Samenvatting Gemeenterecht en Jurisprudentie van Staatsrecht en
Gemeenterecht
C.8 wat is gemeenterecht?
Gemeenterecht in de praktijk, H1 en 2 (m.u.v. par. 1.4)
Het Gemeenterecht
Regelt de taken en bevoegdheden van de gemeenteraad, burgemeester en wethouders
Gemeentelijke bestuursorganen
De gemeente = territoriale decentralisatie
Waarom decentralisatie? Gemeente staat het dichtst bij de burger en ontlasting centrale
overheid
Veel taken en bevoegdheden op gemeentelijke niveau vastgesteld
Functionele en territoriale decentralisatie
Decentralisatie: taken en bevoegdheden zijn verdeeld op verschillende niveaus
a. Functioneel: hierbij staat de functie van de overheden centraal. Denk aan bv. het COA,
DUO, NOVA, CBR; ZBO’s in het algemeen (valt niet onder de verantwoordelijkheid van
een minister (/bewindspersoon; door het ontbreken van direct zeggenschap van een
minister kan een ZBO alleen door middel van wet- en regelgeving gestuurd worden, in
een bijzondere wet)
(CBR wordt een bepaalde taak en bevoegdheid gegeven)
b. Territoriaal: hierbij is het grondgebied van belang. De Staat, de provincies of
gemeenten hebben taken en bevoegdheden op hun grondgebied.
(Waterschap heeft beiden elementen in zich)
Deconcentratie:
Een bepaalde taak wordt niet centraal, maar decentraal uitgevoerd
Gedeconcentreerde overheidsorganen zijn zelfstandige opererende onderdelen van een
ministerie en werken verspreid over Nederland. Ze werken onder verantwoordelijkheid van
de betreffende minister.
Bv: de Belastingdienst, maar ook het OM of de inspecties van volksgezondheid
Minister van Financiën is verantwoordelijk voor de Belastingdienst
Momenteel uitbesteed aan twee staatssecretarissen
Belastingdienst echter niet gelokaliseerd in Den Haag, maar verspreid over het hele land >
gedeconcentreerd
Ieder onderdeel werkt zelfstandig, maar werkzaam onder (de verantwoordelijkheid van) een
minister (of staatssecretaris).
Bij deconcentratie wordt macht overgedragen vanuit een centrale administratie door een
hoger rechtspersoon (overheid) naar lagere instanties die zelf geen rechtspersoon zijn maar
een intern deel vormen van dezelfde hogere rechtspersoon die de macht op deze manier
spreidt. Bij decentralisatie wordt de macht juist evenredig verdeeld over een aantal
gelijkwaardige rechtspersonen.
Monisme en dualisme in het gemeenterecht:
Wet dualisering gemeentebestuur = aanpassingen aan de Gemeentewet
a. Monisme, voor 2002: het college van B&W bekleedde een van de gemeenteraad afgeleide
(en daarmee ongeschikte) positie. Alle bevoegdheden lagen bij raad. Het college kon alleen
bevoegdheid verkrijgen door middel van delegatie (lid van B&W en van gemeenteraad).
b. Dualisme, na 2002: de raad staat nog steeds aan het hoofd van de gemeente, art. 125, lid 1
Gw, maar het college is nevengeschikt aan de raad, want ze hebben nu eigen taken en
bevoegdheden, art. 160, lid 1, sub a Gemw.
Beide organen en daarmee beide functies zijn van elkaar geschieden.
o Provincie werkt ook volgens het principe van dualisme in de verhouding tussen Provinciale
Staten en Gedeputeerde Staten.
o De waterschappen kennen nog steeds een monistische grondslag. Dat betekent dat de
leden van het dagelijks bestuur van een waterschap (de heemraden) mogen meestemmen
in de vergadering van het algemeen bestuur over hun eigen voorstellen.
Van monisme naar dualisme, een hobbelige weg:
Dualisme grote gevolgen voor machtsverhouding
, Invloed college op raad minder groot.
Afstand tussen raadsfractie en wethouder
Dit moest ‘inburgeren’
Veel ontslagen van wethouders (vertrouwensregel art. 49 Gemw)
Laatste woord ligt altijd bij de raad
Bevoegdheden van gemeentelijke bestuursorganen en het legaliteitsbeginsel:
Legaliteitsbeginsel: ieder overheidsoptreden dient te berusten op een daaraan
voorafgegane algemene regel. Dat die regel gemaakt mag worden, moet staan in de Gw/
wet in formele zin
De bevoegdheid voor gemeentelijke bestuursorganen staat in 1) de gemeentewet of
bijzondere wetten (art. 108 t/m 18 Gemw) of 2) de gemeentelijke verordening
1. Op basis waarvan mag de Gemeentewet gemaakt worden> art. 132, lid 1 Gw
2. Op basis waarvan mag de gemeentelijke verordening gemaakt worden> art. 127 Gw
Conclusie: er is aan het legaliteitsbeginsel voldaan
Let op: is het handelende bestuursorgaan daadwerkelijk het bevoegde bestuursorgaan?
