Samenvatting ethiek de basis
Hoofdstuk 1
1.1 Het intuïtief moreel oordeel
Moreel: naar behoren handelen, wat is het juiste om te doen?
Moreel oordeel: het gedrag van mensen en hoe ze met elkaar omgaan
In een moreel oordeel spreek je uit wat je behoorlijk vindt van jezelf en anderen. Je geeft aan hoe je
verwacht dat die ander met jou of anderen om zou moeten gaan.
Twee voorbeeldzinnen:
1. Je buurman onderbreekt je altijd zodra je iets zegt -> je verwacht dat iemand je laat uitpraten
2. Ik vind het niet kunnen dat mensen roddelen -> je verwacht dat mensen eerlijk zijn naar
elkaar toe.
Hieruit blijkt dat moreel oordelen een onderdeel is van het dagelijks leven.
Intuïtief moreel oordeel: een oordeel dat vanzelf ontstaat. Het is een moreel oordeel dat ontstaat in
je bewustzijn, zonder dat je hier invloed op hebt.
Dit kan zo vanzelf gaan, dat je niet eens beseft dat je een moreel oordeel uitspreekt. Het blijft
dan impliciet in dingen die je zegt.
Als iemand erin meegaat wat je vindt, heb je het niet door dat je dit doet. Als iemand het
tegenovergestelde ervan vindt, word je bewust dat je oordeelt over het gedrag. Je realiseert dat je
een standpunt hebt over het gedrag. Je wordt dan aan het denken gezet, is het wel juist wat ik vind?
Oordelen, kennen en voelen
Dit zijn drie processen die zich in je bewustzijn afspelen
Oordelen: je vindt ergens iets van. Je oordeelt dat iets goed of slecht is
Kennen: je weet dat het je mening is en kent het standpunt van de ander, bewustwording.
Voelen: het oordeel brengt een bepaald gevoel met zich mee. Je voelt dat je het oneens bent met
een ander.
1.2 Het verschil tussen kennen, oordelen en voelen
Objectiveren: als je de wereld kent, plaats je dat wat er gebeurt buiten jezelf en beschrijft het
vervolgens. Het resultaat van dit proces is kennis van de buitenwereld (objectief domein).
Voorbeeld: iemand vertellen hoe laat de les begint (beiden deel je dan dezelfde kennis,
kennisoverdracht).
Subjectiveren: als je de wereld beleeft, richt je je op wat er innerlijk met je gebeurt. Je voelt wat je
meemaakt alsof de wereld zich in jou zelf afspeelt. Het resultaat van dit proces is een gevoel in je
binnenwereld (subjectief domein). Gevoelens zijn niet wisselbaar, kennis wel.
Voorbeeld: kennis kun je overdragen en een gevoel kun je vertellen, een voorbeeld is dan
misselijkheid.
,Normeren: als je de wereld beoordeelt, richt je je op gedrag van mensen en wat jij daarvan vindt. Je
verbindt gedrag van anderen met je eigen oordeel: je vindt dat gedrag goed of slecht.
Het resultaat van dit proces is een verbinding van jezelf met anderen ofwel een tussenwereld
(normatief domein). Normatieve uitspraken zijn beter uitwisselbaar dan gevoelens, omdat ze niet
persoonlijk zijn. Je kunt het namelijk eens zijn met elkaar en dat van elkaar weten. Maar ze zijn
minder goed uitwisselbaar dan kennis omdat ze wel aan de persoon gebonden zijn die het uitspreekt.
Morele oordelen zijn dus niet persoonlijk, wel persoonsgebonden.
De beschreven processen van kennen, beoordelen en beleven kunnen naar keuze toegepast worden.
Het is een bril die je opzet. Maar let op: je hebt altijd één van deze drie brillen op. Je gebruikt altijd
een benadering.
Feiten, oordelen en emoties kun je uitwisselen met elkaar. Als je morele oordelen uitwisselt gebeurt
er wel iets anders dan wanneer je feiten of emoties uitwisselt. Als iemand je vertelt dat de trein om
17:00 vertrekt, dan deel je beiden dezelfde kennis. Als een ander vertelt hoe kwaad hij of zij is, deel
je niet dezelfde emotie.
Morele oordelen zitten wat het uitwisselen betreft tussen het delen van kennis en vermeerderen van
emoties. Moreel is enerzijds iets wat in jezelf zit, net als een emotie. Maar het is ook iets dat voor
meerdere mensen gelijk kan zijn.
, 1.3 Waaraan herken je een moreel oordeel?
Een moreel oordeel is een waardering van menselijk gedrag aan de hand van morele uitgangspunten.
Hiervoor zijn 5 kenmerken
1. Gaat over menselijk gedrag
2. Overstijgt het individuele: gaat veel meer mensen aan.
Ik vind te laat komen niet kunnen, maar dan vind je dat van iedereen niet kunnen. De
eigenschap van morele oordelen betekent hetzelfde over anderen in zo’n zelfde situatie. We
noemen dit het universaliteitsprincipe.
3. Is normatief (schrijft voor hoe het hoort). Het gaat erom hoe je je behoort te behandelen.
4. Is gericht op het goede: een moreel uitgangspunt is een omschrijving van iets dat op zichzelf
nastrevenswaardig is betreffende menselijk samenleven. Voorbeeld: student die hard werkt,
slechte cijfers, maar zijn inzet wordt geprezen, is nastrevenswaardig
5. Kan morele verontwaardiging veroorzaken: niet verwarren met het oordeel. De
verontwaardiging is een gevolg van het oordeel en niet het oordeel zelf, is dus ook geen
reden voor het oordeel. Voorbeeld: je wilt pizza bestellen, maar de bezorgers rijden niet in
de sneeuw. Jij hebt nu geen avondeten en zal zelf naar buiten moeten, wat stom!
1.4 Ethiek, moraal en het moreel vertoog
Morele oordelen zijn niet objectief of persoonlijk (subjectief). Morele oordelen beperken zich niet tot
jouw binnenwereld alleen. Je spreekt immers een verwachting uit over hoe jij je wilt gedragen in de
toekomst en wat je verwacht naar anderen. Een moreel oordeel strekt zich uit buiten jou als
persoon.
Moraal is het geheel van gedeelde morele oordelen van een groep dat ontstaat in een gesprek.
Het is het geheel van morele regels waarvan wij onszelf en anderen in redelijkheid gehouden
achten. Ongeschreven regels hoe je met elkaar omgaat
Ethiek is de wetenschap die moraal bestudeert en die tracht de moraal verder te helpen door
nieuwe argumenten te ontwikkelen en te gebruiken in afwegingen. Hangt boven het moreel, de
studie van moraal.
Verschil in betekenis:
1. Moraal is het geheel van morele regels.
2. Het begrip ethiek reserveren we voor de betekenis studie, de wetenschap van morele regels.
De moraal kan verschillen tussen groepen mensen, landen, organisaties, vakgebieden etc. Ze hebben
allemaal hun eigen verzameling morele oordelen, hun eigen moraal.
Voorbeeld: op je stageplek zal blijken dat men er specifieke verwachtingen heeft over hoe je met
elkaar omgaat. Elke organisatie en elk vakgebied heeft zijn eigen verzameling morele oordelen, zijn
eigen moraal.