Kunstzinnige
oriëntatie
BEROEPSPRODUCT
Lori-Lisa van Gelder – van Berkel
PABO INHOLLAND HAARLEM | VDT F1A | JANUARI 2021
, BEROEPSPRODUCT KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE
INLEIDING
Voor u ligt het Beroepsproduct Kunstzinnige Oriëntatie van Lori-Lisa van Gelder – van Berkel. Het is
opgesteld in periode D van mijn eerste studiejaar, die ik ben begonnen in februari 2021. Ik heb mijn
lessen voornamelijk in de onderbouw (groep 1/2) gegeven in periodes C en D.
Mijn praktijkschool, de Lunetten in Heemskerk, is een relatief grote basisschool met ca. 485 leerlingen.
Het is een moderne school, op de grens van Beverwijk en Heemskerk. De meeste leerlingen komen uit
de Heemskerkse (nieuwbouw)wijk De Waterakkers. Een flink deel van de leerlingen komt daarnaast uit
Beverwijk; zij wonen in de Pilotenbuurt of de Westertuinen. De leerlingpopulatie is heterogeen, divers
en multi-cultureel.
Op De Lunetten heb ik stagegelopen in de kleuterklas van juf Yvonne. Juf Yvonne is ruim 25 jaar
leerkracht en heeft bijna haar hele carrière de kleuters geleid. Zij is met recht een bevlogen en
inspirerende kleuterleidster te noemen. Enerzijds heeft ze veel oog heeft voor individuele behoeftes
van kleuters en daarnaast weet ze spelenderwijs betekenisvol les te geven aan deze groep.
Kunsteducatie is bij juf Yvonne verweven in haar lessen.
In de Verwijswijzer treft u de indicatoren die zijn gebruikt als uitgangspunt voor dit beroepsproduct.
Ik wens u veel leesplezier toe tijdens het lezen van dit beroepsproduct.
Lori-Lisa van Gelder- van Berkel
Heemskerk, januari 2022
LORI-LISA VAN GELDER – VAN BERKEL 1
, BEROEPSPRODUCT KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE
VERKLARING VORMVEREISTEN
Naam student Lori-Lisa van Gelder
Studentnummer 00401131
Onderwijseenheid PABO VDT F1a
Datum 05-02-2022
Criteria Omschrijving Aanwezig
Volledigheid Het bewijsdossier bevat bewijzen die de reflectie (claim) V
ondersteunen ten aanzien van de leeruitkomst(en).
In het bewijsdossier wordt op passende plekken naar
bewijsmaterialen verwezen en het bewijsmateriaal is geordend.
Omvang De omvang van de kerntekst (onderbouwing en verantwoording) 2800
bestaat uit maximaal 3000 woorden. Vermeld hiernaast het
aantal woorden.
Transparantie Bewijzen zijn als bijlagen opgenomen en via de navigatiebalk te V
bereiken (koppenstructuur).
Bronnen Er is volgens de APA-richtlijnen (in tekst en in bronnenlijst) naar V
de gebruikte bronnen verwezen.
Structuur Het bewijsdossier is toegankelijk (opbouw en indeling) V
LORI-LISA VAN GELDER – VAN BERKEL 2
, BEROEPSPRODUCT KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE
VERWIJSWIJZER
LU Indicatoren Type bewijslast Vindplaats
Leeruitkomst 1: Jouw perspectief op kunstonderwijs
Je motiveert op welke wijze jij vorm zou willen geven aan het vakgebied kunstzinnige oriëntatie in
het basisonderwijs. Verschillende (traditionele of actuele) onderwijsconcepten, kerndoelen,
(pedagogische)visies op kunstzinnige oriëntatie, vakliteratuur en de werkwijze van de stageschool
maken deel uit van de onderbouwing.
1. Je motiveert op welke wijze je vorm wilt Theoretische Hoofdstuk 1 – Mijn
geven aan het vakgebied KO in het verdieping perspectief op kunstonderwijs
basisonderwijs daarbij gebruik je minstens 1
bron voor elk aangegeven onderwerp: Hoofdstuk 2: Kerndoelen en
werkwijze stageschool, passende Didactiek
onderwijsconcepten, kerndoelen KO-vakken,
vakliteratuur.
