Schrijfopdracht strafprocesrecht
Casus:
In de nacht van 2 op 3 maart 2010 worden vijf oude meesters uit het Frans Hals Museum gestolen. Na
langdurig onderzoek komt men in 2016 Hans van Meessen op het spoor. Op 14 maart 2016 gaat
politieel infiltrant A-1303, alias Geert de Rooy, samen met politieel infiltrant A-3028, alias Suzanne,
naar restaurant brasserie Christoffel te ’s-Hertogenbosch om contact te leggen met Hans van
Meessen. Dat contact komt tot stand op het terras van dat restaurant. Er wordt wat gesproken over
eten en drinken. Vervolgens geeft Suzanne aan dat ze laatst in Londen is geweest, waar ze samen met
een Joodse vriend, die veel zaken doet met o.a. Russen, heerlijk had gegeten. Hans van Meessen
vertelt dat hij ook wel eens in Londen was geweest en dat daar veel geld zit. Hij vertelt dat hij laatst op
de (gerenommeerde kunst- en antiekbeurs) TEFAF in Maastricht is geweest waar ook veel mensen
met geld rondliepen. Hans van Meessen vertelt verder dat hij wat in de kunst doet. Hans van Meessen
vraagt op het terras of de Joodse vriend van Suzanne uit Londen echt verstand heeft van kunst. Hans
van Meessen geeft aan dat hij dan wel wat voor die vriend heeft. De stukken zijn enkele jaren geleden
door een bende kunstdieven ontvreemd. De waarde van de stukken bedraagt volgens Hans minstens
10 miljoen euro, maar “zij” willen er 1,75 miljoen euro voor hebben.
Een volgende ontmoeting tussen Suzanne en Hans van Meessen vindt plaats op 30 maart 2016 in café
Reinders. Tijdens die ontmoeting vertelt Hans van Meessen dat hij vijf schilderijen van verschillende
Nederlandse grootmeesters te koop heeft. De schilderijen zijn echter niet bij hem. Een andere man
heeft ze onder zich. Intussen worden de telefoongesprekken van Hans worden getapt, uitgeluisterd en
verwerkt in een proces-verbaal. Zo komt ook zijn zoon Piet van Meessen in beeld als verdachte.
Suzanne en Geert onderhouden contact met Hans van Meessen. Suzanne en Geert hebben
aangegeven dat de in Londen woonachtige David graag de schilderijen wil kopen om zo zijn
kunstcollectie met mooie stukken uit te breiden. Afgesproken wordt dat eerst een schilderij aan David
wordt overgedragen, daarna de andere vier. Hans dringt er op aan de overdracht plaats te laten
vinden in de buurt van de Belgische grens. Hij is van mening dat wanneer Geert en David van de
overheid zouden zijn, hij dan “safe” zou zijn.
De ‘koper uit Londen’ (“David”) is inmiddels ook betrokken geraakt bij de onderhandelingen en gaat
daadwerkelijk met Geert (A-1303) de schilderijen afnemen. Hoe de transactie verder verloopt is
weergegeven in onderstaande proces verbaal dat van de ontmoeting is opgemaakt:
“Op zaterdag 13 september 2016, omstreeks 14:03 uur, kreeg ik, A-1303, Geert, op mijn mobiele
telefoon een inkomend gesprek van [Hans]. Uit dit gesprek, waarin [Hans] […] positief over een
schilderij sprak, begreep ik, A-1303, dat hij met genoemd schilderij onderweg was naar [het [Van der
Valkl] hotel te Eindhoven]. […]
Omstreeks 14:25 uur, bevind ik, A-1303, mij in genoemd hotel. Ik, A-1303, zag toen dat een grijze
Volkswagen Golf het parkeerterrein van het genoemd hotel op komt rijden. Kort hierna liep ik, A-1303,
[Hans] tegemoet die uit de richting van de ingang van het parkeerterrein komt lopen. Nadat [Hans] en
ik, A-1303, elkaar begroet hebben, zegt [Hans] dat alles in orde is. [Hans] zegt dat hij het schilderij in
de kofferbak van zijn auto heeft liggen. [David] [Hans] en ik, A-1303, liepen naar eerder genoemde
Volkswagen waarin wij beiden plaats namen. Ik, A-1303, zei dat [Piet] maar even naar de andere zijde
van de parkeerplaats moet rijden wat [Hans] vervolgens ook doet. Ik, A-1303, zei tegen [Hans] dat
