Dit document bevat:
44 pagina's aan tabellen + stappenplannen die de hele stof dekken.
15 pagina's aan aantekeningen hoorcolleges
22 pagina's aan werkgroep/werkcollege vragen en antwoorden
60 pagina's aan oude tentamen vragen en antwoorden
2 pagina's arresten
Lekker weg crtl+f dus :)
Bron van inkomen is belastbaar inkomen en hierover wordt belasting geheven. Als een vraag
betrekking heeft op heffingen dus kosten aftrekken altijd bron van inkomen doornemen.
Het algemene uitgangspunt van de inkomstenbelasting is om belasting te heffen over hetgeen
verdient in het economisch verkeer dus ook wel de bron van inkomen.
Benoem: Bami-en nasirecepten arrest: er moet steeds aan alle bronkenmerken worden getoetst.
1. Wordt er deelgenomen aan het economische verkeer?
Het verkrijgen van een bate in het economisch verkeer.
- Werkzaamheden voor een derde verrichten
- Er moet sprake zijn van buiten de familiesfeer
- Het gebruikelijke te buiten gaat
- Hoe is het gefinancierd
2. Is er sprake van een subjectief winstoogmerk? Is de prestatie gericht op voordeel dus met een
winstoogmerk bv. Verkopen.
- Een voordeel beogen Zie vriendendienstarrest er is alleen sprake van een subjectief
winstoogmerk indien de prestatie is gericht op een voordeel, niet als je een vriend helpt en hier
krijg je een vergoeding voor.
- Werkzaamheden verrichten tegen vergoeding
3. Is er sprake van een objectief oogmerk?
- Het voordeel moet naar maatschappelijkheid redelijkerwijs te verwachten zijn.
- Hier is geen sprake van als de kosten en baten blijven overtreffen Consulgeneraal arrest
indien de kosten de baten blijven overtreffen is hier geen sprake van.
- Indien winst zo afhankelijk is van omstandigheden waar jij geen invloed op hebt, speculatief van
aard, hier geen sprake van is Piramidespel arrest indien de winst zo afhankelijk is van
omstandigheden waar jij geen invloed op hebt (speculatief van aard) is hier geen sprake van.
Geen bron van inkomen? Geen verrekening Geen kosten in aftrek.
* Subjectief winstoogmerk wordt geobjectiveerd door objectief winstoogmerk. Dit betekent:
- Hobby’s: niet verwacht dat dit ooit voordeel zal leveren
- Hobby’s: waar meer kosten dan winst zijn.
Het subjectieve oogmerk om voordeel te behalen wordt geobjectiveerd door de eis dat het
voordeel redelijkerwijs te verwachten was. Dit is noodzakelijk om te voorkomen da activiteiten
waar niet te verwachten is dat ze ooit voordeel opleveren als bron van inkomen beschouwd
kunnen worden en er geen kosten van (dure) hobby kan aftrekken.
Wordt een activiteit als bron van inkomen beschouwd? Dan wordt niet alleen de winst uit die
onderneming belast maar mag ook een eventueel negatief resultaat uit die onderneming in
mindering gebracht worden op andere positieve inkomensbron uit werk en woning.
Een activiteit die naar verwachting altijd meer zal kosten dan opbrengen wordt beschouwd als
een besteding van inkomen (hobby) en niet als bron van inkomen.
, Of er sprake is van inkomen moet in beginsel worden beoordeeld o.b.v. en omstandigheden van
het betreffende belastingjaar. De HR heeft geoordeeld dat ok feiten en omstandigheden uit latere
jaren in ogenschouw morgen worden genomen om te beoordelen of er sprake is van een bron. Die
latere feiten en omstandigheden tellen dus in het er beoordeling liggende jaar ook mee.
Individuele belastingplicht
Ieder belastingplichtige is individueel belastingplichtig voor al zijn inkomensbestanddelen
Uitzondering:
1. inkomsten van minderjarige kinderen en
Bij de kinderen zelf belast worden: inkomsten die minderjarige uit door henzelf verrichte arbeid
verwerven en speciaal aan minderjarige kinderen toekomende uitkeringen zie artikel 2:15 Wet IB
2001.
