Samenvattingen inleiding recht 2
Praktisch Europees recht
Leerstof: H1,2,3,4,5
, Samenvatting Europees recht H1
H1.1
De overheid heeft ultieme beslissingsbevoegdheid op het grondgebied van de staat en is
daarmee de enige die wetgeving en regelgeving kan op opstellen, de overheid heeft dus
staatssoevereiniteit. De macht kan worden beperkt op twee manieren, vrijwillig worden
overgedragen of onvrijwillig worden beperkt.
Als de macht vrijwillig wordt overgedragen dan kan een gedeelte van de macht naar een
internationale organisatie gaan. De staat accepteert daarmee dat er een andere macht hoger
is dan zij zelf op het grondgebied.
De soevereiniteit kan ook onvrijwillig uit handen worden genomen als er bijvoorbeeld een
ander land de macht in een staat overneemt. Daarbij wordt de soevereiniteit van de
oorspronkelijke regering beperkt en de overheersende staat neemt de beslissingen vanaf dat
moment.
Staten zijn onafhankelijk van elkaar, interdependentie. Maar staten kunnen niet alles zelf
regelen daarvoor richten ze internationale organisaties op die dingen op internationaal niveau
regelen. Dit zijn eigenlijk een soort van internationale overheden, je spreekt dus over
intergouvernementele organisaties. Een besluit van zo’n organisatie hoeft een staat niet over
te nemen. Er zijn wel een paar organisaties waar de staten hun soevereiniteit voor een “klein”
deel hebben afgestaan. Ze kunnen daar wel tegen hun wil aan een besluit worden gebonden.
De organisaties staan dus eigenlijk over bepaalde onderwerpen boven de staat, dit wordt
supernationaal genoemd. Een voorbeeld hiervan is de EU, als daar een besluit wordt genomen
geldt het in de gehele EU. De lidstaten zijn wel betrokken bij de besluitvorming, maar er is
meestal wel een gekwalificeerde meerderheid.
Niet alleen een groep landen maar ook een groep personen kunnen een internationale
organisatie oprichten. Een non-gouvernementele organisatie, ook wel ngo genoemd, is
onafhankelijk van landen en heeft vaak een ideële doelstelling. Voorbeelden zijn artsen zonder
grenzen, het rode kruis en green peace. Ngo’s worden wel eens uitgenodigd bij internationale
vergaderingen maar hebben dan geen stemrecht maar een adviserende rol.
Figuur 1.1
Samenvatting van KGL 2
, H1.2
Het startpunt van de EU is het
verdrag dat over de oprichting
van de Europese Gemeenschap
voor Kolen en Staal (EGKS). Dit is
in 1952 opgericht en heeft zich
steeds verder uitgebreid zoals in Tabel 1.1
de afbeelding te zien.
Er zijn nu twee verdragen die
gelden, Het Verdrag betreffende
de Europese Unie (VEU) en het
Verdrag betreffende de Werking
van de Europese Unie (VWEU).
Deze twee verdragen vormen de
juridische basis voor de EU. Er
zijn daarnaast ook andere
belangrijke verdragen zoals het
Handvest van de Grondrechten
van de EU.
De EU heeft steeds meer macht
gekregen, de belangrijkste van
de EU-doelstellingen zijn nu,
• Vrede en welzijn
• Een ruimte van vrijheid
• Veiligheid en recht
• Oprichten en voltooien interne markt
• Economische en Monetaire Unie
• Beschermen van de mensenrechten
De EU kan besluiten nemen die leiden tot negatieve integratie en positieve integratie. In een
besluit dat is gericht op negatieve integratie staat “je mag niet” de EU wil ergens een verbod
op. Bij positieve integratie is het juist dat de EU iets wel wil, er staat dan “je moet”. Hiermee
wil de EU de regelgeving van lidstaten uniformeren, in juridische termen ook wel
harmoniseren genoemd.
Het primaire doel van de EU is zorgen voor vrede en welzijn. Dit probeert de EU door
economische integratie. De gedachte hierachter is dat als men met elkaar op economisch
gebied samenwerkt dan zorgt dat voor welvaart, en je wilt geen ruzie met handelspartners
dus zullen conflicten eerder op diplomatieke wijze opgelost worden.
Een ander doel van de EU is het creëren va een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. De
burgers in de EU mogen in alle lidstaten wonen, werken, studeren of genieten van hun
pensioen. Dit is prettig voor burgers maar ook voor criminelen, daarom werkt de EU ook
samen om grensoverschrijdende misdaad te bestrijden.
Samenvatting van KGL 3