College 1 (Hoofstuk 1)
HRM
Medewerkers productief laten zijn, zorgen dat de arbeidsrelatie in evenwicht is en zorgen dat een
bedrijf voldoet aan de maatschappelijke normen
Directe gedragsregulering: medewerkers worden direct aangestuurd door een leidinggevende
Human Capital Management: het optimaliseren van en investeren in menselijk kapitaal
Organisational Proces Advantages: het werk zo inrichten en organiseren dat men sneller, beter en
goedkoper is dan de concurrent
Soorten HRM
Operationeel -> uitvoerend
Strategisch -> op lange termijn
Organisatorisch -> regelen, hoe?
Institutionele regulering
Wetten (aantal uur dat je max. mag werken)
CAO’s
Vakbond en werkgeversorganisaties
, Verschillende perspectieven
Bedrijfseconomisch (effectiviteit en efficiëntie)
Sociaalpsychologisch (arbeidsvoorwaarden, arbeidsinhoud, arbeidsomstandigheden en
arbeidsverhoudingen)
Politiek (belangen)
Maatschappelijk (acceptatie)
Verschillen in organisaties en HRM (indeling van Schoemaker)
Massaproductie
Modern productiewerk (veel invloed klant)
Massadienstverlening (Mac Donalds, trein)
Kennisintensieve dienstverlening (operatie)
Omgeving en strategie:
Strategie: waar willen we heen?
Structuur: hoe is de organisatie opgebouwd?
Cultuur: hoe doen we de dingen hier?
Persoonlijke kwaliteiten: hebben we voldoende mensen die doen wat ze moeten doen?
Human Capital (Lepak & Snell)
Ondersteunend personeel (weinig opbrengst, veel aanbod -> voor wat, hoort wat
(transactioneel van aard))
Kernwerknemers (veel opbrengst, genoeg aanbod)
Ondersteunende professionals (weinig opbrengst, weinig aanbod)
Professionals (veel opbrengst, weinig aanbod)
Mintzberg
Onderlinge afstemming: samen afspreken
Directe supervisie: baas geeft opdracht aan medewerker
Standaardisatie van werkprocessen: functieomschrijving
Standaardisatie van bekwaamheden: vooropleidingseisen en zelf extra opleiden
Standaardisatie van de output: zeggen wat het resultaat moet zijn, zelf weten hoe je dat bereikt