100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Praktische ontwikkelingspsychologie €8,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Praktische ontwikkelingspsychologie

 6 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting van alle hoofdstukken.

Voorbeeld 4 van de 52  pagina's

  • 12 januari 2022
  • 52
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (4)
avatar-seller
romyromijn
Praktische ontwikkelingspsychologie voor sociaal werk
Blok 3 Semester 1


Paragraaf 1.1

Ieder mens is uniek en volgt zijn eigen ontwikkelingspad, dat wordt bepaald door een aantal factoren:
- tijdsbeeld
- zelfontplooiing
- cultuur
- maatschappij
- individuele ervaringen

Ondanks dat iedereen zijn eigen ontwikkelingspad volgt, mensen mensen ook veel met elkaar
gemeen. Mensen doorlopen in grote lijnen dezelfde ontwikkeling.
- lopen, praten, tellen, schrijven, lezen en logisch nadenken.
Ook komen we allemaal in bepaalde levensfase terecht.
- afhankelijke baby-> volwassen adolescent met eigen identiteit. Je bent volwassen bent
waarschijnlijk aan het werk en misschien heb je kinderen en daarna ga je met pensioen.

De mens volgt dus hun eigen ontwikkelingspad, maar delen in grote lijnen dezelfde ontwikkeling.

Het inzicht krijgen van van deze algemene menselijke ontwikkelingslijn en welke factoren invloed
kunnen hebben op de ontwikkeling heet: ontwikkelingspsychologie
- De studie naar patronen van groei, verandering en stabiliteit gedurende het hele leven. ‘Van
conceptie naar de dood”.
Er wordt gekeken naar de manier waarop ons gedrag tijdens het leven veranderd
- zichtbare handelingen
- inwendige processen: hoe iemand de wereld waarneemt en interpreteert, nadenkt, fantaseert
en beredeneert.

manieren van bestuderen ontwikkelingspsychologie
- invloed van biologische eigenschappen
- cognitieve vermogen: verwerken van informatie
- sociale wereld; vanuit omgeving of fysieke groei
- universele ontwikkelingsprincipes
- invloed culturen en etnische verschillen
- inzicht 4 generaties.
Doel: dat hun onderzoeken en bevindingen leiden tot een beter leven van mensen.

Kennis over de normale levensloop en ontwikkeling geeft niet alleen inzicht wat je op een bepaald
moment van een persoon kan verwachten. ‘Een kind van 1 kan niet praten” Maar het bied ook
handvatten om afwijkingen in het ontwikkelingsproces te analyseren. Bijvoorbeeld een kind van 3
praat nog steeds niet.

paragraaf 1.3

Fase-indeling van je leven
- prenatale periode conceptie-geboorte
- baby 0-1
- dreumes 1-2

, - peuter 2-4
- kleuter 4-6
- basisschoolkind 6-10
- pubertijd 10-14
- adolescentie 14-22
- jongvolwassenheid 22-35
- middenvolwassenheid 35-55
- late volwassenheid 55-65
- oudere 65+

Deze fase-indeling is een poging tot de werkelijkheid. Bij sommige begint de puberteit eindigt bij de
ene eerder dan bij de ander. Deze grens is heeft te maken de snelheid de biologische veranderingen.
je kan qua leeftijd in een bepaalde fase vallen, maar qua ontwikkeling pas je beter in een andere.
Deze fase indeling is dan ook gebaseerd op het gemiddelde. Toch zijn er ook een paar fasen met een
duidelijke afbakening. De baby-tijd begint wanneer een kind geboren is en dat de kleutertijd eindigt
wanneer een kind de basisschool toetreed.

Sommige fasen zijn ook cultureel bepaald. Bijvoorbeeld de fase van adolescentie en
jongvolwassenheid. In sommige culturen hebben jongeren niet de vrijheid om te experimenteren met
de aspecten in de maatschappij, zoals een studie of een sportvereniging. Na hun kindertijd wordt
verwacht dat ze aan het werk gaan.

Niet alle gebeurtenissen gebeuren in dezelde levensfasen. Binnen de levensfase is er ook veel
variatie. Hoe ouder men wordt hoe meer variatie. Niet iedereen krijgt een burnout in hun
jongvolwassenheid, of heeft last van een midlifecrisis rond hun 50ste of krijgt kinderen in hun leven.
- Normatieve ontwikkeling: in de eerste jaren van je leven. De algemene veranderingen die
kinderen laten zien. Zo leren we allemaal lopen rond onze eerste levensjaar vanwege onze
motorische vooruitgang, Zo leren we controle krijgen over onze sluitspier en kunnen we
zindelijk worden. En door hun cognitieve vooruitgang leren kinderen zelf logisch nadenken.
Uiteraard bestaan er individuele verschillen: het ene kind zet zijn eerste stappen bij 11
maanden en de ander bij 14 maanden. Toch zijn deze veranderingen op jonge leeftijd het
gevolg van normatieve invloeden-> alle kinderen laten deze algemene veranderingen zien.
Dit patroon is eigenlijk de norm geworden waaraan de ontwikkeling van een kind kan worden
afgemeten.

