100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Biologie voor jou VWO5 H1 Regeling €4,48   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Biologie voor jou VWO5 H1 Regeling

 22 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting over zenuwstelsel etc H1 VWO / GYM Regeling

Voorbeeld 2 van de 6  pagina's

  • Nee
  • H5
  • 31 januari 2022
  • 6
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (5521)
avatar-seller
yanniekvos
Hoofdstuk 5:
Paragraaf 1:
Dynamisch evenwicht: een evenwicht dat steeds een beetje verandert maar elke keer
teruggaat naar het normale niveau. Het is standhouden van zo een dynamisch evenwicht
heet homeostase.

Negatieve terugkoppeling houdt in dat een toename van een factor zorgt voor een remming
van het resultaat. Positieve terugkoppeling houdt dus in dat een toename van een factor
zorgt voor een stimulering van het resultaat.

Paragraaf 2:
Voor homeostase is communicatie tussen cellen nodig. Dit gebeurt door middel van een
signaalmolecuul, deze binden zich aan receptoren, die horen bij de doelwitcel.
Secretie: de afgifte van hormonen door cellen van de hormoonklier. Dit doen ze door de
hormonen af te geven aan het bloed. De hormoonklieren hebben geen afvoerbuis dus
worden deze endocriene klieren genoemd. Klieren met een afvoerbuis heten daarom
exocriene klieren.

Hormoonklieren:
 Hypofyse: in de hersenen, bestaat uit hypofysevoorkwab en hypofyseachterkwab.
o Groeihormoon: groei stimuleren
o ACTH: stimuleert de bijnieren om cortisol te maken
o FSH: stimuleert bij vrouwen de ontwikkeling van het follikel en de aanmaak
van oestrogeen
o TSH: stimuleert de schildklierhormonen, die essentieel zijn voor de groei en
ontwikkeling
o LH: zet de eisprong in gang en zorgt voor een verandering van het follikel in
het gele lichaam, bij mannen stimuleert het testosteron.
o Prolactine: speelt een rol bij het vergroten van de melkklieren en het maken
van de melk.
o Oxytocine: stimuleert de weeën aan het einde van de zwangerschap en
tijdens de geboorte.
o ADH: regelt de resorptie van water in de nieren bij de vorming van urine.
 De schildklier: in de hals
o Thyroxine: beïnvloedt de stofwisseling, voornamelijk door de verbranding van
glucose te stimuleren.
 De eilandjes van Langerhans: verspreid tussen de cellen van de alvleesklier.
o Glucagon: geproduceerd door alpha-cellen, regelt dat hormoonconcentratie
in het bloed ongeveer gelijk blijft.
o Insuline: geproduceerd door beta-cellen, regelt dat hormoonconcentratie in
het bloed ongeveer gelijk blijft.
 De nieren en bijnieren: bijnieren zitten op de bovenkant van je nieren, deze bestaan
uit bijniermerg en bijnierschors
o Epo (erypoëtine): geproduceerd in de nieren, stimuleert de productie van
rode bloedcellen in het rode beenmerg.
o Adrenaline: geproduceerd in het bijniermerg, stimuleert de dissimilatie.

, o Corticosteroïden (zoals cortisol): geproduceerd in het bijnierschors,
onderdrukt de activiteit van het afweersysteem.

Paragraaf 3:
Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de grote hersenen, kleine hersenen, de hersenstam en
het ruggenmerg. Het perifere zenuwstelsel bestaat uit de zenuwen. Dit speelt een
belangrijke rol met het tot stand komen van gedrag:
 Zintuigcellen in je ogen en neus vangen bijvoorbeeld lichtstralen of geuren op.
 Deze prikkels geven impulsen aan de zintuigcellen. Deze impulsen worden door
zenuwen naar je hersenen geleid.
 Je hersenen reageren hierop door andere impulsen af te geven. Deze worden door
zenuwen naar bepaalde spieren.
 Deze reageren hierop door samen te trekken of te ontspannen.

Je zenuwstelsel bestaat uit neuronen en gliacellen. Gliacellen kunnen zich delen terwijl de
meeste neuronen dat niet kunnen. De verschillende hoeveelheid gliacellen zorgen voor
stevigheid van het zenuwstelsel, beschermen en voeden van neuronen en handhaven van de
homeostase van de weefselvloeistof die de neuronen omgeeft.

Neuronen:
 Ze geleiden impulsen en geven signaalmoleculen af, neuronentransmitters genoemd.
 Ze bestaan uit een cellichaam met uitlopers (dendrieten), in de cel zit cytoplasma
met een celkern, mitochondriën, ribosomen en endoplasmatisch reticulum.
 Een uitloper ontvangt een impuls, een elektrisch signaal, deze wordt naar het
cellichaam toegeleid. Hier wordt het signaal naar het axon gestuurd. Dit is een
uiteinde van een uitloper. De beginnen met een myelineschede, deze bestaan uit
gliacellen (ook wel de cellen van Schwann genoemd). Tussen de gliacellen zit een
kleine insnoering, als deze er niet is wordt de uitloper ongemyelineseerd genoemd.
Na de myelineschede zitten vertakken. Hier wordt het impuls over gegeven aan een
ander neuron, spiercel, een endocriene cel of een exocriene cel.
 Dit gebeurt doordat het impuls, een blaasje met neurotransmitters, bij de axon
aankomt. Hier versmelt hij met het celmembraan. De neurotransmitters worden
vrijgelaten in de synaptische spleet, een spleet tussen het uiteinde van een axon van
een neuron en een doelwitcel. De neurotransmitters binden aan de receptor van de
doelwitcel. Hier worden ze opgenomen en vervolgen ze hun weg.
o Sensorische neuronen: geleiden impulsen van receptoren naar het centrale
zenuwstelsel. Deze heeft één lange dendriet en een korte axon. Deze ligt
buiten het centrale zenuwstelsel.
o Schakelneuronen: geleiden impulsen binnen het centrale zenuwstelsel. Ze
kunnen impulsen ontvangen van sensorische neuronen en deze doorgeven
aan motorische neuronen, of ontvangen en doorgeven aan schakelneuronen.
Deze liggen geheel binnen het centrale zenuwstelsel.
o Motorische neuronen (bewegingszenuwcellen): geleiden impulsen van het
centrale zenuwstelsel naar spieren en klieren. De meeste motorische
neuronen liggen in het centrale zenuwstelsel. Ze bevatten meerdere korte
dendrieten en één lange axon. Deze ligt in het centrale zenuwstelsel.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper yanniekvos. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67096 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,48
  • (0)
  Kopen