Petra Sijpesteijn
Geschiedenis van het Midden-Oosten tot 1500
tentamen voorbereiding
Week 1: Arabië tussen de Byzantijnen en Sassanieden
Arabia
n Penin
sula
De twee supermachten voor het Islamitische rijk waren de Byzantijnen in het
Byzantijnse rijk (als opvolger Romeinse rijk) en de Sassanieden in het Sassanidische
rijk. Het Byzantijnse rijk bevatte grote invloeden van Alexander de Grote waardoor er
een combinatie van Grieks en inheemse culturen was. Steden als Alexandria en
Antiochië waren de dominante economische en culturele centrums en Grieks was de
voornaamste taal gesproken in het rijk. De Griekse cultuur bleef superieur ondanks de
overname van het Romeinse Rijk in de regio, en veranderde pas met de veroveringen
van de Arabieren in de 6e eeuw. De vestiging van Constantinopel wordt vaak gezien als
het begin van het Byzantijnse rijk. Voor agriculturele redenen waren Syrië en Egypte de
belangrijkste regio’s van het rijk, zowel als de kust. De kleinere religies binnen het rijk
(e.g. Nestorianisme en Miafysitisme) werden onderdrukt door de Orthodoxe kerk.
Gedurende de 6e eeuw was het rijk op een hoogtepunt van invloed maar dit
veranderde door, onder andere, conflict met het Iraanse Sassanidische rijk. Zij
verdienden veel geld en invloed door hun agricultuur en handel. De dominante religie in
1
,dit rijk was Zoroastrisme, maar ook Jodendom was veel te vinden. Er was meer
culturele verdeeldheid in het Sassanidische rijk, waardoor ze worstelden om stabiliteit
te verkrijgen. Door diplomatieke en militaire oorlogvoering, zowel als de pest,
tussen de twee rijken waren beide machten waren hierna volledig uitgeput en hadden
grote economische schade, waardoor ze de Arabische stammen (Ghassanieden en
Lakhmieden) niet meer konden betalen voor hun bescherming. Hierdoor ontstond de
mogelijkheid voor de opkomst van de Arabieren.
Ghassanieden – Christelijk Arabische stam, gevestigd in militair kamp in Rasafa (noord
Syrië), beschermden de grenzen tegen de Sassanidische Christelijk Arabische stam -
de Lakhmieden. Zij voerden administratieve en bestuurlijke taken uit (e.g. tollen innen)
en waren gesetteld in de grote steden. Arabieren waren dus al onderdeel van de late
Oudheid en speelde later ook een belangrijke rol met de kennis van administratieve
zaken en kennis over strijd/vechten.
Het Arabische Schiereiland lag tussen de twee rijken in — “Arabië aan de rijken
verbonden.” Zowel de Byzantijnen als de Sassanieden zagen de Arabieren niet als
grote bedreiging, en maakte juist gebruik van de regio in verband met de strategische
positie (o.a. voor proxy-oorlogen). Er was een grote variatie aan klimaten en
topografie in de regio waardoor er ook een variatie was van bestaansmiddelen. Een
van de belangrijke steden was Petra - gesticht door het Arabisch-sprekend volk de
Nabateërs. Stammen waren van groot belang in deze samenleving, voor het
beschermen van de mensen en eigendom, zowel als voor economische redenen. Voor
het grootste gedeelte waren de mensen volgers van vele traditionele stammen
goden, alhoewel er ook veel Christenen en Joden woonden, voornamelijk in het
noord-westen, zuiden en in de Hijaz - hier woonden weinig echte ‘heidenen’ (veel-
goden aanbidders). Gedurende de 6e eeuw onderging Arabië grootse economische en
migratie veranderingen waardoor er in de 7e eeuw plek was voor de opkomst van de
religieus-sociale verandering vanuit Mekka (liggend in de Hijaz).
“Het wonder van de Arabische veroveringen” is dat het onverwachts was dat de
grootste Arabische rijken ontstonden en bleven heersen voor een langere periode van
tijd. Alhoewel er veel invloeden te zien waren van de Perzen en Byzantijnen, creëerden
de Arabieren in deze regio ook veel eigen.
Mogelijke tentamenvragen:
Was het Arabisch schiereiland een woestijn zonder beschaving?
2
, Nee, want zij hadden voor deze tijd ook al (bestuurlijke) tradities, schrift en andere
elementen die wijzen op een staat/beschaving. Ook hadden ze een paar kleine steden,
maar geen stadsplanning. Er wordt vaak gezegd dat ze alles hebben moeten
overnemen van Byzantijnen en Sassanieden, maar in de werkelijkheid was de regio
gewoon onderdeel van de wereld eromheen met staten en bestuur.
Welke omstandigheden maakten Arabische expansie mogelijk?
• Machtsvacuüm (wanneer macht wegvalt) in het de regio door conflict tussen
Byzantijnen en Sassanieden, locale conflicten en andere natuurlijke factoren zoals de
pest.
• Ontwikkeling Arabische identiteit met Mohammad als rolmodel
• Integratie en bekendheid met rijken rondom
Wat is de Byzantijnse en Sassanidische erfenis voor de Islam?
• Stedelijke culturen
• Bureaucratische infrastructuur
• Monotheïstisch tradities van christendom, jodendom, en zoroastrisme
Sassanidisch + Byzantijns + Arabisch = niet perse ‘islamitisch’ maar wel iets anders —
iets nieuws: nieuw + oud (continuïteit en verandering)
Technieken en werklieden bleven hetzelfde werken
Geen islamitische materiële cultuur, maar een eigen materieel cultuur
Een moskee is geen kerk of paleis
Eigen doeleinden voor bepaalde dingen zoals woestijnkastelen
Werd Arabisch gesproken, maar ook andere locale talen bleven gebruikt worden
Primaire bronnen:
Pre-Islamitische inscripties geven informatie over het Arabisch Schiereiland zelf en de
rol die het speelde in de regio, ofwel de context waarin Islam ontstond en groeide:
Monotheïsme; geletterdheid; contacten en verspreiding Arabische stammen; Arabische
identiteit
Voorbeeld van continuïteit en verandering: In Damascus stond initieel als tempel,
daarna een kerk (aan Johannes gewijd), en daarna werd de moskee van Damascus
gebouwd in Byzantijnse stijl (want gebouwd door Byzantijnse werklieden).
3