Naarmate de leeftijd vordert, gaan de maatschappij, cultuur, en het tijdsbeeld waarin mensen leven
een grotere rol spelen. De omgevingsfactoren die van invloed zijn op de ontwikkeling gaan voor
variatie zorgen. In amerika wordt het velen vragen stellen gezien als leergierigheid, terwijl in
Nederland het gezien wordt als afhankelijkheid.

Naast omgevingsfactoren spelen ook individuele ervaringen een belangrijke rol in je ontwikkeling. Dit
zorgt voor een grote variatie die ontstaat tussen mensen. Bijvoorbeeld een ontmoeting met iemand
die veel indruk op je heeft gemaakt of een ernstig auto ongeluk. Dit laat zien dat, naarmate je ouder
wordt het lastiger is om algemene patronen te trekken. Je maakt meer gebeurtenissen mee en wordt
je steeds sneller beïnvloed door je omgeving. Dit zorgt ervoor dat je levensloop veel kan veranderen
tenopzichte van de anderen.

Het is niet mogelijk alle veranderingen te verklaren, omdat het niet bij te houden is om veranderingen
te onderzoeken. Je wordt op ieder moment beïnvloed door je omgeving. je kan deze factoren dus niet
isoleren. Daarom zijn er een paar belangrijke ontwikkelingsthema’s vastgelegd die zich van elkaar
onderscheiden. Blz 21- ontwikkelingsthema’s

,Ontwikkelingskenmerken- de basisprincipes
- cumulatief proces
vaardigheden en ervaringen bouwen op elkaar voort. Iedere nieuwe fase in de ontwikkeling
bevat dus alle vaardigheden en kennis uit de vorige fase. Ze verdwijnen niet maar vormen en
basis.
- differentiatie proces
specifieke vaardigheden ontstaan vanuit meer algemene vermogens. baby’s hebben een
aangeboren grijpreflex; hierdoor is het voor hun mogelijk op latere leeftijd te kunnen schrijven.
- een ontwikkeling loopt georganiseerd
de ontwikkeling verloopt in een vaste en logische volgorde en onder normale
omstandigheden onomkeerbaar. Je leert niet eerst lopen en daarna pas kruipen. Dit sluit aan
bij de manier waarop je cognitieve vermogens rijpen. Het verwerken van informatie en het
doordenken.
- ontwikkeling is holistisch
alle aspecten van een persoon veranderen samen en integreren. Een jonge baby kan niet iets
zien en gelijk er naar toe grijpen. Er is namelijk nog geen coördinatie tussen kijken en grijpen.
Langzaam gaan deze twee mogelijkheden samenwerken en ontstaat er een georganiseerde
sensomotoriek.

Ontwikkelingsverloop theorie
● continu proces; je ontwikkeling is continu bezig. Als persoon verander je voortdurend. De
ontwikkeling van een persoon verloopt dus geleidelijk. Zonder snelle of abrupte
veranderingen.

- Het gaat hierbij om kwantitatieve veranderingen: nieuwe vaardigheden vloeien voort uit
bestaande vaardigheden. Een persoon krijgt hierdoor steeds meer mogelijkheden.
Verschillende ontwikkelingsgebieden ontwikkelen zich niet synchroon.

- Wanneer iemand leert fietsen zal niet opeens sociaal anders gedragen. Verder is er een heel
proces voorafgaand dat een vaardigheid tot volledige ontplooiing is gekomen. De
vaardigheden zijn er niet opeens. Er is dan sprake van de kwalitatieve veranderingen: elke
fase levert nieuw gedrag op, dat (kan) verschillen van het gedrag uit de vorige fase.

● discontinu proces: de ontwikkeling verloopt in aparte stappen, waarbij personen zichtbare
sprongetjes maken in hun ontwikkeling.

- stadia-theorieën: verschillende fases en perioden worden onderscheiden waar een mens
doorheen gaat. Binnen een stadium leert een persoon een aantal vaardigheden en komt hij
tot een periode van stabiliteit totdat het volgende stadia zich aanbiedt.

De meeste onderzoekers denken dat veranderingen continu en discontinu naast elkaar staan en er
dus sprake is van kwalitatieve en kwantitatieve veranderingen. In het leven zijn er namelijk
veranderingen die geleidelijk verlopen en veranderingen die snel en abrupt plaats vinden.

