1
Hoorcolleges Personen- & Familierecht
HC – 01: Inleiding 6-1-2020
Personenrecht: regels betreffende de rechtspositie van natuurlijke personen:
- Begin/Einde van de natuurlijke persoonlijkheid.
- Naam, woonplaats, burgerlijke stand.
- Meerder- en minderjarigheid; handelings(on)bekwaamheid, vertegenwoordiging.
- Curatele, mentorschap, beschermingsbewind; enz.
Familierecht: juridische relaties die voortvloeien uit samenlevingsvormen en afstamming:
- Huwelijk en geregistreerd partnerschap.
- Vermogensrechtelijke gevolgen daarvan.
- Afstamming en adoptie.
- Relatie tussen ouders en kinderen (gezag, verdeling van zorg- en opvoedingstaken, omgang, etc.).
Bronnen van personen- en familierecht:
Nationale bronnen:
- Personen- en familierecht: Boek 1 BW.
- Erfrecht: Boek 4 BW.
- Familieprocesrecht, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
- Bijzondere wetten, b.v.:
- De Jeugdwet
- Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting
Internationale bronnen:
- Int. verdragen:
- Europees Verdrag inzake Rechten van de Mens en Fundamentele Vrijheden EVRM (1950)
Raad van Eu (47 landen):
Art. 8: Recht op bescherming van het gezins- en familieleven: een ieder beschermd tegen
inmenging van de staat, niet zomaar beslissingen over jouw familie/gezin. Alleen voor zover
bij wet voorzien en noodzakelijk zijn in democratische samenleving.
Art. 12: Recht om te trouwen en een gezin te stichten.
Art. 14: Verbod van discriminatie: mag niet zo zijn dat 1 wel recht heeft om te trouwen en
ander niet bv.
Marckx arrest 1979 (Paula Marckx tegen België EHRM): Kind, niet getrouwd, maar moest kind
erkennen (moest handeling verrichten om moeder te worden) omdat ze niet getrouwd was. Als kind
aangeven: kind niet meteen familie van haar ouders, wel zo als ze getrouwd was geweest → art. 8 &
14: discriminatie. Binnen huwelijk geboren, family life wel beschermd, buiten huwelijk, niet
beschermd.
- Dynamische interpretatie van het EVRM in licht van de huidige omst.
- Positieve verplichting van de lidstaten om de uitoefening van de onder het verdrag vallende rechten
te waarborgen.
- ‘Whole code of family law’.
Johnston arrest 1968 (Johnston tegen Ierland EHRM): Getrouwd, 2 kinderen met vrouw, wilde uit
elkaar, geen ruzie, gewoon vrienden. Uit elkaar, Johnston met andere vrouw kind en wilde trouwen
met nieuwe partner. Moest scheiden met oude partner: kon niet in 1968 in Ierland scheiden. Door
met nieuwe partner te trouwen: kind status van wettig kind.
- Moet je als persoon een recht hebben op echtscheiding in het land waar je woont?
- Moeten kinderen van gehuwde en ongehuwde kinderen gelijke rechten hebben? (In Marckx arrest
ook al).
, 2
- Marge van appreciatie: Landen nog beetje vrijheid om beleidsvrijheid te hebben (morele vrijheden
in familierecht/gezondheidsrecht): bij staat zelf (zoals persoon recht op echtscheiding).
- Terughoudende opstelling van Hof m.b.t. de erkenning van het recht tot echtscheiding.
Art. 8 EVRM: Gezins- en familieleven bestaat tussen:
- Echtgenoten/geregistreerde partners
- Moeder en kind
- Gehuwde ouders en hun kinderen
- Tussen het met behulp van KI verwekte kind en een instemmende lesbische of transseksuele
partner van de moeder
- De vader en het buitenhuwelijks geboren kind, mits:
o vaste relatie tussen de vader en de moeder of
o contacten tussen de vader en het kind
o intentie van de vader om familieleven te vestigen
- Heteroseksuele ongehuwde samenwoners
- Homoseksuele ongehuwde samenwoners
- Tussen andere familieleden mits feitelijk contact
- Internationaal Verdrag inzake de rechten van het Kind IVRK (1990) – VN: alle beslissingen
die kinderen aangaan of betreffen, hun belangen spelen grote rol → rechter moet hier altijd
naar kijken.
- Adoptieverdrag (2008) – Haagse Conferentie: Grensoverschrijdende familiekwesties.
- Wetgeving van de EU.
- Rechtspraak van het EHRM in Straatsburg (Raad v. Europa); & EU Hof v. Justitie in
Luxemburg (EU).
Het huwelijk en geregistreerd partnerschap:
Huwelijk: door de wet geregelde duurzame levensgemeenschap van 2 (natuurlijke) personen
(Asser/de Boer).
Openstelling huwelijk voor personen van gelijk geslacht: NL 2001 (1e). Niet meer echt voor het leven.
Vereisten voor aangaan van het huwelijk:
- Inwendige (materiële vereisten): afwezigheid van huwelijksbeletselen (afd. 1, titel 5, boek 1).
- Absolute (volstrekte) vereisten: persoon kan met geen enkele persoon een huwelijk sluiten
(art. 1:31-1:39 en 1:42).
- Leeftijd van 18 jaar (1:31). Wet tegengaan huwelijksdwang: 5 december 2015
minderjarigen helemaal geen huwelijk sluiten.
- Geen zodanige stoornis van geestvermogens waardoor een partij niet in staat is om
zijn wil te bepalen of de betekenis van zijn verklaring te begrijpen (1:32).
- Monogamie: geen gelijktijdig ander huwelijk of geregistreerd partnerschap
(1:33/1:42).
- Relatieve (betrekkelijke) vereisten: een persoon kan slechts met een bepaalde persoon
geen huwelijk sluiten (1:41).
