Inhoudsopgave
HC 1............................................................................................................................................................... 2
HC 2 het dispositionele domein...................................................................................................................... 6
Kennisclip TAT scoren.................................................................................................................................. 12
HC 3 dispostionele domein 2........................................................................................................................ 14
HC 4 biologisch perspectief op persoonlijkheid............................................................................................. 18
HC 5 genen, hersenen, gedrag...................................................................................................................... 25
HC 6 deel 1 psychoanalyse........................................................................................................................... 33
HC 6 deel 2 coping en stress......................................................................................................................... 35
HC 7 behoeften en motieven........................................................................................................................ 38
HC8 cognitieve aspecten van persoonlijkheid............................................................................................... 42
HC9 intelligentie.......................................................................................................................................... 46
HC 10 deel 1 het zelf.................................................................................................................................... 51
HC 10 deel 2 sociale interactie...................................................................................................................... 52
HC 11 deel 1 cultuur en persoonlijkheid....................................................................................................... 55
HC 11 deel 2 psychologie en seksverschillen.................................................................................................57
,2
HC 1
Wat onderzoeken persoonlijkheidspsychologen
Drie niveaus van onderzoek:
Menselijke natuur
Verschillen tussen individuen/groepen
Individuele uniciteit wat maak jou uniek
Twee tradities
Nomothetisch wetmatigheden in gedrag van mensen
Idiografisch beschrijving van een uniek persoon
Twee uitgangspunten:
Entiteittheorie mensen hebben onveranderlijke eigenschappen moeilijk mensen
te veranderen
Incrementeeltheorie mensen zijn in grote mate te vormen en te veranderen
omgeving en wens te veranderen grote rol
Niveau 1 menselijke natuur
Waarin mensen gelijk zijn aan alle anderen iedereen kan taal leren, mensen zijn
groepsdieren
Niveau 2 verschillen tussen individuen/groepen
Waarin mensen gelijk zijn aan sommige anderen man en vrouw agressie andere
manier vrouwen tegen mensen, jongens tegen voorwerpen vrouwen schreeuwen,
mannen vechten
Niveau 3 individuele uniciteit
Waarin mensen gelijk zijn aan geen anderen
,3
Entiteitstheorie
Menselijke eigenschappen (zoals persoonlijkheid) liggen vast het is onmogelijk om deze te
veranderen (nature beliefs)
Incrementele theorie
Menselijke eigenschappen liggen niet vast en zijn tot op grote hoogte vormbaar (nurture
beliefs
Bestaat persoonlijkheid?
Hartshorne & May (1928): Kinderen geobserveerd in verschillende situaties waarin
altruïstisch gedrag vertoond kon worden
Walter Mischel (1968): nee zeer zwakke verbanden tussen gedrag van een persoon
in de ene situatie en gedrag van een persoon in een andere situatie
Wat verstaat men onder persoonlijkheid?
Individuele verschillen
Fysiek lengte, attractiviteit
Psychologisch intellectueel (kennis, vaardigheden), niet-intellectueel (kortstondig
emoties, gewoontes of langdurig specifiek (gewoonten, attituden), algemeen
(persoonlijkheid)
Langdurige (niet-) intellectuele psychologische inc. Verschillen
Algemeen temperament, persoonlijkheid (karakter, creativiteit, emotionele IQ),
intelligentie, talent
Specifiek gewoonten, attituden, voorkeuren, ideeën, emoties, competenties,
vaardigheden, geschiktheid
Persoonlijkheidstrekkenhiërarchie
1. Domein/factor
2. Facetten
3. Gecontextualiseerde facetten omgeving
4. Gecontextualiseerde gedragingen gedragingen
, 4
Definitie van persoonlijkheid
Verzameling trekken en mechanismen binnen het individu; deze zijn georganiseerd en
relatief constant en beïnvloeden iemands interacties met, en aanpassingen aan, de binnen
psychische, fysieke en sociale omgeving
8 elementen:
1. Verzameling trekken
2. Mechanismen
3. Binnen het individu
4. Deze zijn georganiseerd en relatief constant
5. En beïnvloeden
6. Iemands interacties met
7. En aanpassingen aan
8. De binnenpsychische, fysieke en sociale omgeving.
Persoonlijkheid
Structuur
Samenhang (1,3,4)
Stabiliteit
Omgeving
Fysiek
Sociaal (8)
Intrapsychisch gedachten en herinneringen aan wat je beleefd hebt draag je mee,
kan je gedrag beïnvloeden
P + O Hiertussen interactie
Gevoel
Gedachten (5)
Gedrag vertonen
Beslisregels (2) bepaalde input en decision rule die gepaard gaat met gevoelens en
gedachtes gaat gepaard met bepaalde output bepaald gedrag