Koptekst: EENZAAMHEID EN ZELFEFFECTIVITEIT
DE INVLOED VAN EENZAAMHEID OP ZELFEFFECTIVITEIT EN HET
VERSCHIL IN ZELFEFFECTIVITEIT TUSSEN MANNELIJKE- EN
VROUWELIJKE STUDENTEN
Bas Hollander
2681895
Elmi Zwaan,
Groep 29
Statistiek I
First Attempt
19-12-2021
,Koptekst: EENZAAMHEID EN ZELFEFFECTIVITEIT
EENZAAMHEID EN ZELFEFFECTIVITEIT
In de afgelopen jaren heeft de wereld de invloeden en restricties van de pandemie,
veroorzaakt door het virus COVID-19, mogen voelen. Met name de toename in eenzaamheid
door ‘lockdowns’ hebben een negatief effect op de mentale gesteldheid onder jongeren
(Loades et al., 2020). De lockdowns en de daardoor toenemende eenzaamheid eist ook een tol
op de academische vaardigheden van studenten (Feldman et al., 2016).
In dit onderzoek wordt gekeken in hoeverre eenzaamheid, een subjectieve
beoordeling over gevoelens van eenzaamheid en sociale isolatie, een effect heeft op
zelfeffectiviteit, iemands vertrouwen in zijn/haar vaardigheden om een taak uit te voeren.
Tevens wordt er gekeken naar verschil in zelfeffectiviteit op de dimensie geslacht.
Het belang van dit onderzoek is om te achterhalen of studenten die zich als eenzaam
classificeren ook negatieve effecten ervaren op het gebied van zelfeffectiviteit. Ook wordt er
onderzocht of gender invloed heeft op de mate van zelfeffectiviteit.
Eenzaamheid onder studenten hangt samen met een laag beeld van zelfeffectiviteit
aangezien eenzaamheid een negatieve invloed heeft op de academische zelfeffectiviteit
(Feldman et al., 2016). Ook ervaren mannen een hogere besef van zelfeffectiviteit. Uit
onderzoek blijkt dat over het algemeen mannen een hogere zin van zelfeffectiviteit opgeven
dan vrouwen (Pajares., 2002).
Methode
Participanten
De steekproef bestond uit 300 participanten waarvan 16.3% mannen, 83.0% vrouwen
en 0.07% onbekend. De leeftijd varieerde van 17 t/m 44 (M = 21.21, SD = 4.05). Van de
participanten studeerde 54.7% psychologie, 24.3% pedagogiek, 13,0% PMC (pre-master) en
, Koptekst: EENZAAMHEID EN ZELFEFFECTIVITEIT
8.0% PA-kwadraat. Van alle studenten volgde 47.0% de nederlandse track en 53.0% de
internationale track. Qua voorgaande opleiding volgde 55.2% VWO, 3.3% HBO propedeuse,
16.4% HBO, 3.3% WO en 21.7% niet gespecificeerd.
Materialen
Door de participanten is er een enquête ingevuld. In deze enquête werd er onder meer
gevraagd naar eenzaamheid en zelfeffectiviteit van de participanten.
Eenzaamheid is gemeten met de UCS-8 Loneliness scale, waarbij een hoge score
subjectieve gevoelens van eenzaamheid en sociale isolatie reflecteert. De test van 8 items
werd gescoord door de participanten op een zes-punts Likert-schaal: 1 = Nooit, 2 = Bijna
nooit, 3 = Zelden, 4 = Soms, 5 = Vaak en 6 = Altijd, met een theoretisch bereik van [1-6].
Zelfeffectiviteit is gemeten met de MSLQ test. Hierbij is de schaal zelfeffectiviteit
voor leren en prestaties gebruikt, waarbij een hoge score een hoge ervaren mate van
zelfeffectiviteit reflecteert. De test van 8 items werd gescoord door de participanten op een
zeven-punts Likert-schaal van ‘helemaal niet waar’ (1) naar ‘zeer waar voor mij’ (7), met een
theoretisch bereik van [1-7].
Procedure en data analyse
Op basis van een online vragenlijst hebben participanten vrijwillig deelgenomen aan
de test. Voor het toetsen van de eerste hypothese is gebruik gemaakt van een regressie
analyse. De tweede hypothese is getoetst door een dubbelzijdige t-toets waarbij participanten
298 en 25 zijn verwijderd door afwezigheid geslachts indicatie. Alle toetsingsmethoden zijn
uitgevoerd met IBM SPSS statistics.