Alle Hoorcolleges Handelsrecht 2021
Handelsrecht hoorcollege week 1
HC A 12/04/21
Wet bestuur en toezicht rechtspersonen 2020 staat niet in wetboek, wel kennen. Dus
even bij de hand hebben bij tentamen.
Handelsrecht: ondernemingsrecht + faillissementsrecht
Thema’s ondernemingsrecht
Drie hoofdthema’s
Juridische organisatie van de onderneming
o Onder andere organen/bevoegdheden/ruzie
Vertegenwoordiging
Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid
Het ondernemingsrecht, de ondernemingen onderscheiden in privaatrechtelijke
rechtspersonen en personen vennootschappen: maatschap, Vof, commanditaire
vennootschap.
Privaatrechtelijke rechtspersonen
Boek 2 BW:
Vereniging
Coöperatie
(Onderlinge waarborgmaatschappij) hier wordt geen aandacht aan besteedt
tijdens het vak handelsrecht.
Naamloze vennootschap, Nv
Besloten vennootschap, Bv
Stichting
Ter onderscheiding:
Personenvennootschap (maatschap, Vof, Cv) = samenwerkingsovereenkomst, art.
7a:1655 BW
Eenmanszaak
Regelingen rechtspersonen
Wettelijke regelingen
Boek 2 BW
Handelsregisterwet 2007 & Handelsregisterbesluit 2008
Wet op de ondernemingsraden, WOR
Wet bestuur en toezicht rechtspersonen 2020, treedt in werking per 1 juli 2021
Statuten
Door de rechtspersonen zelf opgestelde regels betreffende de interne organisatie
,Rechtspersoonlijkheid
Art. 2:5 BW
“Een rechtspersoon staat wat het vermogensrecht betreft, met een natuurlijk
persoon gelijk, tenzij uit de wet het tegendeel voortvloeit,”
Ook wel zelfstandig drager van eigen rechten en plichten
Belangrijke kenmerken
Rechtspersoon kan niet zelf handelen
Elk rechtspersoon heeft daarom altijd een bestuur
“Eigen vermogen”; afgescheiden van privévermogens bestuurders en andere
betrokkenen
Wat betreft het vermogensrecht staan de rechtspersonen gelijk aan natuurlijke personen,
rechtspersonen kunnen overeenkomsten sluiten. Zij kunnen ook eigenaar zijn van goederen.
Daarnaast kunnen rechtspersonen ook onrechtmatige daden plegen. Het kan dan weer niet
bijv. dat een rechtspersoon gaat trouwen. Rechtspersonen kunnen dan wel weer strafbare
feiten begaan en zij kunnen hier tevens voor vervolgd worden (alleen geen gevangenisstraf).
Rechtspersoonlijk is eigenlijk een bedenksel, we hangen eigenlijk een etiket aan een
ondernemingsvorm. Er wordt een onderneming gedreven, de juridische jas waarin de
onderneming wordt gedreven, dat is de rechtspersoon. Het is een etiket wat we hangen aan
een activiteit. Een rechtspersoon kan dus niet zelf handelen, daarom is er verplicht een
bestuur. Het bestuur is een van de organen van een privaatrechtelijke rechtspersoon, deze
handelt namens de rechtspersoon en kan ook het beleid bepalen van de rechtspersoon. Een
bestuurder kan tevens ook weer een rechtspersoon zijn, maar dan zitten er boven deze
rechtspersoon ook weer personen. (want immers een rechtspersoon is een bedenksel)
De rechtspersoon heeft ook een eigen vermogen, kan ook eigenaar zijn van goederen. De
rechtspersoon heeft een vermogen wat is afgescheiden van de vermogens van bijv. de
bestuurders of andere personen die betrokken zijn (bijv. aandeelhouders of leden van een
vereniging).
Simpel gezegd: als je een rechtspersoon hebt met 3 bestuurders, dan zou je kunnen zeggen
dat je vier vermogens hebt. Drie privévermogens van de bestuurders en één vermogen van
de rechtspersoon.
Bijkomende afspraak
In beginsel geen persoonlijke aansprakelijkheid voor de schulden voor rechtspersoon:
o Bestuurders
o Aandeelhouders (art. 2:64/175 BW)
o Leden vereniging
o Toezichthouders
,Bijkomende uitzonderingen
Leden coöperatie (W.A. en B.A., zie art. 2:55 lid 1 jo. 2:56 BW)
Bestuurder informele vereniging, art. 2:30 BW
De leden van een coöperatie met W.A. of B.A. moeten wel instaan voor de schulden van de
rechtspersoon, met hun eigen vermogen. En bestuurders van informele vereniging ook.
Dit zijn de uitzonderingen op de hoofdregel.
