Kunstzinnige
oriëntatie
EIGEN VAARDIGHEID
Lori-Lisa van Gelder – van Berkel
PABO INHOLLAND HAARLEM | VDT F1A | OKTOBER 2021
, KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE
VERKLARING VORMVEREISTEN
Naam student Lori-Lisa van Gelder
Studentnummer 00401131
Onderwijseenheid PABO VDT F1a
Datum 20-12-2021
Criteria Omschrijving Vink aan als je
bewijsdossier
voldoet aan de eis
Volledigheid Het bewijsdossier bevat bewijzen die de reflectie (claim) V
ondersteunen ten aanzien van de leeruitkomst(en).
In het bewijsdossier wordt op passende plekken naar
bewijsmaterialen verwezen en het bewijsmateriaal is
geordend
(Alle onderdelen zijn aanwezig.)
Omvang De omvang van de kerntekst (onderbouwing en 1600
verantwoording) bestaat uit maximaal 2000 woorden.
Vermeld hiernaast het aantal woorden.
Transparantie Bewijzen zijn als bijlagen opgenomen en via de navigatiebalk V
te bereiken (koppenstructuur).
(bronnen)
Er is volgens de APA-richtlijnen (in tekst en in bronnenlijst) V
naar de gebruikte bronnen verwezen.
Structuur Het bewijsdossier is toegankelijk (opbouw en indeling) V
LORI-LISA VAN GELDER – VAN BERKEL 1
, KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE
VERWIJSWIJZER
Muziek Indicatoren Type bewijslast Vindplaats
Beheerst het zingen van Video-opname van • Gradework
relevant, passend en gevarieerd repetitie
LU liedrepertoire (het liedrepertoire
omvat materiaal voor alle Geluidsopname van 5
basisschoolgroepen; ook zijn er ingezongen liedjes
interculturele liedjes opgenomen)
Beheerst het spelen op Video-opname • Muziek_piano_Lori-
muziekinstrumenten Lisa_de banjospeler
(schoolinstrumenten), met en • Muziek_piano_Lori-
zonder hulp van grafische en Lisa_mieke heeft een
traditionele notatie. lammetje_instrumentaal
Beheerst het lezen van muziek Video-opname • Muziek_piano_Lori-
ten behoeve van het musiceren Lisa_mieke heeft een
(zingen en spelen). lammetje_met zang
Dans Indicatoren Type bewijslast Vindplaats
/drama
Weet en beheerst verschillende Verslag • Theorie Dans / Drama
bewegings- en
uitdrukkingsmogelijkheden van
LU het lichaam, zoals coördinatie,
spierbeheersing, oriëntatie in de
ruimte, enzovoort, en de
danselementen tijd, kracht en
ruimte.
Weet en beheerst verschillende Verslag • Theorie Dans / Drama
uitdrukkingsmogelijkheden van
het lichaam, zoals houding,
beweging, mimiek, stem en het
verkennen van de basis
spelelementen wie, wat,
waarom, waar en wanneer.
Weet en beheerst Video opname • 210915_Woordenschat
spanningsopbouw en incl drama_low
uitdrukkingsvormen zoals Verslag • Theorie Dans / Drama
speltechniek en spelstijlen.
Weet en beheerst Video-opname • 210915_Woordenschat
zeggingskracht voor publiek incl drama_low.mp4
LORI-LISA VAN GELDER – VAN BERKEL 2
, KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE
Beeldende Indicatoren Type bewijslast Vindplaats
vorming
Beheerst de omgang met Foto’s van gemaakt Bijlage 1: BEVO |
beeldende materialen, werk Gezonde boterham
technieken en beeldaspecten.
LU Bijlage 2: BEVO | Taartje
Bijlage 3: BEVO | Portret
Weet materialen, technieken en Foto’s van gemaakt Bijlage 1: BEVO |
beeldaspecten op elkaar af te werk Gezonde boterham
stemmen en toe te passen om
betekenis aan het beeld te Bijlage 2: BEVO | Taartje
verlenen.
Bijlage 3: BEVO | Portret
Beschikt over inzicht in het Verslag • Hoofdstuk 3 –
vormgevingsproces van het Beeldende vorming
eigen beeldend werk.