Toegerekend aan de ouder die het gezag over het kind uitoefent: inkomsten uit
vermogensbestanddelen, ook als dergelijke inkomsten worden aangemerkt als belastbaar
resultaat uit overige werkzaamheden, als belastbare inkomsten uit eigen woning of als belastbaar
inkomen uit aanmerkelijk belang zie artikel 2.15 lid 2 Wet IB 2001.
Indien het gezag over het kind aan meer dan 1 ouder toekomt worden deze
inkomstenbestanddelen in gelijke delen aan ieder van het toegerekend zie artikel 2.15 lid 4 Wet IB
2001.
2. In bepaalde gevallen voor fiscale partners.
Wanneer is het van belang of men fiscaal partner is in de Wet IB 2001:
- Voor de toerekening van gemeenschappelijk inkomstenbestanddelen en bestanddelen van de
rendementsgrondslag in box 3.
- De beoordeling of sprake is van een aanmerkelijk belang zie artikel 4.6 Wet IB 2001.
- Het bepalen van de drempels voor de aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten zie artikel
6.20 wet IB 2001.
- Voor de aftrekbare giften zie artikel 6.39 Wet IB 2001.
- Het uitbetalen van een deel van de heffingskorting indien deze hoger is dan de o.g.v. box 1, 2 of 3
verschuldigde belasting en premies volksverzekeringen zie artikel 8.9 Wet IB 2001.
Wanneer is het van belang of men fiscaal partner is in de SW 1956:
- O.g.v. de erf en schenkbelasting wordt geheven.
Hoofdregel: kwalificatie als fiscaal partner staat in artikel 5a AWR deze bevat een
geüniformeerd partnerbegrip.
Echtgenoten: voor het gehele jaar waarin het huwelijk is gesloten mits zij ook het gehele jaar op
hetzelfde adres zijn ingeschreven in de GBA en
Ongehuwde samenwoners (dit geldt ook voor ongehuwde samenwonenden die een
samenlevingsovereenkomst sluiten), Wordt dit volgens deze wet gekwalificeerd dan geldt dit voor
elke materiele heffingswet waarvan de Wet IB 2001 en de SW 1956 de belangrijkste zijn.
Aanvullende eis bij Wet IB 2001 als deze niet kwalificeren in de zin van artikel 5a SWR: artikel 1.2
lid 1 Wet IB 2001 Uitsluitend voor de Wet Ib 2001 als fiscaal partner.
,Inkomsten van de belastingplichtige en zijn fiscaal partner
Inkomensbestanddelen van de belastingplichtige en zin fiscale partner worden in aanmerking
genomen bij degene door wie de inkomensbestanddelen zijn genoten of op wie zij drukken.
Gemeenschappelijke inkomstenbestanddelen (indien zij het gehele kalenderjaar dezelfde
fiscaalpartner heeft artikel 2.17 lid 5 Wet IB 2001) en de gezamenlijke grondslag sparen en
beleggen zie artikel 5.2 lid 2 Wet IB 2001 van de belastingplichtige en fiscale partner worden
geacht bij hen op te komen respectievelijk tot hun bezig te behoren in de onderlinge verhouding
die zij daarvoor elk jaar bij het doen van aangifte kiezen zie artikel 2.17 lid 2 Wet IB 2001.
Een deel van het kalender jaar kan ook worden aangemerkt als een gehele jaar als
gemeenschappelijke inkomstenbestanddelen. Dit geldt ook voor de grondslag sparen en beleggen
bij de toepassing van box 3 als zij beide het gehele jaar binnenlands belastingplichtig zijn zie artikel
2.17 lid 7 Wet IB 2001. Dit is dus niet het geval indien een fiscaal partner in de loop van het jaar is
overleden of naar het buitenland is verhuisd.
Om te kijken welke inkomenscategorieën artikel 3.1 Wet IB 2001 iemand geniet moet er worden
gekeken naar:
1. De Wet IB 2001 bevat een rangorderegel artikel 2.14 Wet IB 2001
2. Sommige bronnen kunnen namelijk op meerdere locaties in de wet worden belast.
3. o.g.v. dit artikel worden voordelen uitsluitend o.g.v. het eerste hoofdstuk/afdeling/paragrafen
in aanmerking gebracht.