2. In de motivatie beschrijf je, vanuit Per paragraaf
bovengenoemde bronnen, het belang of motiveer ik het
invloed van kunst op de leerling en het belang hiervan.
belang voor jou als leerkracht.
Leeruitkomst 2: Verrassend ontwerp:
Je toont aan dat je vindingrijk bent in het invullen van een kunstles voor de verschillende kunstvakken.
Je werkt één opzet verder uit tot samenhangend kunstonderwijs in de klas, waarin alle kunstvakken
evenredig vertegenwoordigd zijn. Deze voer je uit en evalueer je, je verantwoordt hoe er aandacht
is voor een creatief proces.
1. Je toont aan dat je verschillende lesideeën Verslag Hoofdstuk 3: Verrassend
kunt bedenken, passend bij de doelgroep, Ontwerp
voor het complete aanbod van
samenhangend kunstonderwijs.
2. Je werkt één opzet voor samenhangend Met name
kunstonderwijs verder uit met vakgerichte uitgewerkt in de
doelen voor alle kunstlessen. bijlages
LORI-LISA VAN GELDER – VAN BERKEL 3
, BEROEPSPRODUCT KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING .......................................................................................................................................................... 1
VERKLARING VORMVEREISTEN ........................................................................................................................ 2
VERWIJSWIJZER ................................................................................................................................................. 3
HOOFDSTUK 1: MIJN PERSPECTIEF OP KUNSTONDERWIJS ............................................................................. 5
1.1 WERKWIJZE STAGESCHOOL ................................................................................................................................................... 5
1.1.1 Beleid Kunstzinnige Oriëntatie op De Lunetten ...................................................................................................... 5
1.1.2 Wat ik terugzie in de school .................................................................................................................................... 5
1.2 PASSENDE ONDERWIJSCONCEPTEN, INCLUSIEF MIJN VISIE ....................................................................................................... 5
1.2.1 Jenaplan: stamgroepen ............................................................................................................................................. 5
1.2.2 Montessori: zelfstandig leren en werken................................................................................................................. 6
1.2.3 Dalton: praktisch onderwijsplan ............................................................................................................................... 6
1.2.4 Vrije school: hoofd, hart, handen ............................................................................................................................ 6
1.2.5 Drie invalshoeken van kunsteducatie ....................................................................................................................... 7
1.2.6 Mijn visie: van vloeiend naar een steeds vastere vorm ......................................................................................... 7
HOOFDSTUK 2: KERNDOELEN EN DIDACTIEK .................................................................................................. 8
2.1 KERNDOELEN VAN KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE ....................................................................................................................... 8
2.2 MUZIEK ................................................................................................................................................................................... 8
2.3 DANS / DRAMA ...................................................................................................................................................................... 9
2.4 BEELDENDE VORMING ........................................................................................................................................................... 10
2.5 HOE GEBRUIK IK DE VAKLITERATUUR IN MIJN LESSEN? ............................................................................................................ 10
HOOFDSTUK 3: VERRASSEND ONTWERP ....................................................................................................... 11
3.1 EEN AANTAL LESIDEEËN ......................................................................................................................................................... 11
3.2 UITGEWERKTE LESOPZET SAMENHANGEND KUNSTONDERWIJS .............................................................................................. 11
BIBLIOGRAFIE .................................................................................................................................................. 12
