Natuur en techniek
Blauw
Hoofdstuk 1
Pijlers Natuur en Techniek:
• Kennis van natuur en techniek
• Denken en doen met natuur en techniek: Natuurwetenschappelijke en technische
denk/werk wijzen.
• Ideeën over het belang van de aard van natuur en techniek en attitude die daarbij
aansluit.
Ontwikkelingen kinderen:
• Op wetenschappelijke manier beschouwen, verklaringen rekening houden met
bewijs daarvoor.
• Ongefundeerde angst voor omgang met anderen levende wezens.
• Bewust van grenzen van natuurwetenschappelijke en technische kennis.
,Waarom N&T:
• Natuurlijke behoefte omgeving te verkennen.
• Wereld bestaat uit natuur en uit dingen door mensen gemaakt. Zorgt voor oriëntatie
op jezelf.
• Gunstige invloed op totale ontwikkeling van kinderen, creatief en concentratie.
• In deze technische tijd, belang aandacht te schenken aan natuur en techniek.
• Geletterdheid N&T geeft geneugte en risico’s maakt mogelijk nu en later
verantwoorde keuzes te maken: voeding, gezondheid, energie, milieu en duurzame
ontwikkelingen.
• Logisch denken te ontwikkelen, verbanden leggen tussen oorzaak en gevolg.
Stimuleert redeneren met bewijsmateriaal en multiperspectivisch denken
(verschillende gezichtspunten).
• Zicht eigen belangen en talenten voor natuur en techniek.
,Hoofdstuk 2
Embodied learling = Belichaamd leren, beïnvloed cognitieve sensomotorische
ontwikkelingen positief en omgekeerd.
- In 1ste levensjaar ontdekken kinderen: Door in actie komen, boeiende gebeurtenissen
plaats vinden.
Werkelijkheid verkennen:
• Nieuwe ervaring
• Aansluit bij eerdere ervaring (plas spetteren – in bad spetteren)
Ervaringen koppelen:
• Verschillen en overeenkomsten: Dingen die op elkaar lijken maar verschillend gedrag
vertonen (oma fiets en mountainbike).
• Veranderingen en volgorde: Gebeurtenis bepaalde volgorde (eerst jas aan, dan pas
mee).
• Samenhang en systeem: verschillende verschijnselen zijn tegelijken tijd (rook en
vuur).
Minds-on = Begin bij proefjes, ideeën uitwisselen over het onderwerp en beredeneren van
verwachtingen of voorspellingen.
Conceptualisering = Geleidelijk een vollediger en correcter beeld vormen van complexe
begrippen.
Onderwijsactiviteiten:
• Ontdekkend leren omvat onderzoekend leren en beleven, door nieuwsgierigheid en
verwondering.
• Onderzoekend leren begint met nieuwsgierigheid, gevoed door V-motoren.
• Ontwerpend leren betreft bedenken hoe een uitdaging of probleem op kunt lossen.
• Beleven is affectieve component van ontdekkend en ontwerpend leren, door
verwondering en leidt tot waardering en betekenisverlening.
• Leren kiezen, een doel van educaties als gezondheidseducatie en leren voor
Duurzame ontwikkelingen.
Meer aandacht wekken voor hogere prestatie en ontwikkeling:
• Voldoende kansen tot persoonlijke leervragen en ontwikkeling.
• Klassenklimaat uitnodigend tot eigen inbreng, leeromgeving ontspannen en plek voor
waardering?
, Hoofdstuk 3
Bij N&T sluit je op de ontdekkingsdrang van kinderen aan, door boeiende situaties aan te
bieden. Gericht kunnen waarnemen, bewust en aandachtig kunnen stilstaan bij de
werkelijkheid.
Voordelen:
• Beleving sterker
• Het beter blijft hangen
• Totaalindruk of allesomvattend beeld, alle zintuigen samenwerken.
Waarnemen gekoppeld aan actie:
• Zintuigelijke indruk
• Bewust en daarover vorm je een mening
• Dat maakt gevoelens los en zorgt voor beleving
• Gevolg, daarvan doe je iets
Waarnemen kun je leren en je kunt leren van
waarnemen:
• Nuances en details waarnemen
• Patronen en structuren
• Gebeurtenissen en veranderingen
Wat doen met waarnemingen:
• Identificeert
• Benoemd
• Beschrijft
• Ordent
• Interpreteert
- Verzamelen en verwoorden: Ordening waarnemingen, interesse groeit.
- Herkennen, identificeren en classificeren: Sleutelactiviteiten zicht krijgen op onze
leefwereld.
- Orde in de chaos: Groepjes vormen, wat bij elkaar hoort. Op basis van overeenkomsten.
Betrokken waarnemen = Bewust en intensief waar. Boeien als:
• Zelf kunnen zoeken naar verschillen en overeenkomsten, dingen die betekenis
hebben voor hen.
• Onderzoeken hoe iets in elkaar zit.
• Spontane veranderingen aan object plaatsvinden.
• Veranderingen opzettelijk worden veroorzaakt, benieuwd naar gevolg.
• Hulpmiddelen mogen gebruiken, waarnemeningsmogelijkheid vergroten.
Waarnemeningssituaties, gaat om: Vergelijken, situaties of objecten:
• Met elkaar
• Met zichzelf