Autonomie en medebewind ar. 124, lid 1 en 2 Gw jo 108, lid 1 en 2 Gemw:
Autonomie: de manieren waarop gemeente besturen (initiatief en zelfstandigheid)
Initiatief ligt bij de gemeente
Wanneer het haar ‘huishouding’ betreft
Wat valt er onder het begrip huishouding> restcategorie (subsidie, prostitutie)
Autonomie is dus de bevoegdheid tot regeling en bestuur van de gemeentelijke
huishouding naar eigen vrij inzicht. Daaronder valt ook de bevoegdheid om zaken
ongeregeld te laten.
Medebewind: uitvoering van een regeling wordt ‘gevorderd’ (geen initiatief, je moet en geen
zelfstandigheid)
Initiatief vanuit ander overheidsverband
Grondslag in een wet in formele zin
Met name in ruimtelijke ordening/milieu en het sociale domein
Bv. art. 3.1, lid 1 Wro, art. 2.4 Wabo (sociale domein: vaak kieswet, omgevingswet)
Dus een verplichting om hogere regelgeving uit te voeren.
Onderheid valt niet altijd scherp te maken, kijken naar eigen initiatief, optionele taak,
aanbevolen taak, politiek medebewind, ambtelijk medebewind en mechanisch
medebewind.
Autonomie en medebewind: verordeningen
a. Interne verordeningen: deze regels werken uitsluitend voor de gemeentelijke organisatie of
onderdelen daarvan, vb. geldelijke voorziening raadsleden
b. Externe verordeningen: deze verordeningen bevatten bepalingen en regels die gelden voor
inwoners en belanghebbenden. Eenieder die zich op grondgebied van de gemeente
bevindt, is gebonden aan deze verordening, vb. hondenuitlaat-verordening, APV,
subsidieverordening, prostitutieverordening.
Autonomie en medebewind, bovengrens en ondergrens:
Wordt deze grens overschreden dan is de verordening onverbindend.
a. Ondergrens:
Een verordening is onverbindend als zij onnodig ingrijpt in de private sfeer
Er wordt geen gemeentelijk belang gediend, maar de belangen van individuele
burgers worden geraakt.
b. Bovengrens:
Een verordening is onverbindend als zij in de rechtsruimte van hogere regelingen
treedt.
Het bestuursorgaan van de gemeente wil regels stellen ten aanzien van….
Posterieur en anterieur:
Denk aan: de normenhiërarchie
De gemeentelijke verordening mag niet in strijd zijn met een hogere regeling
Kan een gemeentelijke verordening bestaan naast een wet of AMvB?
a. Anterieure verordening, art. 122 Gemw:
, - Ouder/eerder
- Er bestaat eerst nog geen hogere regeling ten aanzien van een bepaald onderwerp
- Is de reeds bestaande bepaling uit de verordening in strijd met een nieuwe wet? Dan
vervalt de verordening van rechtswege.
b. Posterieure verordening, art. 121 Gemw:
- Jonger/later
- Er bestaat reeds een hogere regeling ten aanzien van een bepaald onderwerp
- Het gemeentelijk orgaan maakt vervolgens een regeling over dat onderwerp
- Deze regeling is in strijd met een hogere regeling
Mag een dergelijke verordening wel gemaakt worden in het licht van art. 121 Gemw? Nee
mag niet, maar dit mag wel ter aanvulling van een bepaalde regeling, dus specifieker (maar
niet als het in strijd is).
Kort aangestipt: attributie, delegatie en mandaat
a. Attributie:
In het leven roepen van een bevoegdheid > daad van wetgeving
Aan bestuursorganen, art. 1:1 Awb
Art. 10:22 Awb attributie aan ondergeschikte A hiërarchie niet doorbroken
Ook feitelijke handelingen, art. 10:23 Awb
b. Delegatie:
Geattribueerde bevoegdheid en verantwoordelijkheid overgedragen aan ander
bestuursorgaan
Art. 10:13 Awb jo 156 Gemw
Beperkingen, 10:17> 10:15 Wb
Niet aan ondergeschikten, 10:14 Awb
c. Mandaat:
In naam van bestuursorgaan besluiten nemen, art. 10:1 Awb
Geen verschuiving van bevoegdheid
Zeer gebruikelijke vorm binnen de gemeenterechtelijke praktijk.
Verschil volmacht en mandaat: bij een volmacht mag je een rechtshandeling verrichten. Bij een
mandaat mag je een publiekrechtelijk besluit nemen.
Controlemiddelen van de gemeenteraad:
Gemeentelijke enquête
Schriftelijke en mondelinge vragen, art. 155 Gemw
Getuige of deskundige oproepen, art. 155d Gemw
Interpellatie, art. 155, lid 2 Gemw
Inlichtingen
Vertrouwen opzeggen, art. 49 Gemw
Controlemiddelen in verband met dualisme: het B&W heeft eigen bevoegdheden en
taken, maar de raad staat nog steeds aan het hoofd van de gemeente, art. 125, lid 1
Gw en heeft daarmee bevoegdheden gekregen om de andere organen te controleren.
Andere voorbeelden van dualisme in de Gemeentewet:
- Art. 13, lid 1, sub l Gemw
- Art. 107 griffier
- 147 en 149 Gemw
- Art. 160
- Art. 191 Gemw