OWE4 TENTAMENS
- H123 globaal
- H4567 helemaal
- Artikel H7 Mindset (oo.han.nl)
- Leren over leren H6 (oo.han.nl)
- Sleutelbegrippen
- voorbeelden, namen en theorieën
H1: hoe onze hersenen en onze erfelijkheid werken
H2: hoe onze hersenen werken en zich ontwikkelen
H3: hoe wij waarnemen
• Autonomie: ik kan het zelf
• Competentie: ik kan het
• Relatie: ik hoor erbij
• Nature: aangeboren
• Nurture: aangeleerd
• Ontwikkeling is altijd een gevolg van de interactie tussen erfelijke aanleg en
omgevingsfactoren
• Ook oefening (in combinatie met nature-nurture) zorgt voor ontwikkeling
• Ontwikkeling van de hersenen door 3 factoren: erfelijkheid, omgeving en oefening
(motivatie)
Plasticiteit: het vermogen van de hersenen om flexibel te zijn. Onze hersenen veranderen als we
iets nieuws leren of als we iets extreem veel gaan oefenen.
Sensitieve/gevoelige periode: tijdens deze periode is een specifiek deel van ons brein extreem
gevoelig voor omgevingsinvloeden. (bijv. Leren lezen)
Tastzintuig: is als eerste geheel ontwikkeld. Het is nodig voor baby’s om te ontwikkelen. Zonder
aanrakingen en strelingen ontwikkelen ze slecht/niet.
Klassiek conditioneren en overleven: je leert vooral díé relaties snel, waarbij de stimulus
voorspellend is voor de overlevingswaarde = twee stimuli
Operant conditioneren:
• Het gaat om een bepaald gedrag en het vervolg van het gedrag (positief of negatief effect)
• Bouwt voort op al bestaand (toevallig) gedrag
• Gedrag neemt af als het genegeerd of bestraft wordt
• Gedrag neemt in frequentie toe als het beloond wordt
• = stimulus en respons
Intermittant reinforcement: af en toe belonen, zodat het gedrag langer blijft bestaan.
Shaping: als complex gedrag aangeleerd moet worden, is het handig om dit in stukjes te knippen,
stap voor stap elk stukje aanleren, het steeds moeilijker maken. Complex gedrag kan niet in 1 keer
aangeleerd worden.
Sociaal leren: leren door te observeren. Ook wel modelling genoemd. Kracht leerprincipe
waarmee het snelle leren bij mensen goed verklaard kan worden.
Spiegelneuronen:
• Vormen een achterliggend neuraal mechanisme waarmee we kunnen verklaren dat mensen zo
makkelijk gedrag van anderen overnemen.
,• Het waarnemen van het gedrag van iemand anders maakt de neuronen die ditzelfde gedrag bij
jou aansturen actief.
Als wij denken gebruiken we 2 informatiebronnen:
• De informatie van onze zintuigen, dus wat we waarnemen
• De informatie uit onze geheugen, dus dat wat we al weten en onthouden hebben
• Tussen deze 2 bronnen is een wisselwerking
Sociale cognitie: onze gedachten gaan meestal over andere mensen en over onszelf.
Theory of Mind is hier een belangrijk aspect van (het vermogen om na te denken over hoe
anderen zich voelen)
Geheugen is het vermogen om informatie te onthouden. 3 belangrijke aspecten (stadia):
- Opslag / coderen
- Vasthouden / bewaren
- Terugvinden / ophalen
Motivatie: 3 vormen van behoefte aan controle
• Vaardigheden: verwerven en behouden
• Autonomie: verwerven en behouden
• De omgeving en het gedrag van anderen begrijpen en voorspellen
Intrinsieke motivatie: handelen van binnenuit, spel en nieuwsgierigheid
Extrinsieke motivatie: handelen komt van buiten, de persoon beloningswaarde
Begrippen die je moet weten van H1,2,3:
- Encefalisatie quotiënt
- Hersenontwikkeling: executieve regelfuncties
- Zenuwcel
- Nature - nurture
- Hersenontwikkeling door oefening
- Visualisatie
- Gevoelige / sensitieve periode
- Spiegeltheorie
- Sleuteltheorie
HOOFDSTUK 4 HOE WIJ LEREN DOOR DIRECTE ERVARING EN DOOR NADOEN
, Associatief leren:
Het leren van verbanden of relaties, zoals het verband tussen het eten van bepaald voedsel en de
misselijkheid op een iets later tijdstip.
• Klassiek conditioneren:
Eenvoudige vorm van leren die automatisch verloopt. De ene gebeurtenis (stimulus) wordt met
een andere stimulus geassocieerd, doordat zij meerdere keren gelijktijdig plaatsvinden en
vervolgens dezelfde respons uitlokken. (Pavlov)
• Operant conditioneren:
Het leerproces waarin het gedrag van een mens verandert als gevolg van de consequenties die
het gedrag oproept. Zijn de consequenties niet prettig (straf), dan zal het gedrag stoppen. Zijn de
consequenties wel prettig (beloning), zal het gedrag zich herhalen.
Klassiek conditioneren Operant conditioneren
Bouwt voort op een reflex Het ‘ geleerde’ gedrag zit al in het gedragsrepertoire
Betreft voornamelijk het leren van gevoelens Betreft voornamelijk het leren van handelingen
Associatie tussen 2 stimuli Associatie tussen stimulus en respons
De persoon die iets leert is vaak passief De persoon die iets leert, doet iets, is actief
Reinforcement lokt het gedrag uit. Het vind plaats Reinforcement volgt op het gedrag
vóór het gedrag
Instinct (soort-specifiek gedrag):
Een aangeboren patroon van handelingen dat kenmerkend is voor een specifieke diersoort. Bij het
uitoefenen van een instinct speelt ervaring of leren geen rol. Het is aangeboren gedrag.
- Bijvoorbeeld: egels rollen zich op wanneer hij aangevallen wordt. Het is soort-specifiek omdat
het alleen bij egels voorkomt.
Reflex:
Een eenvoudig mechanische reactie van het lichaam op een prikkel. Hij is aangeboren en niet te
beïnvloeden met onze wil.
Rijping:
De ontwikkeling van een persoon in de loop der tijd. Ze verloopt relatief onafhankelijk van
omgevingsinvloeden, ervaring en oefening.
Pararaaf 4.2 Wat is leren?
• Overte respons:
Een reactie die tot uitdrukking komt in (zichtbaar) gedrag
• Coverte respons:
Reactie dit niet tot uitdrukking komt in het gedrag en dus niet zichtbaar is voor anderen
(bijvoorbeeld een gevoel of een gedachte)
Behaviorisme:
Invloedrijke benadering in de psychologie waarin objectiviteit in het wetenschappelijk onderzoek
benadrukt werd. Het richtte zich vooral op de wetenschappelijke studie van het gedrag.
Paragraaf 4.3 Hoe leren wij door door klassiek conditioneren?
• Ongeconditioneerde stimulus:
De prikkel die een reflex in gang zet. Erop volgt altijd de ongeconditioneerde respons. Het is een
aangeboren, niet-geleerde relatie. (bij het zien van eten, wordt als een reflex speeksel
geproduceerd)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper evawijers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.