Samenvatting Financial Accounting Theory
College 1
Hoofdstuk 1
Financial Accounting Theory is het communcatieproces binnen en buiten de organisatie. De
regelgever is hierbij de facilitator van het communicatieproces en bepaald de
verslaggevingsregels die de ‘inhoud’ van het rapport beïnvloeden, maar zorgt ook voor
‘vergelijkbaarheid’.
Een jaarrekening wordt opgesteld om:
• Verantwoording af te leggen aan bestaande stakeholders
• Informatie af te geven aan nieuwe stakeholders
Informatie asymmetrie; de ene partij beschikt over meer informatie dan een andere partij.
De ene partij heeft dus informatievoordeel. De manager en de aandeelhouder hebben
tegengestelde belangen. Vormen:
• Adverse selection; situatie voordat er een contract is afgesloten. Dit kan verkleind
worden door full disclosure (het verstrekken van inside information door het
management om zijn informatievoordeel t.o.v. de aandeelhouder te beperken). à er
is sprake van hidden information.
• Moral Hazard; situatie nadat er een contract is afgesloten. De eigenaar twijfelt aan
het management of zij de gemaakte afspraken wel nakomt. Dit probleem kan worden
opgelost door het motiveren van managers a.h.v. beloningen op basis van hun
prestaties. à sprake van hidden action
Niet alle toepassingen van ‘adverse selection’ en ‘moral hazard’ liggen op één lijn. Dat is het
fundamentele probleem van FAT. Het gaat bij het fundamentele probleem om de afweging
tussen relevantie (adverse selection) en betrouwbaarheid (moral hazard) van informatie,
waarbij relevante informatie investeerders in staat stelt de toekomstige economische
vooruitzichten van ondernemingen in te schatten en waarbij betrouwbare informatie juist is
en vrij van vooroordelen en andere manipulatie door het management.
De informatie waarin de financial accounting aan moet voldoen is:
- De investeerders moeten van relevante informatie worden voorzien (actuele waarde)
- De prestaties van het management moet betrouwbaar vastgesteld kunnen worden
(historische kosten)
Twee reacties op het fundamentele probleem:
1. Marktwerking; de markt bepaald wat de juiste trade-off is tussen de oplossing van
het adverse selection probleem en het moral hazard probleem.
2. Regulering; meer regels door standaardsetters, de markt kan namelijk niet de
problemen van adverse selection en moral hazard beheersen (informatie is namelijk
zo’n belangrijk goed en complex).
Historisch perspectief;
• 1494; double entry bookkeeping system;
• 1602; concept van naamloze vennootschap werd opgericht
, • 1844; companies Act (UK), voor het eerst werd vanuit de wet- en regelgeving aan
gecontroleerde balans vereist tegenover aandeelhouders.
• 1909; Corporate income taks (US), vennootshapsbelasting, waardoor behoefte is aan
inkomensmeting
• 1929; crash aandelenbeurs en grote depressie
• 1934; oprichting securities and exchange commission door the securities act, de
focus is hierbij op het beschermen van investeerders d.m.v. een openbaarmaking-
gebaseerde structuur.
• 1940; paton and littleton monograph; introductie van accounting standaarden.
Mixed measurement system; historische kostprijs als basis van accounting, deze wordt
aangevuld met actuele waardes/ current value.
Varianten current value;
• Value-in-use; contante waarde van de toekomstige kasstromen.
• Fair value; waarde bij de verkoop/ directe opbrengstwaarde
Financial accounting beschermd en informeert investeerders en stimuleert een goede
werking van de kapitaalmarkt;
- Tot eind 1960; normative accounting theory, zoektocht naar beste manier om
inkomsten te meten en te bepalen
- Vanaf eind 1960; shift to decision usefulness als een concept voor FAT.
De market meltdowns in 2007-2008 heeft de volgende consequenties voor opstellers en
auditors;
- Financial reporting moet transparant zijn
- Fair value accounint mogen lager zijn dan fair value
- Niet uit de balans blijkende activiteiten moeten gerapporteerd worden aangezien
deze buitensporige risico’s van het management kunnen stimuleren
- Aanzienlijke wijzigingen in de standaarden.
Ideale condities; een economie met perfecte en complete markten, hierbij is geen informatie
asymmetrie.