Beschikt over inzicht in het Verslag • Hoofdstuk 3 –
beschouwingsproces van het Beeldende vorming
eigen beeldend werk.
LORI-LISA VAN GELDER – VAN BERKEL 3
, KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE
INHOUDSOPGAVE
VERKLARING VORMVEREISTEN ........................................................................................................................ 1
VERWIJSWIJZER ................................................................................................................................................. 2
HOOFDSTUK 1 – MUZIEK .................................................................................................................................. 5
1.1 THEORIE .......................................................................................................................................................................... 5
1.2 PRAKTIJK ........................................................................................................................................................................ 5
1.2.1 Zingen...................................................................................................................................................................... 5
1.2.2 Instrument bespelen en noten lezen ..................................................................................................................... 5
HOOFDSTUK 2 – DANS / DRAMA ..................................................................................................................... 6
2.1 THEORIE .......................................................................................................................................................................... 6
2.2 PRAKTIJK ........................................................................................................................................................................ 6
2.2.2 Drama eigen vaardigheid ......................................................................................................................................... 7
2.2.3 Dans eigen vaardigheid ............................................................................................................................................ 7
HOOFDSTUK 3 – BEELDENDE VORMING .......................................................................................................... 8
3.1 THEORIE .......................................................................................................................................................................... 8
3.2 PRAKTIJK ........................................................................................................................................................................ 8
3.2.1 Gezonde boterham .................................................................................................................................................... 8
3.2.2 Taartje.......................................................................................................................................................................... 8
3.2.3 Portret .......................................................................................................................................................................... 9
BIBLIOGRAFIE .................................................................................................................................................. 10
BIJLAGEN ......................................................................................................................................................... 11
BIJLAGE 1: BEVO | GEZONDE BOTERHAM ................................................................................................................................. 11
BIJLAGE 2: BEVO | TAARTJE ...................................................................................................................................................... 12
BIJLAGE 3: BEVO | PORTRET ..................................................................................................................................................... 13
LORI-LISA VAN GELDER – VAN BERKEL 4
, KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE
HOOFDSTUK 1 – MUZIEK
1.1 THEORIE
“Muziek is in vorm gezette klank die betekenis heeft voor mensen. De drie
kernwoorden van muziek zijn klank, vorm en betekenis” (van der Lei,
Haverkort, & Noordam, 2016, p. 21).
Samen vormen deze woorden het KVB-model. Hierin worden de drie
kernwoorden gecombineerd met de vijf domeinen van muziek: zingen,
luisteren, spelen op instrumenten, muziek lezen en noteren en bewegen op
muziek (van der Lei, Haverkort, & Noordam, 2016).
1.2 PRAKTIJK
1.2.1 ZINGEN
Hoewel ik mezelf absoluut niet als een uitmuntende vocalist beschouw, gaat zingen me redelijk goed
af. Als moeder heb ik de afgelopen jaren talloze liedjes gezongen voor mijn eigen opgroeiende
dochters en ook met publiek (thuis, op de PABO of in de klas) schaam ik me niet een liedje te zingen.
Wanneer ik in mijn (stage)klas zing, ben ik me bewust van mijn voorbeeldrol en neem dan ook de
leiding in toon, ritme en volume. Indien nodig, begeleid ik de groep met handgebaren en mimiek. Ik zie
dat de kinderen dan snel mijn voorbeeld volgen. Ik heb geleerd dat ik af en toe ook mijn eigen zang
stil moet houden, zodat de kinderen zonder mijn voorbeeld het lied verder zingen. Ik zorg dan dat ik
wel het ritme met mijn handen blijf aangeven.
Als bewijs eigen vaardigheid voeg ik een aantal fragmenten in Gradework toe. Allereerst de repetitie
van het oefengroepje. Helaas konden we door de lockdown niet onze eigen vaardigheid live afronden
bij Hans van Eerden. Daarnaast nog een aantal ingezongen fragmenten waarin ik aantoon dan ik op
de juiste toonhoogte inzet.