4. Hierdoor beginnen wij in het boxensysteem artikel 2.18 Wet IB 2001 bij box artikel 3.1 Wet IB
2001
Box berekeningen in het kort
Box 1: inkomsten – verliezen werk en woning
Box 2: inkomsten – verliezen AB
Box 3: voordelen s&b – persoonsgebonden aftrek +heffingsvrijvermogen aftrekken + voordeel
berekenen met tabel x te betalen belasting 31%
Box 1 – inkomsten
Het belastbare inkomen uit werk en woning is inkomen uit werk en woning verminderd met de te
verrekenen verliezen uit werk en woning zie artikel 3.1 e.v. Wet IB 2001.
1. Belastbare winst uit onderneming afdeling 3.2. Wet IB 2001 wordt genoten door zelfstandige
ondernemers artikel 3.4 Wet IB 2001, vrije beroepsbeoefenaren, maten in een maatschap,
firmanten in een vennootschap onder firma en medegerechtigden tot het vermogen van een
onderneming.
, 2. Belastbaar loon: al hetgeen wordt genoten uit een dienstbetrekking of een vroegere
dienstbetrekking (pensioen) zie artikel 10 Wet LB 1964
- Voorheffing: loonbelasting, wordt ingehouden door werkgever (inhoudingsplichtige)
- artikel 11 Wet LB 1964: vrijgesteld loon
- Het loon voor de loonbelasting is op een enkele uitzondering na ook het loon voor de
inkomstenbelasting zie artikel 3.81 Wet IB 2001. Vaak geen eindheffing einde jaar artikel 9.2 Wet
IB 2001
- Er moet arbeidsovereenkomst zijn (geweest) artikel 7:610 BW:
a. Loon; redelijke vergoeding
b. Arbeid; geen mogelijkheid tot vrije vervanging
c. Gezag; er moeten instructies worden opgevolgd t.a.v. werkzaamheden
- Veel arbeidsverhoudingen die privaatrechtelijk of publiekrechtelijk geen dienstbetrekking zijn,
worden voor de loon- en inkomstenbelasting wel als dienstbetrekking aangemerkt
3. Het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden omdat het resultaat uit werkzaamheden
die niet in een onderneming en niet in dienstbetrekking zijn verricht zie artikel 3.90 Wet IB 2001.
- Artikel 3.91, 3.92 Wet IB 2001: uitbreiding begrip werkzaamheden
- Daarnaast wordt ook als overige werkzaamheden beschouwd het rendabel maken van bepaalde
vermogensbestanddelen door deze ter beschikking te stellen aan een met de belastingplichtige
verbonden persoon of aan een vennootschap waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk
belang heeft.
Onder periodieke uitkeringen en verstrekkingen vallen: bijstandsuitkeringen,
lijfrentetermijnen en alimentatie die door de ex-echtgenoot wordt ontvangen zie afdeling 3.5 Wet
IB 2001.
Artikel 3.110 Wet IB 2001: Belastbare inkomsten uit eigen woning zijn de zijn de voordelen uit
eigen woning verminderd met de op die voordelen drukkende aftrekbare kosten.
- positieve, maar vooral negatieve inkomsten (hypotheekrenteaftrek) van de tot hoofdverblijf
dienende woning.
- Het voordeel is het eigenwoningforfait, dat in veel gevallen op 0,80% van de WOZ-waarde wordt
gesteld zie artikel 3.112 lid 5 Wet IB 2001.
- Hierop worden de aftrekbare kosten (hypotheekrenteaftrek) in mindering gebracht zie artikel
3.120 lid 1 Wet IB 2001.
- Per saldo zijn de belastbare inkomsten uit eigen woning hierdoor meestal negatief. Slechts
indien iemand (bijna) geen eigenwoningschuld heeft, zijn deze positief.
- Indien dit het geval is en er geen sprake is van voordelen uit tijdelijke verhuur of uit
kapitaalverzekering eigen woning, wordt (een deel van) het positieve bedrag weer afgetrokken als
aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld zie artikel 3.123a Wet IB 2001, zodat het
bewonen van de eigen woning in dat geval geen invloed heeft op de hoogte van het belastbare
inkomen in box 1.
Van deze genoemde inkomsten kunnen bepaalde posten in mindering gebracht worden zoals
premies voor in de wet nader omschreven lijfrentes zie afdeling 3.8 Wet IB 2001.
- Hier tegenover staat belastingheffing over de lijfrenteermijnen in de toekomst zie artikel 3:100
Wet IB 2001.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper LZondervan. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.