Principes van marketing - Hoofdstuk 13: Detailhandel en groothandel
13.1 Detailhandel
13.1.1 Wat is detailhandel?
Detailhandel = Alle activiteiten rond de verkoop van producten direct aan eindconsumenten voor
persoonlijk, niet bedrijfsmatig gebruik.
Engelse term = retail.
Verbind merken aan de consument en zet ze aan tot kopen.
Bijvoorbeeld: Albert Heijn, C&A of de slijterij.
De meeste detailhandel vindt plaats in (web) winkels, maar er worden ook producten verkocht via,
onder andere: online diensten, telefoon, televisie of direct mail.
Detaillisten = Bedrijven waarvan de omzet hoofdzakelijk afkomstig is van verkoop van producten aan
eindconsumenten.
Detailhandelsmarketing of Retail marketing = Marketingbeleid van detaillisten, gericht op de
eindconsument.
Detaillistenmarketing of trademarketing = Marketingbeleid van fabrikanten, gericht op detaillisten.
Shopper marketing = Een marketingbeleid waarbij het gehele marketingproces – van ontwikkeling
tot logistiek, promotie en winkelaanbod- zich erop richt van consumenten in de winkel kopers te
maken.
Bij te veel bedrijven staat de consument niet centraal, maar het eigen bedrijf.
13.1.2 Soorten detaillisten
De belangrijkste vormen van detailhandelswinkels wordt
weergegeven in tabel 13.1.
In het algemeen kan het bedrijf zich onderscheiden door:
- De mate van de service;
- De breedte van het assortiment;
- De diepte van het assortiment;
- De prijsstelling;
- De organisatorische opzet.
13.1.2 Soorten detaillisten – Mate van service
Er bestaan 3 serviceniveaus:
1. Zelfbediening;
2. Beperkte service;
3. Full service (volledige bediening).
Zelfbedieningsdetaillisten = Detailhandelszaken die geen of
beperkte service leveren aan klanten; klanten voeren het
‘zoeken-vergelijken-selectie’ – proces zelf uit.
Bijvoorbeeld: Bij de Albert Heijn zelf je boodschappen
uitzoeken, tijd selecteren en datum selecteren. Hierna hoef je het
alleen nog op te halen.
Detaillisten met beperkte service = Detaillisten die klanten een
beperkt aantal diensten bieden. Klanten krijgen enige hulp van
1
, aanschaf van producten.
Bijvoorbeeld: Bijenkorf, biedt hulp aan voor goederen waar de klant
informatie over wil.
Detaillisten met volledige bediening (full service) = Detaillisten die
klanten een volledig scala aan diensten bieden.
hierdoor komen er hogere bedrijfskosten, wat doorberekend wordt bij de klant.
Bijvoorbeeld: Opticien of juwelierszaken.
13.1.2 Soorten detaillisten – Assortiment
Speciaalzaak = Detailhandel met een smal, maar diep assortiment.
Voorbeeld: Sieradenwinkels, modewinkels, bloemenwinkels of speelgoedwinkels.
Door het toenemend gebruik van marktsegmentatie, doelgroep oriëntatie en productspecialisatie is
een grotere behoefte ontstaan aan speciaalzaken die zich richten op bepaalde producten en
segmenten.
Bijvoorbeeld: Differentiëren op een bepaalde doelgroep.
Bijvoorbeeld winkel: Bever.
Levensmiddelenspeciaalzaken, zoals biologisch voedsel, is in opmars en wordt steeds beter
ontvangen door de consument.
Hierdoor hebben ze dus ook steeds een groter marktaandeel.
Steeds meer grotere servicegerichte supermarken hebben versafdelingen, net zoals bij de slager.
Steeds meer bakkerszaken ontstaan in woonwijken.
Warenhuis = Een detailhandel waarin een grote verscheidenheid van productlijnen wordt gevoerd:
elke lijn wordt gerund als een afzonderlijke afdeling met eigen inkopers en merchandisers. Een
warenhuis heeft een breed, maar niet erg diep assortiment.
Voorbeeld: Bijenkorf.
Warenhuizen zijn de laatste jaren in de knel geraakt: tussen de meer gerichte en flexibelere
speciaalzaken enerzijds en de efficiëntere, goedkope discountzaken anderzijds.
Warenhuizen hebben de laatste jaren niet altijd effectief in gespeelt op de toenemende online
bestellingen.
Supermarkt = Een grote zelfbedieningszaak met lage kosten, lage marges, grote afzet, die een grote
verscheidenheid van levensmiddelen en huishoudelijke producten voert.
Fast-moving consumer goods (fmcg).
Fast-moving consumer goods = Fast-moving consumer goods heeft als classificatie betrekking
op een breed scala aan veel verkochte consumentengoederen met een snelle omloop, zoals
voeding, toiletartikelen, zeep, cosmetica enzovoort.
De consument let vooral op de prijs van de aankopen.
Branchespecialisten zien kansen voor supermarkten om in te spelen op 4 belangrijkste trends:
1. Gemak;
2. Gezondheid;
3. Genieten;
4. Goed (maatschappelijk verantwoord) gedrag.
2