Psychometrie – H4
Hoe weet je dat de scores uit de vragenlijst echt iets zeggen over het onzichtbare wat je wilt weten?
3 belangrijke vragen
1) Wat zijn de dimensies van deze vragenlijst?
Hoeveel theoretische constructen/dimensies
liggen ten grondslag aan de vragenlijst.
Voorbeeld: non-verbale en verbale intelligentie.
2) Welke dimensies zijn het?
Wat is de betekenis van deze dimensies?
Voorbeeld: rekenvaardigheid en leesvaardigheid.
3) Zijn de dimensies gecorreleerd of zijn het twee
losstaande dimensies?
Hangt af van de theorie van wat je gaat meten.
Factoranalyse = de analyse die de onzichtbare dimensies/constructen kan vinden, kan zeggen welke
dit zijn en of ze gecorreleerd zijn aan elkaar.
Factoranalyse bestaat uit verschillende varianten (conformatief, exploratief dit hoef je niet verder te
weten)
Dimensionaliteit: hoeveel onzichtbare vaardigheden, dimensies, constructen denken wij die van
invloed zijn op onze scores op de vragenlijst.
➢ 1 dimensie = unidimensionele test → Homogeen → Ze meten allemaal hetzelfde en er is
maar 1 ding die de scores van de test beïnvloed. Er is één gemeenschappelijk component.
Het is hierdoor verantwoord om alle antwoorden samen te vatten in 1 getal (geen twijfel
over mogelijk).
➢ Meerdere dimensies (complex) = multidimensionele test → Heterogeen → De scores op de
items meten niet allemaal hetzelfde construct. Er zitten twee gemeenschappelijke
componenten in.
Voorbeeld: ADHD bestaat uit de 2 onzichtbare constructen aandacht en hyperactiviteit.
Wil je dit dan wel samenvatten in 1 getal (twijfel)? Nee > het is niet hetzelfde dus twee
losse activiteiten. Ja > allebei wel kenmerken van ADHD dus gemeenschappelijk voor 1 score.
Verantwoorden op basis van theorie.
Simple structure = Wordt ieder item door 1 van de 2 constructen beïnvloed of kan een item door
beide componenten beïnvloed worden? Kun je echt zeggen of dit door één component komt?
Nadenken over:
- Het aantal constructen
- Door hoeveel van deze constructen wordt een item beïnvloed?
Kijken of we iets, een onzichtbaar construct, vinden die de antwoorden op de items beïnvloed?
We kijken naar: Variantie van alle items op onze vragenlijst & Variantie en covariantie van deze twee
constructen
→ Vind je hierin systematiek/structuur = of er 1 of meerdere onzichtbare dingen ten grondslag liggen
aan deze scores.
1
, Venn-Diagram: alle variantie tussen de items weergeven en de overlap is covariantie en de variantie
die niet samenhangt is de unieke variantie van het item (= je weet nog niet waar dit vandaan komt).
Relatie tussen item 1 en 3 verklaren door ander onderliggend onzichtbaar construct.
Is dit een gevolg van 1 onzichtbaar construct/factor waar we geen rekening mee hebben
gehouden? Door dit construct mee te nemen kun je deze relatie verklaren.
Met 1 of 2 dingen waar je geen rekening mee hebt gehouden → deze 2 constructen kunnen
afhankelijk zijn van elkaar of onafhankelijk.
Factoranalyse uitvoeren om → de bron van de relatie tussen de items te vinden en te vinden of deze
bron (= factor) voldoende is?
Welk deel van de variantie wordt hierdoor de factor(en) verklaard en welk deel blijft onverklaard.
Doel: Zo min mogelijk onverklaarde variantie te houden.
Hoe meer variantie verklaard worden door een factor, hoe beter.
Verschil Exploratory en Confirmtory Factor analyse
◼ Explanatory Factor Analyse = zoekt naar factoren die zoveel mogelijk variantie in de items
laten zien. Dus kennen van factoren nog niet, opzoek gaan, uitvoeren en interpreteren.
◼ Confirmtory Factor Analyse = test of de vooraf gedefinieerde structuur van relaties
tussen items en factoren past in de waargenomen correlatiematrix. Kennen van de factoren
en hier wel al mee aan de slag gaan.
2 manieren om dat exploratief te doen (in SPSS)
1- Zoekt de derde bron, waarmee we geen rekening hebben gehouden maar die wel de
relatie verklaard, op basis van variantie en covariantie van de items. Kan dat?
2- Kijken naar de variantie en covariantie matrix
Wordt deze relatie verklaard door de derde bron, of de vierde en vijfde bron en hangen
deze nog met elkaar samen of niet?
Multiple Factor Analyse = doe je door alle scores op de items te pakken → weergegeven in een
driedimensionale scatterplot.
Voorbeeld: Iedere punt geeft de combinatie van scores aan op de drie items.
➔ Exploratieve Factoranalyse gaat kijken hoe kan ik door de scatterplot een lijn trekken die
zoveel mogelijk van de variantie verklaard.
- Lijkt op Multiple Regessielijn (de lijn kon de meeste verschillen in de puntenwolk kon
verklaren, de afstand moest zo klein mogelijk zijn).
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper anoukopschoor99. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.