Financiële verslaggeving is;
• Relevantie; het zegt iets over de toekomstige kasstromen. à fair value accounting
• Betrouwbaar; het is niet gemanipuleerd door een manager à historisch
kostprijsmethode.
Decision usefulness approach; nuttige informatie rapporteren aan investeerders.
1. Het is belangrijk om te weten welke informatie investeerders nodig hebben
2. Je creëert een speelveld door alle informatie ‘op tafel te leggen’.
3. Als je een groot aantal rationele investeerders in een goed werkende markt
samenkomen, wordt de markt vanzelf efficiënt.
Measurement approach to decision usefullness; boekhoudkundige nemen
verantwoordleijkheid voor toegenomen gebruik van waardering tegen contante waarde in
,financiële verslaggeving onder niet ideale omstandigheden à meer relevantie, minder
betrouwbaarheid.
Positive accounting theory; probeert te begrijpen waarom de grondslagen voor financiële
verslaggeving van belang zijn om te voorspellen voor welk beleid ondernemingen zullen
kiezen. Hierbij zijn drie hypotheses;
1. Bonus plan hypothese; managers kiezen accounting policies waarbij winsten naar
voren worden gehaald.
2. Schuldovereenkomst hypothese; hoe dichterbij schenden van
schuldovereenkomsten, hoe groter de kans op winst naar voren halen.
3. Politieke kosten hypothese; winsten worden uitgesteld
Twee vormen van accounting:
1. Rules based accounting (amerika); op regels gebaseerde benadering van regelgeving
en schrijft in detail voor hoe te handelen.
2. Principles based accounting (europa); een op principes gebaseerde benadering,
waarbij er maatregelen en procedures zijn beschreven.
, Hoofdstuk 2
De ideale wereld onder zekerheid is de werel d zonder informatie asymmetrie; de
toekomstige kasstromen van de onderneming en de rentevoet zijn publiekelijk en met
zekerheid bekend. Kenmerken zijn:
• De rentevoet in de markt is bekend.
• Een volledige en publiekelijke bekende verzameling van mogelijke uitkomsten;
• Een publiekelijk bekende objectieve kansverdeling van de mogelijke uitkomsten;
• Een publiekelijk zichtbare werkelijke uitkomst.
Soorten accounting modellen;
1. Historische kosten model (HCM); relevantie is medium, betrouwbaarheid is hoog.
Relevantie is lager dan bij PVM omdat er een toerekening plaats dient te vinden.
Uitdaing bij het toepassen van historische kosten als waarderingsgrondslag in
financiële verantwoordingen, bestaat uit:
o Het verschaffen van informatie omtrent de toekomstige economische
vooruitzichten;
o Historische kosten heeft dit potentieel door kasstromen van huidige periode
uit te smeren over een langere periode;
o Accountants dienen hiertoe ‘accruals’ te berekenen om opbrengsten aan
kosten te matchen;
2. Curent value model (actuele waarde)
3. Present value model (contante waarde);
a. PVM onder zekerheid; relevantie als betrouwbaarheid is hoog. Voorwaarden;
i. Alle toekomstige kasstromen zijn bekend
ii. De risicovrije rentevoet is bekend
b. PVM onder onzekerheid; (onzekere toekomstige gebeurtenissen) de staat van
de economie. De toekomstige kasstromen zijn afhankelijk van twee
toestanden, namelijk bad of good news. De aanname die hierbij gemaakt
wordt is dat de kans op de toestand objectief is en de kansen bij het publiek
bekend zijn. à zowel de betrouwbaarheid als de relevantie is hoog.
Het belangrijkste verschil tussen zekerheid en onzekerheid is dat het verwachte resultaat
niet langer gelijk hoeft te zijn aan het werkelijke resultaat à verschil; abnormale
opbrengsten.
Veronderstellingen hierbij zijn:
o Een gegeven vaste rentevoet;
o Volledige, publiek bekende set van state of natures;
o State of nature realisatie publiekelijk waarneembaar;
o State kansen feitelijk publiekelijk bekend;
o Investeerders zijn risico neutraal.
Verschil met PVM onder zekerheid; toekomstige kasstromen zijn bekend op voorwaarde van
de states of natures.
Reserve recognition accounting (RRA); betreft een voorbeeld van het contante waarde
model zonder ideale condities. Dit beïnvloed de betrouwbaarheid van de gegevens. Is voor
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper daphne789. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.