AFPF Jaar 2 Blok B
Casus 1 Anne
Acute cholecystitis= galblaasontsteking
Peritonitis= buikvlies (holte) ontsteking
Open operatie: operatie die je echt kan zien
Laparoscopisch operatie: niet open operatie
Robot geassisteerd operatie: operatie met behulp van robot
Arterieel/hartkatheter operatie
Preoperatief: Voor geschiedenis, gewicht, ziektebeeld (diabetes), lichamelijk onderzoek
(hart en longen voor conditie belangrijk), medicatie (zwakke maag, lever, nieren),
aanvullend (lab) onderzoek (ECG, stolling, kruisbloed (transfusie, bloedgroep en
rhesusfactor), x-thorax), allergieën, hormonen (bijv. meer prednison tijdens operatie, want
dat zorgt voor meer stress.
ASA classificatie:
Premedicatie:
Benzodiazepinen: kalmerende medicamenten, slaapmiddelen, angstremmend, sederend,
mensen vergeten.
Opiaten: pijnstillers
Medicatie tegen aspiratie
Anticholinergica: Neurotransmitter, remt assitiel, remt parasympatische zenuwstelsel, legt
darmen plat.
Maagzuurremmers: minder maaginhoud
Niet altijd noodzakelijk, omdat de anesthesist dit ook kan doen.
Lokale anesthesie:
verdoving kan op een paar plekken zonder dat er narcose wordt gebruikt
Verdovende zalf
injecterend kan je ook verdoven
, Epidural/spinal anesthesie
Epiduraal (ruggenprik): vaak bij bevalling, dan hou je nog motoriek over, sensorisch wordt
hier geremd. Je zit niet in de hersenen, daarom mag je ook een plastic buisje achterlaten
(een soort van infuus) (katheter).
Spinal: Motoriek wordt hierbij geremd, je prikt door de hersenvliezen heen. Hierbij kan je
nog lekkage van het hersenvocht krijgen.
Algehele anesthesie (narcose)
pijnstillend: analgesie (opiaten)
Hypnoticum: slaapmiddel, narcosemiddel (propofol)
Amnesie: geheugenverlies benzodiazepine
Paralyse: spierverslappers
Direct postoperatief: Ontwaken op Ok, herstellen op IC,Vitale functies en bewustzijn, VAS-
score en kijken of er misselijkheid is.
Aldrete- ontwaak score, je mag terug naar de afdeling als er een score is van hoger dan
negen.
Overdragen OK naar afdeling
Identiteit patiënt
Controles
VAS/score
Recovery score
Postoperatieve instructies (katheter, drain’
Complicaties tijdens operatie (veel bloedverlies)
Welke medicamenten zijn gegeven
Heeft iemand overgegeven
Of ontwaken moeizaam is gegaan
Trombotica profylaxe: tegen trombose
Aandachtspunten na operatie
Bloedingen (hartslag omhoog, bloeddruk daalt)
Urine productie
Juiste vochtbalans
Voeding
Bewustzijn (delier)
Infectie (TIME-model, temperatuur (hyperthermie)
Peritonitis: buikvlies (holte) ontsteking
Oorzaak: Lekken dan de darminhoud, appendicitis, galblaasontsteking, maagperforatie,
duodenum perforatie, tumor, Soa
Peritonitis symptomen: harde buik, als aangeraakt wordt hevige pijn, stille buik (darmen
stoppen met werken), loslaatpijn.
Aanvullend onderzoek: CT-scan (röntgen straling rondom bepaald deel van je lichaam),
echo van de buik, röntgenfoto
Behandeling: Spoed operatie, antibiotica werkt niet altijd en niet snel genoeg.
Casus 1 Anne
Acute cholecystitis= galblaasontsteking
Peritonitis= buikvlies (holte) ontsteking
Open operatie: operatie die je echt kan zien
Laparoscopisch operatie: niet open operatie
Robot geassisteerd operatie: operatie met behulp van robot
Arterieel/hartkatheter operatie
Preoperatief: Voor geschiedenis, gewicht, ziektebeeld (diabetes), lichamelijk onderzoek
(hart en longen voor conditie belangrijk), medicatie (zwakke maag, lever, nieren),
aanvullend (lab) onderzoek (ECG, stolling, kruisbloed (transfusie, bloedgroep en
rhesusfactor), x-thorax), allergieën, hormonen (bijv. meer prednison tijdens operatie, want
dat zorgt voor meer stress.
ASA classificatie:
Premedicatie:
Benzodiazepinen: kalmerende medicamenten, slaapmiddelen, angstremmend, sederend,
mensen vergeten.
Opiaten: pijnstillers
Medicatie tegen aspiratie
Anticholinergica: Neurotransmitter, remt assitiel, remt parasympatische zenuwstelsel, legt
darmen plat.
Maagzuurremmers: minder maaginhoud
Niet altijd noodzakelijk, omdat de anesthesist dit ook kan doen.
Lokale anesthesie:
verdoving kan op een paar plekken zonder dat er narcose wordt gebruikt
Verdovende zalf
injecterend kan je ook verdoven
, Epidural/spinal anesthesie
Epiduraal (ruggenprik): vaak bij bevalling, dan hou je nog motoriek over, sensorisch wordt
hier geremd. Je zit niet in de hersenen, daarom mag je ook een plastic buisje achterlaten
(een soort van infuus) (katheter).
Spinal: Motoriek wordt hierbij geremd, je prikt door de hersenvliezen heen. Hierbij kan je
nog lekkage van het hersenvocht krijgen.
Algehele anesthesie (narcose)
pijnstillend: analgesie (opiaten)
Hypnoticum: slaapmiddel, narcosemiddel (propofol)
Amnesie: geheugenverlies benzodiazepine
Paralyse: spierverslappers
Direct postoperatief: Ontwaken op Ok, herstellen op IC,Vitale functies en bewustzijn, VAS-
score en kijken of er misselijkheid is.
Aldrete- ontwaak score, je mag terug naar de afdeling als er een score is van hoger dan
negen.
Overdragen OK naar afdeling
Identiteit patiënt
Controles
VAS/score
Recovery score
Postoperatieve instructies (katheter, drain’
Complicaties tijdens operatie (veel bloedverlies)
Welke medicamenten zijn gegeven
Heeft iemand overgegeven
Of ontwaken moeizaam is gegaan
Trombotica profylaxe: tegen trombose
Aandachtspunten na operatie
Bloedingen (hartslag omhoog, bloeddruk daalt)
Urine productie
Juiste vochtbalans
Voeding
Bewustzijn (delier)
Infectie (TIME-model, temperatuur (hyperthermie)
Peritonitis: buikvlies (holte) ontsteking
Oorzaak: Lekken dan de darminhoud, appendicitis, galblaasontsteking, maagperforatie,
duodenum perforatie, tumor, Soa
Peritonitis symptomen: harde buik, als aangeraakt wordt hevige pijn, stille buik (darmen
stoppen met werken), loslaatpijn.
Aanvullend onderzoek: CT-scan (röntgen straling rondom bepaald deel van je lichaam),
echo van de buik, röntgenfoto
Behandeling: Spoed operatie, antibiotica werkt niet altijd en niet snel genoeg.