Gevoelige perioden:
De ontwikkeling kent ook gevoelige perioden, hiermee wordt een specifiek moment tijdens de
ontwikkeling aangeduid waarin de ontwikkeling versneld en er een verhoogde gevoeligheid bestaat
voor prikkels van de omgeving. Als bepaald gedrag of specifieke vaardigheden gedurende deze
perioden niet worden aangeleerd, bestaat de kans dat volledig potentieel nooit bereikt wordt.
Bijvoorbeeld met taal. In het eerste levensjaar is een kind heel gevoelig voor die taal die hij om zich
heen hoort, waardoor hij uiteindelijk de taal eigen kan maken. Als een kind in het eerste levensjaren
weinig tot geen contact heeft met de taal, kan hij een taalachterstand oplopen. Bij sommige

, ervaringen is het super belangrijk op om specifieke momenten te leren. Gevoelige perioden geven
goed weer hoe belangrijk je omgeving is voor den ontwikkeling van je kind, kan achterstanden
voorkomen. Andersom kan het ook. De aanwezigheid van een bepaalde stimuli tijdens een
specifieke perioden kan een abnormale ontwikkeling tot gevolg. Op latere termijn kunnen mensen nog
steeds hun achterstanden inhalen of vaardigheden verwerven, ook al dachten ze vroeger van niet.

Nature vs nurture effect
- in hoeverre erfelijke eigenschappen en omgevingsinvloeden het gedrag van mensen bepaalt.
Nature: erfelijke eigenschappen, karakteristieken, capiciteiten en vermogens die mensen erven van
hun ouders. Kleur van je ogen of genetische gevoeligheid
Nurture: alle ervaringen die een persoon opdoet in zijn leven en de kwaliteit van de sociale en de
fysieke omgeving waarin hij verkeerd. Bijvoorbeeld de opvoeding of invloed klasgenoten of
drugsgebruik op een ongeboren kind.
Deze twee zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Zo bepaald de lengte van je ouders ongeveer
hoelang jij zal worden (nature), maar wanneer je wordt verwaarloost kan je groei achterblijven
(nurture). Het gaat erom in welke maten nature en nurture hun invloed laten gelden. De ene keer zal
de eigenschappen meer een nature aanleg hebben en de andere keer vooral een nurture aanleg.

Prikkels
Een kind die heel sportief is aangelegd, muzikaal, intelligent of handig lijken gevoeliger voor de
prikkels die hun talent voeden. Hierdoor zijn deze jongeren ook profijt van een talent gunstige
omgeving en zullen prikkels eerder zelf opzoeken, uitlokken en creëren. Een intelligent kind stelt veel
meer vragen over hoe de wereld in elkaar zit dan een normaal kind, hierdoor voedt hij zijn intelligentie

Als je wil kijken naar oplossingen moet je ook kijken naar de oorzaken. Wanneer iemand intelligentie
niet heel hoog is, kan dit twee redenen hebben. Het heeft te maken met de erfelijke factoren of de
omgevingsfactoren. Wanneer je ervan uitgaat dat intelligentie erfelijk is dan staat dit vast en kan je
hier niks meer aandoen. Wanneer je denkt dat intelligentie een gevolg is van omgevingsinvloeden
dan zou je een kind kunnen stimuleren door het helpen van ouders, extra onderwijs, zoeken van een
goede opleiding, waardoor de intelligentie van iemand kan stijgen.

Hoofdstuk 2, ontwikkelingstheorieën.

2.1, Sigmund Freud.

Oostenrijker Sigmund Freud (1856-1939) is de grondlegger van psychoanalyse, een psychologische
stroming die vooral geïnteresseerd is in de innerlijke belevingswereld, zoals gevoelens, impulsen en
fantasieën.
Freud studeerde geneeskunde en deed onderzoek binnen het vakgebied van neurologie. Freud
stelde dat de persoonlijkheid zich gedurende de kindertijd vormt en volgens hem doorlopen kinderen
dan ook een aantal fasen die vormend zijn voor hun persoonlijkheid en hun toekomstige gedrag.
Psychoseksuele ontwikkelingstheorie.
Freud onderscheidde hier 5 fasen die kinderen doorlopen:
- De orale fase, vangt aan zodra een kind geboren is en duurt tot ong 21 maanden. In deze
fase is het kind vooral geïnteresseerd in orale bevrediging. Denk hierbij aan zuigen, eten,
lippen bewegen. Het kind wordt geleid door lust, heeft enkel oog voor directe
behoeftebevrediging en er is nog geen sprake van een zelfbewustzijn.
- De anale fase, start na 21 maanden en duurt tot een jaar of 3. Het kind is geïnteresseerd in
anale bevrediging en zoekt dit op door zijn ontlasting op te houden, dan wel te laten gaan.
Daarbij raakt het kind in conflict door de eisen vanuit de omgeving en het al dan niet toelaten
en bevredigen van de eigen behoeften.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper romyromijn. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52928 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€8,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd