SAMENVATTING DIVERSITY, EQUALITY AND
JUSTICE (DEJ) DEELTENTAMEN 1
HOORCOLLEGE 1
KERNVRAGEN BINNEN DEJ
• Wat zijn de implicaties van sociale ongelijkheid op het gebied van politiek?
o Wat voor conflicten zien we, wat wordt er gevraagd, zien we veranderingen?
• Hoe geeft ongelijkheid vorm aan politiek, politiek conflict en verandering?
• Hoe geeft de politiek en het beleid vorm aan de ongelijkheden? Wanneer en hoe worden
ongelijkheden uitgedaagd en uitgewist, of (her)geproduceerd en gehandhaafd?
o Politiek en beleid vormt ongelijkheid ook.
▪ De welvaartsstaat is een voorbeeld van een interventie die ervoor heeft
gezorgd dat welvaart eerlijker verdeeld werd.
• Wat is de relatie tussen sociale en politieke ongelijkheid: wat doet sociale ongelijkheid en
leidt het tot verschillen in invloed, macht, toegang aan de politieke besluitvorming?
o Hier gaat het over normatieve vragen: moet de overheid reageren en hoe, wat
moeten we doen met ongelijkheid, wat is
ongelijkheid, is het individueel of collectief.
• Hoe moet de overheid omgaan met, reageren op
(conflict over) sociale ongelijkheden?
• Wat voor soort gelijkheid willen we en op welke
domeinen? Wie is verantwoordelijk voor
verandering: individueel, collectief, overheid?
KERNCONCEPTEN
• Diversiteit
o Diversiteit is zowel een beschrijvend element als een norm.
,BESCHRIJVEND ELEMENT EN NORM: DIVERSITEIT
• Refereert aan verschil, betekent niet noodzakelijkerwijs gelijkheid of ongelijkheid.
• Ook refereert diversiteit aan differentiatie, wat een functioneel proces is in onze complexe
samenlevingen en voornamelijk leidt tot ongelijkheid. Het is functioneel, omdat we een
verdeling hebben van taken en arbeid en deze zijn functioneel voor de maatschappij. Maar
differentiatie zorgt ook voor ongelijkheid, aangezien het ongelijkheid produceert.
• Dit leidt tot empirische vragen:
o Welke verschillen en differentiaties leiden tot oneerlijke verdeling van
levenskansen of mogelijkheden.
o Hoe functioneert dit? Welke mechanismen helpen bij het produceren of in
standhouden van ongelijkheden, welke mechanismen prikkelen of veranderen dit.
o Hoe is de samenleving en politiek gestructureerd, welke verschillen zijn saillanter
en meer omstreden.
• Maar ook normatieve debatten:
o Hoe moet er met diversiteit worden omgegaan? Diversiteitsbeleid?
“HAPPY TALK”
• In het bedrijfsleven wordt diversiteit omarmd.
o Apple: “Humanity is plural, not singular. The best way the world works is
everybody in. Nobody out”.
o Starbucks: “Embracing diversity fosters empowerment and encourages
innovation”.
• Er is dus een idee dat diversiteitsbeleid werkt om een competitief voordeel te behalen. Zo
wordt diversiteit gezien als een manier die leidt tot meer innovatie, creativiteit en
uitwisseling van ideeën. Het klinkt alleen als te veel happy talk.
ZORGEN IN DE WETENSCHAP
,• Robert Putnam (2007): etnische diversiteit in de onmiddellijke residentiële omgeving leidt
tot afnemende solidariteit en verminderde niveau van vertrouwen.
• Tom van der Meer (2014): heterogeniteit is positief gerelateerd aan interetnisch contact en
(consequent) aan interetnisch vertrouwen.
o Hij stelt dat het heterogeniteit een positief effect heeft en dat we er niet zoveel
zorgen om hoeven te maken.
DIVERSITEIT EN CATEGORISERING
• Categorisering splitst sets van actoren die als ongelijkwaardig worden beschouwd.
• Definieert betrekkingen en grenzen tussen de twee sets.
• Genereert een gedeeld begrip van wie we zijn, wie zij zijn, wat ons onderscheidt en wat
ons verbindt.
• Dit vormt op zijn beurt sociale interacties.
• Individu behoort tot meerdere categorieën.
TILLY
• Tilly was een belangrijk sociale wetenschapper. Hij combineerde geschiedenis, sociologie
en politicologie. Hij dacht veel na over het verband tussen de maatschappij en de politiek.
• Schreef het boek Durable Inequality.
• Tilly hanteert de volgende definitie voor ongelijkheid = de ongelijke verdeling van
goederen en hulpbronnen (Autonome goederen: gezondheid en inkomen. Relatieve
goederen: prestige en macht). Hieraan voegt hij toe dat ongelijkheid categorisch en
duurzaam is.
WAAROM IS ONGELIJKHEID CATEGORISCH?
• Tilly weet dat er individuele ongelijkheden zijn, maar categorische ongelijkheden zijn
belangrijker en groter volgens Tilly. Hij beargumenteert dat ongelijkheid een patroon is
, langs categorische lijnen. Dus als je wilt weten hoe ongelijkheid eruitziet in een specifieke
samenleving, dan moet men begrijpen welke categorieën opereren in de samenleving en
saillant zijn.
• De claim die Tilly hiervoor maakt is als volgt: categorische verschillen in voordelen zijn
veel groter dan individuele verschillen in “attributen, voorkeuren en prestaties”.
• Categorieën zijn gebonden paren, hiërarchisch geordend (zijn niet gelijk in de
samenleving. Ze hebben een verschillende betekenis en positie):
o Dus relationeel: gedefinieerd en geordend in verhouding met elkaar.
▪ Zwart/blank, moslim/christen, gehandicapt/niet-gehandicapt,
vrouwen/mannen.
o Tilly komt met een functioneel begrip van categorische ongelijkheid. Hij stelt dat
dit het product is van sociale interacties en het een manier is om bepaalde
problemen in de samenleving op te lossen. We concurreren met elkaar voor
goederen en posities en hoe organisaties omgaan met deze concurrentie is via
categorische ongelijkheid. Er zijn dus mechanismen die helpen voordelen te
verdelen. Organisaties kunnen dus een firma, familie of een politieke organisatie
zijn (breed begrip).
o Categorieën hebben sociale grenzen die functioneren om mensen te betrekken en
buiten te sluiten.
WAAROM DUURZAAM?
• “Last from one social interaction to the next . . . [and] persist over whole careers,
lifetimes and organizational histories”.
• Ongelijkheden zijn dus niet alleen situationeel en ze houden dus stand in veel
verschillende interacties. Door de tijd heen zien we veel geslacht of ras ongelijkheid
standhouden, dit betekent niet dat ze statisch zijn, maar wel duurzaam en langzaam (er is
een legacy of path-dependacy).
• Dit komt, omdat er bepaalde mechanismen in de samenleving zijn die niet helpen bij het
institutionaliseren van ongelijkheden, maar ook ongelijkheden (re)produceren en in stand
houden. Door deze reproductie worden ze overtuigend en voelen ze onvermijdelijk voor