Samenvatting hoorcolleges SCO
Supply chain operations: “het ontwerpen, aansturen en verbeteren van de processen die de
primaire producten en/of diensten van een bedrijf vervaardigen”.
Basisconcepten SCO
1. Operations & Supply chain processen, bestaat uit:
Making -> groep activiteiten die input transformeren tot output
Sourcing -> op zoek naar de beste leveranciers dus selecteren, beoordelen en dan het
onderhouden van contractbeheer en relatie opbouwen,
Delivering -> aansturen van transport en opslag, voorraadbeheer, routeplanning,
verkoopkanalen. Logistieke dienstverlener of eigen vervoer? Als laatste
informatiemanagement, ontvangstbevestiging, track en trace, facturering
Returning-> klantenservice en andere after sales ondersteuning en het terugnemen van
gebruikte producten, defecten of te veel aan producten.
Planning -> alle processen die nodig zijn om de processen aan te sturen. Strategisch, welke
lange termijn doelstellingen streeft het bedrijf na en welke middelen zijn daarvoor nodig.
Tactisch, iets kortere termijn, verschillende voorraadniveaus. Operationele planning,
productieproblemen.
Making en planning = operations management (primaire
processen van het bedrijf). Het aansturen van de
productieprocessen, vooral binnen het bedrijf, om die
soepeler en beter te laten verlopen.
COO – Chief Operations Officer = hoogstgeplaatste verantwoordelijke voor operations.
Verantwoordelijk voor zowel strategisch, tactisch als operationele planning van
bedrijfsprocessen. Naast deze hoge functie komt ook de CSCO steeds vaker voor “Chief
Supply Chain Officers”
Basisconcepten SCO
2. Producten versus diensten:
1. Diensten zijn niet tastbaar (intangible) producten wel
2. Bij diensten is er interactie met de klant en verschillen van kwaliteit
3. Diensten zijn heterogeen, niet elke dienst is hetzelfde
4. Diensten kunnen niet opgeslagen worden (bederfelijk en tijdsafhankelijk
5. Hoe een klant de dienst ervaart is afhankelijk van de context
,Goederen-diensten continuüm; pure goederen, kern goederen, kern diensten, pure
diensten. Houdt in dat veel diensten en goederen vaak gemixt zijn
Basisconcepten SCO
3. Operations & Supply chain strategie; doelstellingen en plannen om de middelen van
een bedrijf goed te gebruiken. Het doel van een bedrijf is op zoek gaan naar een
Concurrentievoordeel.
Dat kan op 5 verschillende manieren
1. Kosten
2. Kwaliteit
3. Leversnelheid
4. Leverbetrouwbaarheid
5. Flexibiliteit (volume, mix en prodcutflexibiliteit)
Trade-offs; zijn twee dimensies die je tegen elkaar kan afwegen.
Performance frontier; prestatiecurve tussen 2 doelstellingen. Meestal wordt er een punt
gekozen op de frontier, dat wordt dan als doel gezet. Maar je kan ook onder die curve
zitten, dan is er niet genoeg spanning tussen de twee dimensies.
Je moet dus prioriteiten stellen, je kan niet in alles uitblinken. Afweging -> order qualifiers
en order winners
Order qualifiers; prestatiedoelstellingen waarop klanten een minimale prestatie verwachten
(Een laptop die aangaat).
Order winners: goed presteren op deze prestatiedoelstellingen, dit draagt significant bij aan
het binnenhalen van een klant.
, Proces en lay-out typen
- Proces typen, generieke inrichting van het productieproces
- Lay-out typen, specifieke positionering van machines/ gereedschap in fabriek en
manier van toewijzing van taken aan machines/ gereedschap. (boek is onduidelijk)
zei nestor voor meer info
- Type proces en lay-out zijn aan elkaar gerelateerd, maar niet precies hetzelfde, zie
de toelichting op Nestor
Maakindustrie omvat alle bedrijven die dingen maken.
Processen in de maakindsutrie verschillen op 2 belangrijke dimensies
1. Variatie; mate waarin verschillende producten worden geproduceerd
2. Volume; het aantal producten dat wordt geproduceerd
Vaak gaan de 2 dimensies hand in hand
Type processen
3. Project – vaak grootschalig proces, met veel werk, en een paar of unieke producten
Sterke volgordelijkheid tussen verschillende taken (complex project)
Product wordt opgeleverd voordat het aan het volgende product begonnen wordt
4. Jobbing, productie vaak op kleine schaal, vaak op klantwens afgestemd. Processen
worden uitgevoerd door vakmensen. Proces van product tot product vaak
onderbroken
5. Batch processen, productie van meerdere of dezelfde producten (meer
standaardisatie). Batch van dezelfde producten en het plannen van batch processen
6. Massaproductie, veel vergelijkbare producten en worden in grote volumes
geproduceerd. Weinig procesonderbrekingen (lopende band). Nadruk op efficiëntie,
minder op flexibiliteit.
7. Continu productie, geen discrete producten te onderscheiden, op grote schaal
geproduceerd.
Lay-out type 4 typen
Gaat om de manier waarop machines en gereedschap zijn gepositioneerd in de fabriek
1. Vaste positie, het product blijft op dezelfde plek tijdens de productie.
2. Functioneel, vergelijkbare machines en gereedschap staan allemaal bij elkaar. Taken
worden door deze afdelingen/ ruimtes gerouteerd.