Hoorcollege 1: Wetenschapsfilosofie + H1 en H6
Wetenschapsfilosofie en wetenschapsgeschiedenis; hier zijn raakvlakken tussen. Ook aparte vragen
over de aparte gedeelten.
De teksten zijn leidend voor het vak. De colleges zijn ondersteunend bij de teksten.
Aan de thuisopdrachten moet je voldoen om aan het tentamen deel te nemen.
Common sense beeld: in wetenschap wordt alleen beroep gedaan op logische afleidingen en
empirisch vastgestelde feiten. Normen en waarden zouden er niet toe doen.
- Autonoom (geen externe invloeden-politieke partijen, regeringen en multinationals bepalen
niet de richting van het onderzoek)
- Neutraal (wetenschappers laten zich bij bepaling van de vraagstelling niet leiden door hun
religie, politieke opvattingen of financiële belangen)
- Onafhankelijk (bij de acceptatie van wetenschappelijke kennis spelen morele oordelen,
ideologische of andere opvattingen en belangen geen rol)
- Maatschappelijk waardevrij (wetenschappers zijn niet betrokken bij de wijze waarop kennis
wordt toegepast)
- Niet normatief (wetenschappers spreken zich niet in positieve noch negatieve zin uit over
maatschappelijke gevolgen van door hen verworven kennis)
Wetenschap leidt dus tot het systemisch testen van hypothese en theorieën.
Wetenschappelijke artikelen hebben een standaardopbouw: samenvatting, inleiding, materialen en
methode, resultaten, discussie, conclusie, referenties en dankwoord.
- Die opbouw ondersteunt het common sense beeld; wetenschap is een zuiver rationele
onderneming. De stijl en taalgebruik van medische en levenswetenschappenlijke artikelen
versterkt dit beeld.
- In 3e persoon spreken: laat zien dat de onderzoeker er niet toe doet. Wie het onderzoek
uitvoert, maakt niet uit, bij herhaling volgens zelfde methoden zullen dezelfde resultaten
optreden.
Wetenschap als grillig proces:
- Wetenschap is soms een grillig proces. Wetenschappelijke bevindingen kunnen tot stand
komen op allerlei verschillende manieren. De manier waarop je op een theorie komt hoeft
niet hetzelfde te zijn als hoe je een theorie rechtvaardigt.
- Wetenschap is weliswaar een proces waar methodologisch onderzoek wordt gedaan naar de
werkelijkheid, waarbij die methode geen onfeilbare werkwijze vertegenwoordigt, maar een
menselijk proces met alle mitsen en maren die daarbij horen.
- Ontdekkingen in de wetenschap zijn vaak moeizame processen en creatieve processen.
- Voorbeeld de vinken van Darwin:
o Zorgvuldig observeren garandeert geen begrip van hetgeen dat waargenomen
wordt.
o Volgens het common sense idee zou observatie van de verschillende snavels en
verschillende zaden moeten leiden tot een theorie.
o Het was echter zo dat: pas toen Darwin ideeën over de evolutie ging ontwikkelen,
kwam hij op het idee dat de vinken als bewijsmateriaal voor zijn theorie konden
dienen. DUS: observatie leidt hier niet tot een theorie, maar de theorie leidt tot (het
inzien van het grote belang van) een bepaalde observatie.
, o Ook was het niet zeker of het wel als bewijsmateriaal kon dienen, want er waren
kruisingen tussen vinken van verschillende eilanden etc. wat een belangrijke rol
speelde in de evolutie van de vinken. beeld ‘wie goed kijk, begrijpt’, gaat hier niet
op.
- Het geheim van Pasteur:
o Werd gezien als iemand die volledig volgens common sense visie werkte. Hij was
echter geen heilige.
o Hij bouwde zekerheden in in zijn experimenten, wat tegen het ‘experimentele
karakter’ ingaat, om zeker te zijn van slaging.
o Hij gebruikte zonder het toe te geven, theorieën van zijn concurrent.
o Pasteur zocht naar een vaccin tegen miltvuur
Hij had zijn experiment gesaboteerd door vooraf al een aantal
gevaccineerde en ongevaccineerde schapen te laten besmetten. Zo kwam hij
tot het gewenste resultaat.
