Beeldende begrippen
Lichtrichting De richting vanwaaruit het licht komt
Meelicht Licht dat van voren – met de kijker mee – op de voorstelling valt
Tegenlicht Het tegenovergestelde van meelicht: het schijnt je tegemoet en
kan heel storend zijn. Bij fel licht zie je alleen nog de silhouetten
van vormen.
Zijlicht Licht dat vanaf de zijkant binnenvalt
Lichteffecten Lichteffecten die veroorzaakt worden door de lichtval zijn:
schaduwen, plasticiteit door licht en schaduw, clair-obscur, hoog-
en glimlicht, glans en sfeer.
Schaduw Schaduwplekken zijn plekken waar geen/weinig licht op valt
Slagschaduw De schaduw van een object op zijn omgeving
Vervaging, verloop De kernschaduw is het donkerste deel van de schaduw. Verder
weg vervaagt de schaduw in het gebied van halfschaduw.
Plasticiteit Het effect van ruimtesuggestie in figuratieve voorstellingen. Bij
plasticiteit wordt op een plat vlak ruimte gesuggereerd door
licht- en schaduweffecten, glans en spiegelingen.
Sfeer door licht Met licht- en schaduweffecten kunnen schilders/fotografen een
bijzondere sfeer/spanning oproepen.
Strijklicht De lichtstralen lopen bijna evenwijdig aan een oppervlak. Het
licht strijkt als het ware over het vlak en veroorzaakt langgerekte
schaduwen.
Clair-obscur Schilders overdrijven het contrast tussen licht en donker.
Daarmee wordt een dramatisch effect bereikt.
Glimlicht, hooglicht, glans Een glimlicht is een lichte vlek die vooral op glanzende
oppervlakken zichtbaar is. Glimlichten ontstaan als er licht wordt
teruggekaatst. Glimlichten verhogen de plasticiteit
(ruimtesuggestie) in tekeningen en schilderijen.
Punten Een lijn is een verbinding tussen minimaal twee punten.
Pointillisten Heel veel punten kunnen samen een vorm of een vlak vormen.
De pointillisten werden aan het eind van de 19 e eeuw bekend
door hun werkwijze (het pointillisme). Ze zetten heel kleine likjes
verf vlak naast elkaar op het schilderdoek en vanaf een afstand
vermengen de kleuren zich. Het mengprincipe van de pointillisten
wordt tegenwoordig toegepast bij offsetdruk.
Lijnen Een lijn is een verbinding tussen twee punten.
Lijnsoort Lijnen kunnen op verschillende manieren getekend zijn:
recht/gebogen, onderbroken/doorlopend, kronkelend/vloeiend
Lijndikte De dikte van lijnen kan wisselen van heel dun tot dik en zwaar.
Dikke, doorlopende lijnen maken een krachtige indruk. Dunne,
onderbroken lijnen lijken gevoelig
Lijnvoering De lijnvoering zegt iets over de druk die gebruikt is bij het
tekenen van de lijnen
Contour, omtreklijn Een lijn die om een vorm heen getekend is. Met een omtreklijn
wordt een vorm benadrukt
Arcering, lijnstructuur Een structuur van lijntjes, dicht tegen elkaar, om een vlak te
vullen. Ze bepalen het karakter van de tekening.
Lineair Lijnachtig. Lineaire vormen kunnen getekend zijn, maar sommige
ruimtelijke vormen zijn ook lineair.
, Lijnrichting De richting waarin de lijnen getekend zijn.
Lijnwerking Lijnen hebben meer effecten:
- Ze suggereren een indeling
- Lijnen in de richting van één punt suggereren diepte
(perspectief)
- Overwegend verticale lijnen suggereren hoogte en
verwijzen naar het hemelse
- Horizontale lijnen benadrukken zwaarte, stabiliteit en
rust, en het aardse
- Zware contouren rond een vorm accentueren die vorm
- Met een horizontale accentuering van lijnen wordt de
gelaagdheid van een gebouw benadrukt
Vorm In de beeldende kunst en architectuur bedoelen we met vorm de
uiterlijke gedaante van een object
Formaat De grootte van een vorm
Vormsoort Een groep vormen met dezelfde kenmerken of vormaspecten:
- Ruimtelijke/driedimensionale vormen
- Vlakke, tweedimensionale vormen of platte vormen
- Elementaire vormen of basisvormen
- Geometrische of wiskundige vormen
- Organische vormen
Structuur van een vorm Geeft aan hoe een vorm is samengesteld en hoe de onderlinge
verhoudingen zijn
Vormaspect Een ander woord voor kenmerken van een vorm
Vlak, tweedimensionaal Een vorm is vlak als hij twee maten (dimensies) heeft: hoogte en
breedte of lengte en breedte. Zo’n vorm wordt ook wel
tweedimensionaal genoemd.
Ruimtelijk, driedimensionaal Ruimtelijke vormen hebben drie dimensies: lengte, breedte,
hoogte (dikte of diepte)
Ruimtelijkheid De mate waarin ruimte wordt gesuggereerd en de mate van
echte driedimensionale ruimtelijkheid. Afhankelijk van de vorm
heb je te maken met:
- Een voorstelling die ruimtelijk lijkt (ruimtesuggestie)
sprake bij een foto, beeldscherm, schilderij of tekening.
- Een vorm die echt ruimtelijk is door o.a. uitstekende
delen, de aard van het materiaal en het formaat.
- Een reliëf: een tussenvorm die halfruimtelijk is en ruimte
suggereert.
Plasticiteit Ruimtelijkheid
- De mate waarin een tekening/schilderij ruimtelijk lijkt.
- De plasticiteit van ruimtelijke beelden gaat over de
ruimtelijkheid van reliëfs, holtes, plooien etc.
Geometrisch (wiskundig) Vormen die je gemakkelijk met een liniaal en passer kunt
tekenen.
Vlakke en ruimtelijke Vierkanten, driehoeken, cirkels, ovalen zijn vlakke geometrische
geometrische vormen vormen
Kubussen, balken, bollen zijn ruimtelijke vormen
Regelmatige en onregelmatige Regelmatige geometrische vormen kun je in twee gelijke helften
geometrische vormen verdelen. Regelmatige geometrische vormen zijn symmetrisch.
Organisch Plantaardige, dierlijke of menselijke vormen
Open Toegankelijk. Open vormen maken een lichte indruk. Bij open