BIJLAGEN ......................................................................................................................................................... 13
BIJLAGE I: KNUTSELEN EN KLEIEN MET KLEURENMONSTERS ........................................................................................................... 13
BIJLAGE II: DRAMA TIJDENS GYMLES ............................................................................................................................................ 14
Pannenkoekenmachine ........................................................................................................................................................ 14
Kasteel met kanonskogels .................................................................................................................................................. 14
BIJLAGE III: LESVOORBEREIDING VERRASSEND ONTWERP BEELDENDE VORMING ......................................................................... 15
BIJLAGE IV: VOORBEELD LAMPION .............................................................................................................................................. 18
BIJLAGE V: LEERLINGEN AAN HET WERK AAN HUN LAMPION ........................................................................................................ 19
BIJLAGE VI: LESVOORBEREIDING VERRASSEND ONTWERP MUZIEK .............................................................................................. 20
BIJLAGE VII: LESVOORBEREIDING VERRASSEND ONTWERP DRAMA + MUZIEK + REKENEN + (BEVO)........................................ 22
BEOORDELINGSFORMULIER ............................................................................................................................ 26
LORI-LISA VAN GELDER – VAN BERKEL 4
, BEROEPSPRODUCT KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE
HOOFDSTUK 1: MIJN PERSPECTIEF OP KUNSTONDERWIJS
1.1 WERKWIJZE STAGESCHOOL
1.1.1 BELEID KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE OP DE LUNETTEN
Voor expressievakken als handvaardigheid, tekenen en drama gebruikt De Lunetten geen vaste
methode. De leerkrachten spelen in op verschillende (actuele) thema’s (Kinderboekenweek, seizoenen,
etc.) en gebruiken daarvoor verschillende bronnen als ondersteuning. Op grond daarvan wordt ook
gekeken naar de inzet van verschillende technieken en vaardigheden. Voor het muziekonderwijs gebruikt
De Lunetten de methode 1,2,3 Zing (Schoolgids De Lunetten, 2022).
1.1.2 WAT IK TERUGZIE IN DE SCHOOL
In de praktijk zie ik dat juf Yvonne kunsteducatie heel vloeiend in haar lessen verwerkt. Als startthema
van het nieuwe schooljaar had ze bijvoorbeeld het Kleurenmonster. In de kring las ze het prentenboek
voor en besprak ze de emoties, tijdens het spelen en werken mochten de kinderen hun eigen
kleurenmonster maken van wc-rolletjes, een week later konden kinderen in het thema kleien en weer een
week later werd de letter M geknipt en geplakt (zie Bijlage 1: Knutselen en kleien met Kleurenmonsters).
Ook besteedde juf Yvonne in de kring via dramatische spel in gesloten pantomimevorm aandacht aan
het thema: de kinderen beelden de verschillende emoties uit.
Een ander voorbeeld waar ik geïntegreerd kunstzinnig onderwijs in de klas van juf Yvonne heb gezien
en ervaren is de bouwhoek. Een kindje was van de zomer naar de Efteling geweest en had de
plattegrond meegenomen. In de bouwhoek werd vervolgens een stukje Efteling nagebouwd en door de
kinderen nagespeeld: de Droomvlucht, de Vogelrock en de Villa Volta kwamen voor in het dramatisch
spel van de kinderen. Uiteraard heb ik ook een toegangskaartje gekocht en een paar ritjes in de
attracties gemaakt.
Tot slot, ook bij de gymles wordt wekelijks dramatisch spel ingezet. Zo was er de pannenkoekenmachine
(kinderen moesten rollend over een mat, en buikschuivend over de bank een mond in), het klimkasteel
waar kanonskogels (tennisballen) naar de toren gebracht moesten worden, de leeuwenkooi en natuurlijk
pietengym.
1.2 PASSENDE ONDERWIJSCONCEPTEN, INCLUSIEF MIJN VISIE
Er zijn verschillende onderwijsconcepten. Er is het klassikaal traditioneel onderwijs waarbij de leerkracht
vooral zendt en de leerling luistert, maar er zijn ook onderwijsvernieuwers. Ik bespreek er hier enkele.
1.2.1 JENAPLAN: STAMGROEPEN
In het jenaplanonderwijs staat het kind centraal. Ieder kind is uniek in zijn ontwikkeling, talenten en
leerstijl. En omdat ieder kind uniek is, gaat het er bij jenaplan om dat kinderen leren van die verschillen
en dat zij die respecteren. Het jenaplanonderwijs wordt vaak gewerkt met stamgroepen. Hierdoor
ervaart een kind hoe het is om de jongste, de middelste en de oudste te zijn. Zo leert een kind hoe het is
om geholpen te worden door een ouder kind en om zelf jongere kinderen te helpen. Zo ontstaat er inzicht
LORI-LISA VAN GELDER – VAN BERKEL 5