Hij wilde niets zeggen over de samenstelling van het vaccin. Hij had zelf geen
juiste ideeën over de werking van het vaccin. Hij gebruikte ideeën van zijn
medewerker voor het vaccin, zonder inbreng van die medewerker te
vermelden.
Ook had hij op 2 menselijke patiënten een vaccin tegen hondsdolheid
getest. Dit terwijl hij had gesteld zoiets als misdadig te beschouwen (moest
namelijk eerst op dieren).
o Er zijn ongeschreven regels in de wetenschap, waar zelfs de meest briljante
wetenschappers op gewezen moeten worden.
Wetenschap is een zaak van waarnemingen doen, hypothesen en theorieën opstellen en het
testen hiervan door bv. experimenten. Dat stelt de common sense visie. Die stelt ook dat er
een vaste methode is om elk probleem op te lossen. Ook aannames als: kijken leidt tot
begrijpen, meten gaat vanzelf, feiten wijzen onomstotelijk de weg, experimenten kunnen
worden beoordeeld via vastliggende procedures, en wetenschap wordt niet gestuurd door
belangen van individuele onderzoekers. Dit klopt niet (zie voorbeeld Pasteur en Darwin).
Wetenschap is een grillig proces waarin interpretatie, toeval, creativiteit, praktische vaardigheid,
eergevoel, debat en het zoeken naar consensus een belangrijke rol spelen.
Filosofische reflectie komt voort uit de ervaring dat gangbare manieren van denken en handelen
hun beperkingen hebben.
- ! Om een nieuw denkraam te ontwikkelen moest een overgang plaatsvinden van een
empirische naar een meer reflectieve houding.
- De ethiek van wetenschappelijk onderzoek is geen kwestie van empirisch onderzoek, maar
van een filosofische/normatieve analyse.
Sciëntistische visie: er is maar één vorm van kennis, wetenschappelijke kennis. Alle andere vormen
van kennis kunnen ofwel herleid worden tot wetenschap of zijn het label ‘kennis’ niet waard.
- ‘Behandelingen die niet wetenschappelijk onderbouwd zijn, zouden in onze samenleving
geen plaats mogen hebben.’
- Er zijn geen grenzen aan het bereik van de wetenschappen. – Alles is wetenschappelijk te
onderzoeken en wat wetenschappelijk niet vaststelbaar is, kan niet bestaan (ontbreken
onderliggend substraat bij een lichamelijke klacht) of is ongeldig (behandelwijze waarvan de
werkzaamheid niet kan worden vastgesteld).
, - Bijvoorbeeld: het menselijk genoomproject leidt tot een complete beschrijving van de mens.
- Edward O. Wilson
Traditionele visie: er zijn vele vormen van kennis.
- Naast wetenschappelijke kennis bestaat er kennis van goed en kwaad, genade en
schoonheid, van ethische en artistieke waarde. Ook is er kennis van de menselijke natuur die
niet is afgeleid van wetenschappelijke resultaten, maar van geschiedenis en literatuur en van
de intieme omgang met vrienden en familie. Ook noemt hij kennis verkregen door meditatie
en religie.
- ‘Wetenschap kent grenzen en niet alles kan wetenschappelijk verklaard worden.’
- Dyson: geestesvermogens en wetenschappelijke methoden moeten als complementair
worden beschouwd. Ze vullen elkaar aan. Mentale verschijnselen bestaan uit losstaande
verhalen die geen generalisatie toelaten (zoals wetenschappelijke kennis).
o De wetenschap stuit dus volgens hem op een grens bij het bestuderen van bepaalde
verschijnselen zonder dat de realiteitswaarde van die verschijnselen moet worden
ontkend.
Zie blz. 27-28 voor afweging tussen sciëntistische en traditionele visie.