Doel rechtspersonen
Doel Nv/Bv
Doel coöperatie
Doel stichtingen/verenigingen
Heikel punt: uitkering behaalde winsten?
De keuze voor de rechtspersoon vorm moet je kunnen uitleggen, dan ga je allerlei vragen
stellen.
Het doel van de Nv/Bv en de coöperatie is heel simpel gezegd het drijven van een
onderneming die gericht is op het behalen van winst. Deze winst is bestemd voor de
aandeelhouders van de Nv of Bv en respectievelijk de leden van de coöperatie.
Als het de bedoeling is dat er winst wordt uitgekeerd, dan is een vereniging of stichting niet
geschikt. Voor deze twee geldt een winstuitkeringsverbod, art. 2:285 BW en art. 2:36 BW.
Het is verboden om behaalde winst uit te keren aan leden van vereniging of bestuurders van
een stichting of andere betrokkenen.
Een stichting of vereniging mag wel winst behalen, maar ze mogen het niet uitkeren een
bestuurders, andere betrokkenen of leden enz. Het is dan weer wel toegestaan dat er
werknemers in dienst zijn die salaris betaald krijgen.
Er is een belangrijke uitzondering, stichting:
art. 2:285 BW geen winstuitkeringen tenzij, de uitkering een ideële of sociale
strekking heeft. Denk bijv. aan de goede doelen stichtingen.
Nv en Bv
De Nv is geregeld in titel 4 boek 2 BW
De Bv is geregeld in titel 5 boek 2 BW
Let er echter op: titel 1 boek 2 BW ‘algemene bepalingen’
Gelden voor alle rechtspersonen, dus ook voor de Nv/Bv
Belangrijk is art. 2:25 BW:
“Van de bepalingen van dit boek kan slechts worden afgeweken, voor zover dat blijkt uit de
wet,”.
, Hoe komt de Nv en Bv aan geld?
Art. 2:64 (175) lid 1 BW:
o In aandelen verdeeld kapitaal (Bv: 1 of meer aandelen)
o Ook wel: kapitaalvennootschap
o Kapitaal bijeengebracht door derden
o 1 of meer aandeelhouders
Art. 2:80a/80b (191a/91b) BW:
o Storting op aandelen in geld of natura
De Nv en Bv moeten aandelen hebben, anders kunnen ze hun activiteiten niet uitoefenen. Zij
kennen een uit aandelen bestaand kapitaal. Het kapitaal is verdeeld in aandelen =
kapitaalvennootschappen. De gedachte is dat het kapitaal bijeen gebracht wordt door
derden. Het meest bekende voorbeeld wat je kent is dat er kapitaal wordt opgehaald via de
aandelenbeurs in Amsterdam. Er worden aandelen gekocht door mensen, daarmee worden
mensen aandeelhouders. De storting op aandelen kan in geld of in natura, is de keuze van de
Nv/Bv en aandeelhouder.
Oprichting
Door een of meer personen, art. 2:64/175 lid 2 BW
Akte van oprichting; statuten, art. 2:65 en 66/176 en 177 BW
Bij notariële akte, art. 2:4 jo. 2:64/175 lid 2 BW
o Notariële akte is onstaansvoorwaarde
De oprichting moet altijd bij een notaris. De akte van oprichting bevat een aantal verplichte
dingen, zie de artikelen. Het opmaken van een notariële akte is een ontstaansvoorwaarde.
Het is een artikel uit de algemene bepalingen, dus geldt voor iedere rechtspersoon. Kan
alleen van afgeweken worden voor zover het uit de wet blijkt. Als een Nv/Bv wordt opgericht
zonder dat er een notariële akte is verleden, dan bestaat zij niet.
Je moet goed bedenken dat het oprichten bij notariële akte een onstaansvoorwaarde is,
daarnaast moet hij worden ingeschreven in het handelsregister.
Verplichting tot inschrijving in handelsregister
o Art. 2:69 lid 1 en 2:180 lid 1 BW
o Art. 5-7 en 18 Hrgw 2007 en art. 22 Hgrb 2008
o Doel Handelsregister
Inschrijving is geen onstaansvoorwaarde!
Is de Nv/Bv niet ingeschreven?
o Persoonlijke aansprakelijkheid bestuurder(s)
o Zie art. 2:69 lid 2 sub a en 2:180 lid 2 BW
Potentiële wederpartijen of anderen moeten kunnen achterhalen wat de
organisatiestructuren zijn van de Nv of Bv. De gedachte is dus dat in het Handelsregister
altijd de juiste gegevens worden bewaard. Zodat je weet waar je mee te maken krijgt. Een
vlot verlopend handelsverkeer is gediend door het goed bijhouden van het Handelsregister.
De wetgever heeft gezegd, wanneer niet ingeschreven in het Handelsregister is de sanctie
dat je persoonlijk aansprakelijk wordt.