WEEK 5: JEUGDBESCHERMING VERDIEPING ................................................................................................... 2
HOORCOLLEGE .................................................................................................................................................... 2
DEEL 1: GRONDSLAGEN VAN JEUGDBESCHERMING ....................................................................................... 2
DEEL 2: GESLOTEN JEUGDHULP ...................................................................................................................... 4
KENNISLCIP ....................................................................................................................................................... 10
SYSTEEM VAN JEUGDHULP ........................................................................................................................... 10
LITERATUUR ...................................................................................................................................................... 12
I. WEIJERS: PARENS PATRIAE EN PRUDENTIE: GRONDSLAGEN VAN JEUGDBESCHERMING ......................... 12
I. WEIJERS: ROTJEUGD. EEN PEDAGOGISCH PERSPECTIEF OP STRAFFEN EN BESCHERMEN ........................ 14
R. DE BOER & M.R. BRUNING: EERSTE EVALUATIE JEUGDWET VANUIT JURIDISCH PERSPECTIEF ............... 16
M.R. BRUNING e.a.: JEUGDRECHT EN JEUGDHULP....................................................................................... 18
M.P. DE JONG-DE KRUIJF: GESLOTEN JEUGDHULP ZONDER KINDERBESCHERMINGSMAATREGEL: HET KIND
GOED AF? ...................................................................................................................................................... 21
M.P. DE JONG- DE KRUIJF: GESLOTEN JEUGDHULP VAAK LAATSTE REDMIDDEL ......................................... 22
EHRM 19 MEI 2016 MET NOOT DE JONG-DE KRUIJF .................................................................................... 24
WEEK 6: JEUGDSTRAF(PROCES)RECHT: VERDIEPING ..................................................................................... 26
HOORCOLLEGE .................................................................................................................................................. 26
DEEL 1: ADOLESCENTENSTRAFRECHT ........................................................................................................... 26
DEEL 2: VRIJHEIDSBENEMING ....................................................................................................................... 31
KENNISCLIP ....................................................................................................................................................... 36
VOG- EN DNA-REGELGEVING ........................................................................................................................ 36
LITERATUUR ...................................................................................................................................................... 37
JSR HS 9: NADELIGE GEVOLGEN VAN EEN STRAFRECHTELIJKE VEROORDELING: VOG- EN DNA-
REGELGEVING ............................................................................................................................................... 37
JSR HS 10: DE LEEFTIJDSGRENZEN ................................................................................................................ 42
JSR HS 11: JONGVOLWASSENEN EN JEUGDSTRAFRECHT ............................................................................. 43
JSR HS 20: DE JUSTITIËLE JEUGDINRICHTING ................................................................................................ 45
JSR HS 21: DE RECHTSPOSITIE VAN JEUGDIGEN IN JUSTITIËLE JEUGDINRICHTINGEN.................................. 50
VAN DER LAAN E.A.: EVALUATIE VAN HET ADOLESCENTENSTRAFRECHT .................................................... 59
J. UIT BEIJERSE: VRIJHEIDSBENEMING OP CIVIELRECHTELIJKE OF STRAFRECHTELIJKE TITEL: SAMEN,
GESCHEIDEN EN NU WEER SAMEN? ............................................................................................................. 62
Y.N. VAN DEN BRINK: VOORLOPIGE HECHTENIS VAN JEUGDIGEN IN NEDERLAND. EEN KINDER- EN
MENSENRECHTENPERSPECTIEF OP WET, PRAKTIJK EN RECENTE ONTWIKKELINGEN .................................. 63
WEEK 7: JEUGDRECHT: INTEGRATIE EN INTERNATIONAAL ............................................................................ 67
HOORCOLLEGE .................................................................................................................................................. 67
DEEL 1 RECHTSPOSITIE OUDERS EN KIND ..................................................................................................... 67
DEEL 2 INTERNATIONAAL PERSPECTIEF JEUGDSTRAFZITTING...................................................................... 74
LITERATUUR ...................................................................................................................................................... 77
JSR HS 13: DE RECHTSPOSITIE VAN DE JEUGDIGE VERDACHTE OP ZSM ....................................................... 77
JSR HS 16: DE PEDAGOGISCHE OPGAVEN VAN DE JEUGDSTRAFZITTING VANUIT KINDERRECHTERLIJK EN
GEDRAGSWETENSCHAPPELIJK PERSPECTIEF ................................................................................................ 79
JSR HS 17: DE VERDEDIGING VAN JONGEREN .............................................................................................. 82
JSR HS 18: HET VERHOOR VAN MINDERJARIGE VERDACHTEN ..................................................................... 85
JSR HS 19: OUDERS IN DE JEUGDSTRAFRECHTSPLEGING ............................................................................. 87
JSR HS 22: NEDERLAND IN EUROPA: DE JEUGDSTRAFPROCEDURE IN VERGELIJKEND PERSPECTEIF ........... 89
M.R. BRUNNING: KIND IN PROCES: VAN COMMUNICATIE NAAR EFFECTIEVE PARTICIPATIE ...................... 94
K.E. HEPPING EN E.P. SCHMIDT: RECHTSBIJSTAND VOOR OUDERS IN JEUGDBESCHERMINGSPROCEDURE IN
HET LICHT VAN EHRM-JURIDPRUDENTIE ...................................................................................................... 98
EHRM MOSER/OOSTENRIJK .......................................................................................................................... 99
1
, WEEK 5: JEUGDBESCHERMING VERDIEPING
HOORCOLLEGE
DEEL 1: GRONDSLAGEN VAN JEUGDBESCHERMING
PARENS PATRIAE EN PRUDENTIE: GRONDSLAGEN VAN JEUGDBESCHERMING
• Schadebeginsel als uitgangspunt
• Overheid als parens patriae (Staat als opvoeder): 'Niet als gids voor goed ouderschap, maar
achtervang in noodgevallen'
o Heel terughoudend in zijn
• Perfectionisme
• Preventionisme
• Hoe komen deze twee elementen terug in de zaak van Laura Dekker (zeilmeisje)?