- Bij onverklaarbare lichamelijke klachten kunnen dokters geen substraat vinden, terwijl de
patiënten wel daadwerkelijk last ondervinden. Vanuit scientistisch perspectief zouden deze
klachten niet binnen het medisch domein vallen. Vanuit traditionele visie zouden ze wel als
reëel kunnen worden onderkend.
Wetenschap: bestuderen via 2 perspectieven
- Descriptief/beschrijvend:
o Historicus/socioloog
o Hoe komt het dat een theorie is voortgekomen
o Wat is er gebeurd?
o Hoe heeft een cultuur aanleiding gegeven tot een theorie?
o Hoe is theorie Q uit theorie P voortkomen?
- Normatief
o Hoe onderscheid je een goede wetenschappelijke theorie van een pseudotheorie?
o Wat is een goede theorie?
o Hoe is wetenschappelijke kennis te rechtvaardigen?
o Hoe onderscheid je echte kennis vs pseudokennis?
o Wat is een adequate wetenschappelijke verklaring?
Common sense visie:
- Er vinden logische afleidingen in plaats
- Het zijn empirisch vastgestelde feiten (moeten geworteld zijn in de empirie)
- Theorie gebaseerd op de feiten
- Repliceerbaarheid (dingen moeten herhaalbaar zijn)
- Falsifieerbaarheid (ze moeten weerlegbaar zijn)
- Normen en waarden doen er niet toe
- Geen externe invloeden
- Neutraal bij de vraagstelling
, - Onafhankelijk zijn bij de acceptatie
- Maatschappelijk waardenvrij
ook weer onderscheid tussen descriptief en normatief is hier relevant. – kloppen de elementen
van de common sense visie?
- Descriptief: stroken de elementen uit de common sense visie met hoe het in de wetenschap
er werkelijk aan toe gaat?
- Normatief: zijn de elementen eigenlijk wel goed en bruikbaar?
Ander onderscheid: gedrag van wetenschappers vs de theorieen/ideeen (objecten van de
wetenschap)
Normen kunnen betrekking op wetenschappelijk werk, bv theorie of bepaalde studie
- Normatief (theorie)
o Is de theorie consistent?
o Volgt de hypothese uit de theorie?
o Zijn de conclusies toetsbaar? Weerlegbaar?
Normatief (gedrag van wetenschappers zelf):
- Hebben ze de feiten netjes opgeschreven?
- Hebben ze hun resultaten netjes gedeeld?
- Hebben ze zich onafhankelijk opgesteld?
- Zijn ze niet dogmatisch geweest?
Ethiek in de wetenschap
Ethiek in de wetenschap (gaat over gedrag van wetenschappers). Robert Merton heeft in kaart
gebracht wat de ongeschreven regels zijn van de ‘wetenschappelijke gemeenschap’ door normen op
te stellen (wetenschappers met elkaar); hij beschrijft de ethos van wetenschap. CUDOS normen:
1. Communism: wetenschap is gemeenschappelijk bezit
a. Wetenschap is namelijk het product van een collectief onderzoekers en mogelijk
dankzij gemeenschapsgeld, daarom moeten resultaten openbaar worden gemaakt.
Ook omdat wetenschappers altijd voortbouwen op werk van hun voorgangers.
b. Openbaarmaking van resultaten gaat via formele (primaire literatuur= artikelen,
boeken, bundels & secundaire literatuur= overzichtsartikelen, leerboeken) en
informele wegen (lezingen, congressen, presentaties, gesprekken tijdens lunch, e-
mails.
c. Essentie van de norm: alle onderzoek is toegankelijk voor iedereen die daar
interesse of belang bij heeft
2. Universalism: houdt in dat wetenschappelijke uitspraken onderworpen dienen te worden
aan onpersoonlijke criteria zoals overeenstemming met observaties en reeds geaccepteerde
kennis.
a. Beoordeling moet onafhankelijk zijn van ras, geslacht, sociale positie, nationaliteit,
religie en andere irrelevante criteria.
b. Vooruitgang van de wetenschap is niet gebaat bij rekening houden met dit soort
eigenschappen. Het gaat om universele geldigheid en objectiviteit.