[David] het schilderij wel uit de kofferbak zou pakken. Ik, A-1303, zag toen dat [Hans] de rugleuning
, van de achterbank van genoemde Volkswagen naar voren kantelt waarna [Hans] [David] de ruimte
geeft om een groot vierkant pakket, verpakt in een wit dekbed, uit de kofferbak te pakken. Ik, A-1303,
zag vervolgens dat [David] genoemd pakket in een andere auto legt. […] [Hans] vroeg of ik het geld al
had geteld. [V] zei dat hij driehonderdtwintigduizend euro voor zich zelf wil houden en dat [Hans] de
overgebleven honderdtachtigduizend euro aan [Piet] zou geven. Toen [Hans] en ik, A-1303, daar zaten
kreeg [Hans] een sms op zijn telefoon die er in het kort op neer komt dat [Hans] degene die die sms
verstuurd heeft op de hoogte moet houden. [Hans] zei dat dat een sms van [Piet] was. Nadat ik, A-
1303, van [David] heb begrepen dat het schilderij goed is zei ik, A-1303, tegen [Hans] dat ik het geld
zou gaan halen waarna ik, A-1303, uit genoemde Volkswagen stapte en over genoemde parkeerplaats
wegloopt. Korte tijd hierna begreep ik, A-1303, dat [Hans] door collega’s was aangehouden.”
Piet van Meessen wordt op diezelfde dat goed in de gaten gehouden. Zodra de situatie dat toelaat,
wordt hij in de loop van de middag in de nabijheid van zijn woning aangehouden door een
arrestatieteam op voor zijn mogelijke betrokkenheid bij de heling van de kunstwerken.
Op 13 september 2016 wordt een doorzoeking gepland op een perceel te ’s-Hertogenbosch, waarop
zich de woning van Hans van Meessen bevindt. Bij aanvang van de doorzoeking wordt aan Hans van
Meessen medegedeeld dat zij de woning willen doorzoeken. Hiervoor beschikt men over een
schriftelijke machtiging voor het binnentreden en doorzoeken van de woning. In de woning van Hans
van Meessen werd in twee kussens van zijn bank een totaalbedrag van 100.000 euro aangetroffen, dat
afkomstig is van een eerste betaling die Geert de Rooy had gedaan. Tevens werden er onder meer
twee hagelgeweren, een doorgeladen vuistvuurwapen en munitie van verschillend kaliber
aangetroffen. De verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat de wapens en munitie zijn
eigendom zijn.
Na de doorzoeking bij Hans van Meessen, wordt er op diezelfde dag een doorzoeking gepland bij de
woning van Piet van Meessen. Ook daar wordt aan Piet van Meessen medegedeeld dat de woning
wordt doorzocht, ondanks dat er een schriftelijke machtiging is voor deze doorzoeking. Echter, Piet
van Meessen geeft gelijk aan dat hij geen toestemming hiervoor verleend. Ondanks dat, haasten de
agenten zich naar binnen en beginnen te doorzoeken. In de woning van Piet van Meessen werd achter
een plint van het keukenblok een totaalbedrag van 95.500 euro aangetroffen, dat afkomstig was van
de betaling die Geert de Rooy heeft gedaan.
1. Benoem het gebruikte opsporingsmiddel van de casus en beoordeel of deze rechtmatig zijn.
- Infiltratie (2x), art. 126h Sv
Eventueel zou het ook art. 126p kunnen zijn, maar uit de casus blijkt niet dat op het moment van het
inzetten van de infiltrant sprake was ‘een redelijk vermoeden dat in georganiseerd verband misdrijven
als omschreven in artikel 67, eerste lid, worden beraamd of gepleegd die gezien hun aard of de
samenhang met andere misdrijven die in dat georganiseerde verband worden beraamd of gepleegd
een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren’, het criterium uit art. 126o Sv. De voorwaarden voor
art. 126h zijn:
- verdenking (art. 27 Sv)
- van een misdrijf uit art. 67 Sr, dat gezien zijn aard of samenhang met andere door de verdachte
begane misdrijven een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert
- dringend onderzoeksbelang
- bevel wordt door de OvJ (na een beslissing van het College van PG’s, na advies van de Centrale