1.2.2 INSTRUMENT BESPELEN EN NOTEN LEZEN
Ik heb als kind een blauwe maandag pianolessen gevolgd. Ik heb toen ook noten leren lezen.
Afgelopen zomer heb ik een keyboard aangeschaft en ben ik via een beginnersboek opnieuw gaan
oefenen met liedjes spelen. Ik merkte dat ik het redelijk snel weer oppikte en mijn eigen kinderen
spelen inmiddels ook wat simpele deuntjes. Kortom, het is leuk om het pianospelen samen met mijn
kinderen weer op te pakken. Zie ook een extra filmpje in Gradework waarin mijn dochter oefent met
pianospelen.
In Gradework neem ik drie videofragmenten als bewijsmateriaal op, waarin ik aantoon dat ik
(simpele) noten kan lezen, een simpel liedje op de piano kan spelen en mezelf in zang kan begeleiden
op de piano.
LORI-LISA VAN GELDER – VAN BERKEL 5
, KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE
HOOFDSTUK 2 – DANS / DRAMA
2.1 THEORIE
Materie: gaat over de uitdrukkingsmogelijkheden van het lichaam. Bij drama gaat het om aspecten
zoals houding, beweging, mimiek, stem en het verkennen van de basis spelelementen: wie, wat,
waarom, waar en wanneer (Heijdanus, 2016). Bij dans gaat het om coördinatie, spierbeheersing,
oriëntatie in de ruimte, verfijning en nuancering van eigen bewegingen in de danselementen ruimte
(hoe beweeg je je in de ruimte), tijd (welke tijd neemt de beweging in het beslag en heeft het een
bepaald ritme, frasering of cadans) en kracht (hoe gebruik je je spierkracht en energie). (Heijdenus-De
Boer & Van Nunen, 2017).
Vorm: verwijst naar de dramatische lijn (spanningsopbouw) en uitdrukkingsvormen. Bij drama gaat het
dan bijvoorbeeld over speltechnieken en spelstijlen om kleur te geven aan een boodschap. Bij dans
gaat het om afstemming van vorm en inhoud via bijvoorbeeld herhaling, contrast, articulatie en
frasering (Heijdanus, 2016).
Betekenis: in drama richt zich dit op vormgeven aan de persoonlijke verbinding met een onderwerp of
thema waardoor zeggingskracht ontstaat (Heijdanus, 2016). Voor dans gaat het om inhoudelijke
invulling van een onderwerp (Heijdenus-De Boer & Van Nunen, 2017).
Centraal in het MVB model staat creativiteit. Dat komt tot uiting in verschillende waarneembare
handelingen. Voor dans zijn deze handelingen: dansen, beschouwen, ontwerpen en vormgeven,
choreograferen en presenteren (Heijdenus-De Boer & Van Nunen, 2017). Voor drama: spelen,
beschouwen, ontwerpen en vormgeven, regisseren en presenteren (Heijdanus, 2016) (Heijdanus, 2016).
Deze onderdelen wisselen elkaar af en vullen elkaar aan, en geen ervan kan gemist worden. Deze
afwisseling zorgt er ook voor dat opvattingen oorspronkelijk kunnen zijn, verassend en inspirerend.
MVB: Dans MVB: Drama
2.2 PRAKTIJK
Ik geef eerlijk toe, in de spotlight staan met dans / drama is niet mijn favoriete hobby. Tuurlijk, bij een
feestje sta ik ook op de dansvloer en als iedereen in thema verkleed gaat, dan ga ik ook op zoek
naar een passende outfit, maar het liefst blijf ik puur bij mezelf. Ik weet ook waarom ik dit nog altijd
moeilijk vind: als kind werd ik nogal eens gepest met dat ik op Barbie leek, met als gevolg dat ik
mezelf het liefst onzichtbaar wilde maken. Inmiddels kan ik dit als volwassen vrouw goed in perspectief
plaatsen, maar alsnog merk ik dat ik me bij dit vak bewust uit mijn comfortzone moet trekken. Iets dat
vast na oefening en verdieping in de literatuur beter zal gaan.
LORI-LISA VAN GELDER – VAN BERKEL 6