).
1. Pest, bedreigt of intimideert vaak anderen
2. Neemt vaak initiatief tot vechtpartijen
3. Heeft een wapen gebruikt dat anderen ernstig letsel toe kan brengen
Ook fles, knuppel, etc.
4. Heeft mensen mishandeld
5. Heeft dieren mishandeld
6. Heeft in direct contact iets van iemand gestolen
7. Heeft iemand gedwongen tot seks
8. Was betrokken bij opzettelijke brandstichting
9. Vernielde met opzet eigendommen van anderen
10. Heeft ingebroken in iemand huis, gebouw of auto
11. Liegt veel
12. Heeft zonder direct contact met het slachtoffer iets gestolen
13. Blijft vaak, ondanks verbod van ouders, 's nachts van huis weg
14. Is minstens tweemaal van huis weggelopen en 's nachts weggebleven
15. Spijbelt vaak
4.1.2: ANTISOCIALE PERSOONLIJKHEIDSSTOORNIS
Antisocial Personality Disorder (ASPD): een omvattend en blijvend patroon van veronachtzaming en
schending van de rechten van anderen. Het komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. De stoornis kan
worden gediagnosticeerd als er sprake is van drie of meer van de volgende gedragingen:
1. De persoon conformeert zich niet aan in het Wetboek van Strafrecht neergelegde normen, hetgeen
blijkt uit het verrichten van handelingen die tot arrestatie kunnen leiden
2. De persoon maakt zich schuldig aan misleiding, wat zich uit in herhaaldelijk liegen, gebruik van
aliassen of het oplichten van anderen voor persoonlijk voordeel of plezier
3. De persoon is impulsief en maakt geen plannen voor de toekomst
4. De persoon is snel geïrriteerd en agressief, wat zich uit in het regelmatig vertonen van fysiek geweld
5. De persoon is roekeloos en veronachtzaamt de veiligheid van zichzelf en anderen
6. De persoon toont zich doorlopend onverantwoordelijk, wat zich uit in aanhoudend onvermogen om
stabiel werkgedrag te vertonen of financiële verplichtingen na te komen
7. De persoon toont geen berouw of spijt en is onverschillig als hij anderen heeft geschaad, verwond of
mishandeld of iets van hen heeft gestolen
,Criteria DSM-4
Minimaal 18 jaar
Stoornis is begonnen voor het 16e levensjaar
Het antisociale gedrag treedt niet uitsluitend op als onderdeel van een aanval van schizofrenie of
tijdens een manische periode.
4.1.3: EXTERNALISEREND/INTERNALISEREND GEDRAG
Het onderscheid wordt gemeten aan de hand van de ‘Child Behavior Checklist’: een gestandaardiseerde
vragenlijst waarbij wordt gevraagd naar de emotionele en gedragstoestanden van een kind in de afgelopen 2
of 6 maanden.
CBCL voor 4 – 18-jarigen
Internaliserende problematiek Externaliserende problematiek
Teruggetrokken Grensoverschrijdend gedrag
Lichamelijke klachten Agressief gedrag
Angstig/depressief gedrag
4.1.4: AGRESSIE
Agressie: gedrag dat beoogt iemand schade te berokkenen (intention to harm).
Reactieve agressie: in reactie op een bedreiging of belediging. Deze vorm wordt gemotiveerd door
gevoelend van angst, woede of jaloezie.
o Binnen de psychologie: frustratie agressie
o Binnen de criminologie: rode agressie
Proactieve agressie: berekenend van aard en worden relatief koelbloedig uitgevoerd. Denk hierbij
aan voetbalhooligans die uit zijn op een confrontatie met de andere sides.
o Binnen de psychologie: spontane agressie
o Binnen de criminologie: witte agressie/instrumenteel geweld
Soms kan een agressieve reactie verontschuldigbaar verklaard worden door een rechter, er wordt dan geen of
een milde straf toegerekend.
Crime passionel: een doodslag gepleegd door iemand die zijn partner betrapt op overspel. Hier
worden doorgaans milde straffen opgelegd.
o Uitzondering: moord. Dan is het met voorbedachten rade.
BOX 4.1: EEN PREDISPOSITIE TOT AGRESSIE?
Agressie behoort tot het vaste repertoire van mensen. Agressie is een manier om anderen te manipuleren of
te misbruiken en voordelen te verkrijgen ten bate van zichzelf. Dit gedrag heeft mensen geholpen te overleven
en is overgebracht aan kinderen. Wij kennen een breed scala aan dreiggebaren en geluiden waardoor
conflicten kunnen worden opgelost zonder dat er geweld hoeft te worden gebruikt.
PARAGRAAF 2: PERSOONLIJKHEID EN ANTISOCIAAL GEDRAG
Risicofactoren die extra nadruk verdienen omdat zij het belangrijkst zijn voor de aanvang van antisociaal
gedrag vanaf de kindertijd
Impulsiviteit (4.2.3)
Lage (verbale) intelligentie (4.2.6)
ADHD (4.2.7)
Zelfcontrole (2.4.8)
, 4.2.1: INLEIDING
In de volgende paragrafen wordt een overzicht gegeven van de psychologische literatuur inzake de relaties
tussen persoonlijkheid enerzijds en antisociaal, agressief of crimineel gedrag anderzijds.
In de persoonlijkheidspsychologie wordt de nadruk gelegd op typen van mensen zoals die op grond van hun
gedragingen kunnen worden onderscheiden. De moderne theorieën gaan uit van een model dat een aantal
dimensies postuleert waarop individuen kunnen worden geplaatst. De positie die iemand inneemt op een
specifieke dimensie is afhankelijk van genetische invloeden en/of ervaringen in de vroege jeugd.
Kenmerken persoonlijkheidsdimensies
Stabiel door de tijd heen
Voorspellen gedrag in verschillende situaties (cross-situational consistency)
4.2.2: TYPOLOGIEËN VAN PERSOONLIJKHEID
Nadruk op:
Spanningsbehoeftemodel van Zuckerman
Barratt's schaal voor impulsiviteit
Big Five-model
Voor de bepaling van de persoonlijkheid wordt gebruikgemaakt van vragenlijsten met behulp waarvan het
individu zichzelf kan beschrijven.
Bezwaren: beperkte geldigheid en niet altijd betrouwbaar door sociaal wenselijke antwoorden
Oplossing: meerdere keren afnemen van vragenlijst
Alternatieve methoden:
o Directe gedragswaarneming in testsituaties
o Meten van eigenschappen die minder gemakkelijk kunnen worden beïnvloed
o Naasten worden gevraagd om de zelfrapportage te checken
4.2.3: SPANNINGSBEHOEFTE EN IMPULSIVITEIT – ZUCKERMAN & BARRAT
Spanningsbehoefte: het zoeken van nieuwe, gevarieerde, complexe en intense sensaties en ervaringen en de
bereidheid om daarvoor risico te nemen. Hiervoor wordt de Sensation Seeking Scale gebruikt.
Kenmerken van spanningsbehoeften
Risicobereidheid: neiging om activiteiten te ondernemen die een fysiek gevaar met zich meebrengen
o Thrill and adventure seeking
o Verhoogt de kans op crimineel gedrag
Ervaringsgerichtheid: neiging tot een onconventionele manier van leven, waarbij men gericht is op
het opdoen van ervaringen
o Experience seeking
Behoefte aan verandering: behoefte aan een voortdurende afwisseling zowel qua omgeving als in
contacten met mensen
o Boredom susceptibility
Ontremming: behoefte om zich in sociale situaties uit te leven door onder meer het drinken van
alcohol
o Disinhibition
o Verhoogt de kans op crimineel gedrag
Delinquenten blijken hier hoger op te scoren. De verklaring hiervoor is dat veel, met name jonge, delinquenten
zich sneller vervelen.