CRITERIA VOOR OVERHEIDSINGRIJPEN IN HET GEZINSLEVEN
• Belang van het kind
o Onderzoek
§ De onderzoeksinstantie als je richting OTS gaat is RvK
§ Mogen best veel, maar niet zoveel als de politie natuurlijk (niet tappen,
huiszoekingen, etc.)
§ Goede diagnostiek is noodzakelijk, wat kan bijdragen aan de oplossing van het
probleem
o Concretisering bedreiging
o Helder doel ingrijpen
o Inschatting effect op kind
• Dreiging ernstige schade
o In principe casuïstisch,
o Tenzij… hard bewijs, dan categorisch
• Ultimum remedium
o Alles geprobeerd in vrijwillig kader
o Minst ingrijpende ingreep
o Risico is dat eerst een interventie wordt begonnen die misschien niet helemaal passend is,
beetje te licht en ouders en kinderen doen negatieve ervaring op omdat het probleem niet is
opgelost (dit maakt dat goede diagnostiek noodzakelijk is)
• Geen perfectionisme
o Terughoudend t.a.v. waardeoordelen
o Doortastend t.a.v. misstanden
VERTALING NAAR NEDERLANDSE WET
• De OTS
o Ernstige ontwikkelingsbedreiging
§ Match tussen wat kind nodig heeft en wat ouders kunnen leveren moet passend zijn
o Hulp wordt niet of onvoldoende geaccepteerd
o Aanvaardbare termijn
• De OTS met UHP
o Bovenstaand +
o Noodzakelijk in het belang van opvoeding en verzorging
o Het stellen van een aanvaardbare termijn
§ Is lastig, kind heeft soms snel duidelijkheid nodig dan ouders kunnen leveren
• Toetsing aan de vereisten van art. 8 EVRM
2
, • De maatregel van gezagsbeëindiging (gezag is doelbevoegdheid à op ouder rust plicht om te zorgen
dat kind goed volwassen wordt)
o Ernstige ontwikkelingsbedreiging
o Kind niet binnen aanvaardbare termijn naar huis
CASUS ‘DE RAUWKOSTJONGEN’
• Eerste indruk van moeder – kind (interactie)?
• Leefstijl als grond voor een kinderbeschermingsmaatregel?
EN HOE ZIT HET MET KINDEREN MET OBESITAS?
Gerechtshof Arnhem 22-03-2012
• 3 kinderen
o Meisje 6 jaar, 17 kilo overgewicht
o Jongen 11 jaar, 18 kilo overgewicht
o Jongen 13 jaar, 51 kilo overgewicht
• Ouders hebben een diëtiste ingeschakeld en de kinderen aangemeld voor sportclubs, zonder veel
resultaat
• Bedreiging en mogelijkheden in het vrijwillig kader?
• Prevalentie van ernstig overgewicht bij kinderen?
• Waar ligt de grens?
CASUS LVB-OUDERS – BABY HENDRIKUS
• Enkele feit dat ouders verstandelijke beperking hebben, hoeft niet altijd te zeggen dat ze niet voor hun
kinderen kunnen zorgen
LVB-OUDERS
• Belang van het kind
o Onderzoek
o Concretisering bedreiging
o Helder doel ingrijpen
o Inschatting effect op kind
• Dreiging ernstige schade
o In principe casuïstisch,
o Tenzij… hard bewijs, dan categorisch
• Ultimum remedium
o Alles geprobeerd in vrijwillig kader
o Minst ingrijpende ingreep
• Geen perfectionisme
o Terughoudend t.a.v. waardeoordelen,
o Doortastend t.a.v. misstanden
PRENATALE KINDERBESCHERMING
• Hoe is het juridisch gezien mogelijk OTS uit te spreken over een ongeboren kind?