- Verbod van huwelijk tussen bloedverwanten in rechte lijn, broeders en zusters
(1:41, lid 1).
- Broeders en zusters door adoptie kunnen ontheffing vragen (lid 2).
- Wet tegengaan huwelijksdwang – bloedverwanten in 3e (ooms/tantes) en 4e
(neven/nichten) graad mogen geen huwelijk sluiten, tenzij de aanstaande
echtgenoten bij ambtenaar BS een beëdigde verklaring hebben afgelegd, inhoudende
, 3
dat zij hun vrije toestemming tot het huwelijk geven (1:41a). (Sinds 2015, want
daarvoor veel gedwongen huwelijken).
Personen onder curatele: toestemmingen nodig.
- Wegens drugs- of drankmisbruik: curator vervangende toestemming van de kantonrechter (1:37).
- Wegens lichamelijke of geestelijke toestand: kantonrechter (1:38) beroep op de rechtbank (1:39).
- Uitwendige vereisten: vormvoorschriften (afd. 2, titel 5).
- Kenbaar maken van het voornemen om in huwelijk te treden bij ambtenaar BS van de
woonplaats van 1 der partijen (1:44 lid 1): - In persoon – Schriftelijk – Via elektronische weg.
Overlegging van bescheiden: art. 1:44 (zie slide 24).
Voltrekking van het huwelijk:
- Voltrekking geschiedt door partijen ten overstaan van de ambtenaar BS.
- Partijen verklaren elkaar tot echtgenoot aan te nemen (de ‘ja’ woorden) en dat ze trouw alle
echtelijke plichten zullen vervullen.
- Ambtenaar van de burgerlijke stand verklaart hen in de echt te zijn verbonden en maakt daarvan
een akte op.
Formaliteiten:
- 2 weken wachttijd.
- 2-4 getuigen.
- In gemeentehuis of bijzonder huis (toestemming van gemeente kun je ook ergens anders trouwen,
wel in eigen gemeente waar je woont).
- Persoonlijke aanwezigheid van de echtgenoten.
- Per volmacht (hoogst uitzonderlijk).
Burgerlijk en kerkelijk huwelijk: Burgerlijk huwelijk moet altijd vooraf gaan aan kerkelijk huwelijk.
- Wet beschouwt huwelijk alleen in zijn burgerlijk betrekkingen (1:30, lid 2).
- Religieus huwelijk heeft geen rechtsgevolgen.
- Godsdienstige plechtigheden vóór de sluiting van het huwelijk zijn strafbaar (1:68 BW, 449 Sr).
Geregistreerd partnerschap:
- Open voor paren van verschillend en gelijk geslacht.
- Geen naaste bloedverwanten.
- Een nieuwe burgerlijke staat.
- Afstammingsrechtelijke consequenties gelijk aan het huwelijk.
- Buitengerechtelijke ontbinding op gemeenschappelijk verzoek (mits geen gezag over
kinderen). VERSCHIL MET HUWELIJK!
- Vroeger: soort voorbode van openstelling huwelijk voor paren gelijk geslacht een paar jaar
later. Dit had juridisch geen consequenties als het paar kinderen krijg bij GP → nu gevolgen
hetzelfde als bij huwelijk.
Wet van 5 juli 1997: werking 1 januari 1998
, 4
Omzetting GP in huwelijk:
- Wijze: d.m.v. een akte van de ambtenaar BS op verzoek van de echtgenoten (allebei aanwezig).
- Gevolg: ontbinding van het GP.
- Omzetting huwelijk in GP 1 maart 2009 afgeschaft.
Beëindiging van het huwelijk en GP:
Beëindigen huwelijk: art. 1:149 BW:
- Overlijden
- Ontbinding door de rechter: echtscheiding: eenzijdig of meerzijdig.
Echtscheidingsgrond: Duurzame ontwrichting van het huwelijk (1:151 BW). Sinds 1971.
Objectief constateerbare toestand:
- Voortzetting van de samenleving is ondragelijk geworden.
- Geen uitzicht op herstel van behoorlijk echtelijke verhouding (M.v.T). Langdurig.
Gezamenlijk verzoek: 1:154:
Bewijs volledig gesubjectiveerd:
- Onweerlegbaar vermoeden van ontwrichting: Echtscheiding wordt uitgesproken indien het verzoek
is gegrond in het oordeel van beide echtgenoten dat het huwelijk duurzaam is ontwricht (1:154).
- Rechter mag niet ambtshalve een onderzoek instellen.
Eenzijdig verzoek: 1:151:
Grond: duurzame ontwrichting.
- Verzoekende partij moet ontwrichting stellen en, indien betwist, bewijzen.
- Bewijskracht van bepaalde feiten.
- ‘Als de ene echtgenoot onder aanvoering van gronden stelt men blijft stellen dat hij, hoe dan ook,
met de andere echtgenoot niet meer kan samenleven, moet dit door de rechter worden opgevat als
een zeer ernstige aanwijzing dat de toestand van duurzame ontwrichting inderdaad bestaat (TK
1970/71, HR 6 december 1996)
Afwikkeling van gevolgen: echtscheiding van de paren zonder gezag over kinderen:
Gemeenschappelijk en eenzijdig verzoek: partijen mogen convenant sluiten of nevenvoorziening
vragen, maar is niet verplicht.
Met kinderen: Verplicht ouderschapsplan:
- Bij echtscheiding op eenzijdig/gemeenschappelijk verzoek, mits:
- Echtgenoten/geregistreerde partners over gezamenlijke kinderen al dat niet gezamenlijk
gezag uitoefenen.
- Ingevolge art. 253sa/253t gezamenlijk gezag over kinderen uitoefenen (815 Rv lid 2).