o In artikel 1:2 BW wordt het kind waarvan de vrouw zwanger is als reeds geboren aangemerkt,
als dat in zijn belang is. Via dit artikel bestaat dan ook de mogelijkheid om OTS op te leggen
aan een ongeboren kind, als voldaan is aan de gronden van de OTS. Het ongeboren kind
wordt dan als geboren aangemerkt, omdat in zijn/haar belang is
• Speelt de 24-weken grens daarbij nog een rol?
o 24-weken termijn hangt samen met tot wanneer abortus mogelijk is, (V)OTS mag pas daarna
worden uitgesproken. Kritiek over: als moeder kiest om zwangerschap uit te dragen en kind
te houden, als dat de keuze is brengt dat ook verplichtingen met zich mee, als ze daar niet
aan kan voldoen mogelijk OTS uitspreken.
o In Nederland kun je tot 24 weken een abortus laten uitvoeren. De gangbare opvatting is dan
ook dat een ongeboren kind pas vanaf 24 weken onder toezicht gesteld kan worden, omdat
3
, tot 24 weken de moeder ook voor een abortus kan kiezen. Er bestaat wel kritiek op deze
opvatting (de details hiervan hoef je niet te weten)
• Wat zijn de mogelijkheden om binnen een OTS het schadelijke gedrag van de zwangere bij te sturen?
o Binnen OTS kan op allerlei manieren hulp worden ingezet, waaraan (aanstaande) moeder
verplicht is mee te werken. Denk aan observaties, verslavingszorg etc.
• Zijn er nog andere wettelijke mogelijkheden om ongeboren kinderen te beschermen?
o Verdergaande maatregel zou gezagsbeëindiging kunnen zijn, maar het is nog onduidelijk of
dit juridisch gezien wel mag. Als moeder geestelijke stoornis heeft, zou ze op grond van zorg-
of crisismachtiging in psychiatrische instelling kunnen worden geplaatst (o.g.v. de WvGGZ).
Daarin ontvangt moeder verplichte geestelijke gezondheidszorg, hetgeen ook in het belang
van ongeboren kind kan zijn
HET HOREN VAN KINDEREN IN KINDERBESCHERMINGSZAKEN
• Vanaf welke leeftijd moet de minderjarige in de gelegenheid worden gesteld om te worden gehoord?
o Wet zegt vanaf 12
o In ieder geval alle kinderen boven 12 een brief sturen dat ze welkom zijn
o Hoorrecht is onderdeel van participatierecht om te participeren in zaken die hen betreffen
o Horen is niet als volwaardige juridische partij meedoen, maar kinderrechter praat met
minderjarige
o Rol kinderrechter is veranderd, beginsel van hoor en wederhoor is belangrijker en de interne
openbaarheid: dat kinderrechter niet meer weet dan de rest van de partijen à niet op basis
van geheime stukken beslissingen nemen
• Wat doet de kinderrechter met de informatie verstrekt door de minderjarige?
o Kinderrechter spreekt met kind af wat voor samenvatting zal worden gegeven aan de andere
partijen over hun gesprek
o Wat kinderrechter ermee doet ligt aan de informatie en de situatie
• Hoe zwaar moet de mening van de minderjarige meewegen in zijn besluit?
o Hangt ook af van de informatie en de situatie
DE PRAKTIJK
• Participatie vs. bescherming van de minderjarige
ONTWIKKELINGEN PARTICIPATIE MINDERJARIGE
• Bruning e.a. 2020, Kind in proces:
• Minderjarige vanaf 12 jaar moet procesbekwaam worden
• Hoorrecht vanaf 8 jaar
• Risico's?
• Kindvriendelijke beschikkingen:
• Rechtbank Midden-Nederland 24 augustus 2018, ECLI:NL:RBMNE:2018:4032
DEEL 2: GESLOTEN JEUGDHULP
CINDERELLA OF FAMILY LAW
• Gesloten jeugdhulp wordt in literatuur ook wel Cinderella van familierecht genoemd
• 3 dingen die maken dat gesloten zorg voor kinderen een soort ondergeschoven kindje is
o Geringe academische belangstelling
o Vage criteria op basis waarvan tot deze maatregel wordt besloten
o Ongemakkelijke relatie tussen een beschermende en een punitieve respons op ernstige
gedragsproblematiek die zich in deze maatregel openbaart à kinderen ervaren het gesloten
plaatsen vaak als straf, maar intentie is niet straf maar bescherming
• Stelling bij mijn promotieonderzoek: “Er is sprake van een wijdverbreide praktijk waarbij het opsluiten
van kinderen haar rechtvaardiging vindt in het doel dat deze kinderen worden opgevoed, die in de
Nederlandse context vooral te wijten is aan een gebrek aan passende en realistische alternatieven in
de kinder- en jeugdpsychiatrie, gespecialiseerde pleegzorg en andere vormen van jeugdbescherming
en jeugdhulp.”
4