100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Nederlands zinsstructuur €5,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Nederlands zinsstructuur

4 beoordelingen
 2996 keer bekeken  5 keer verkocht

Samenvatting over de stof van zinsstructuur van het programma Hogeschooltaal.

Voorbeeld 8 van de 65  pagina's

  • 25 juni 2015
  • 65
  • 2014/2015
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (4)

4  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: timmygamez • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: kasroosch • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: Anoeska40 • 8 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: tara_van_egmond • 8 jaar geleden

avatar-seller
Nielsbuijs
Avans hogeschool Breda
NEDERLANDS
Zinsstructuur

, ZINSSTRUCTUUR
LEESTEKENS
Punt
We schrijven een punt (.) in de volgende gevallen:
1. Punten maken duidelijk dat een zin afgelopen is.
Je schrijft de punt vóór het afhalingsteken, als de punt bij het citaat hoort dat binnen
de aanhalingstekens geplaatst wordt (zie het eerste voorbeeld). Als de punt niet bij
het deel hoort dat tussen aanhalingstekens staat, dan plaats je de punt ná het
afhalingsteken (zie het tweede en derde voorbeeld).
De manager zegt: "Het is toch treurig dat we er onvoldoende in slagen de problemen
zichtbaar te verbeteren."
Mijn collega noemde mij "een bescheiden man met een enorm gevoel voor humor".
Bekende taaladviesboeken zijn 'Schrijfwijzer' en 'het Groene Boekje'.
 Plaats een punt als het laatste woord van de zin een internetadres is.
Kijk voor de juiste spelling van een woord op http://woordenlijst.org/.
Ronde haakjes kunnen om een deel van de zin worden gezet; de punt komt dan na
het laatste haakje (zie het eerste voorbeeld). De ronde haakjes kunnen ook om een
hele zin worden gezet. In dat geval komt de punt binnen de haakjes (zie het tweede
voorbeeld).
U kunt uw komst bevestigen bij de secretaresse (tussen 9.00 uur en 17.00 uur).
(Na aanmelding is geen teruggave van de gelden mogelijk.)
2. Aan het eind van elk afgekort woord schrijf je een punt.
 bv. of bijv.  e.d.
 incl.  ca.
 m.a.w.  cf.
 etc.  nl.

 Als een zin eindigt op een afkortingspunt, schrijf je géén extra punt.
Voorbeeld: Na een beroerte krijgen mensen standaardpillen voorgeschreven,
zoals stollingsremmers, bètablokkers, etc. Je schrijft wel een extra punt als de
afkorting binnen haakjes staat. Voorbeeld: Na een beroerte krijgen mensen
standaardpillen voorgeschreven (zoals stollingsremmers, bètablokkers, etc.).
Ook een vraag- of uitroepteken blijft wel staan. Voorbeeld: Krijgen mensen na
een beroerte standaardpillen voorgeschreven, zoals stollingsremmers,
bètablokkers, etc.?





1

, 3. In bedragen van vijf cijfers of meer om de duizendtallen aan te duiden en
in tijdsaanduidingen tussen de uren en de minuten.
 225.220
 22.15 uur

 Let op: schrijf géén punt na een opschrift, titel, kop,
emoticon of adressering.


   Vraagteken en uitroepteken

 Uitroepteken (!)

Uitroeptekens gebruikt men alleen als er ook iets uit te roepen valt. Het
uitroepteken gebruik je snel te vaak. Door het veel te gebruiken verliest het
zijn kracht. Een overdosis aan uitroeptekens maakt al snel een schreeuwerige
indruk.
 Meestal is een punt een afdoende afsluiting van de zin.

 Allemachtig nog aan toe! Loop naar de drommel! Prachtig!

 Als je een uitroep meedeelt, wordt er geen uitroepteken gebruikt.

 Ze riep naar hem dat ze hem nooit meer hoefde te zien.

 Bij een citaat aan het einde van de zin geldt het volgende: eerst het vraag- of
uitroepteken, dan het aanhalingsteken of afhalingsteken.
 De dominee riep in al zijn enthousiasme na de laatste woorden van de
Troonrede: "Leve de koningin!"
 Vraagteken (?)

 Je gebruikt een vraagteken om een vraag af te sluiten. Ook na een afkorting
en aan het einde van een retorische vraag komt een vraagteken.
 Mag ik je erop wijzen dat niet alles naar behoren werkt?
 Wil je morgen zo snel mogelijk contact opnemen s.v.p.?
 Mijn broer verzuchtte: "Hoe dom kun je zijn?"
 Hij vraagt: "Weet jij wat het verschil is tussen een vloek en een verwensing?"

 Als een zin voor een deel vragend is, schrijf je een vraagteken als de zin met
een vraagtonatie eindigt.
 Ik denk dat ik naar huis ga, of denk je dat er nog iets interessants verteld
wordt?
 Welk kunstwerk van welke meester prefereer je, is een vraag die ten
grondslag ligt aan de tentoonstelling.

2

,







3

,   Komma

 Na de punt is de komma (,) het leesteken dat we in teksten het meest nodig
hebben.
 Er zijn komma’s die moeten of per se niet mogen. Er zijn ook komma’s die je
wel of niet kunt plaatsen, maar wat je ook doet, niet per se fout zijn. Die laatste
zijn subjectief; er zijn schrijvers die veel komma’s plaatsen en schrijvers die
weinig komma’s plaatsen.
 Het gaat erom dat je de eerste categorie komma’s beheerst: de komma’s die
moeten of per se niet mogen. De subjectieve komma’s krijgen alleen de vage
richtlijn mee 'als je een duidelijke rust in de zin hoort, plaats dan een komma'.
Daarna begin je met een lijst van de verplichte komma’s en daarna de
verboden komma’s.
 1. We schrijven een komma tussen de delen van een opsomming.

 Hierbij moet je de komma kunnen vervangen door het woordje 'en'.

 Ik heb de volgende producten gekocht: tomatensap, aardappelen, belegen
kaas en karnemelk.
 In het voortgezet onderwijs krijg je les in vakken als scheikunde, economie,
wiskunde, Frans, etc.


 2. We schrijven een komma na een bijvoeglijke bijzin.

 Een bijvoeglijke bijzin is een bijzin die hoort bij een zelfstandig naamwoord.

 De Nederlandse topper, die met zijn gedachten bij een transfer naar Sevilla
was, miste een penalty.
 Er zijn twee soorten: uitbreidende bijvoeglijke bijzinnen
en beperkende bijvoeglijke bijzinnen.
 De uitbreidende heeft als kenmerk dat hij extra informatie geeft over datgene
waar het over gaat. Het gaat in dat geval om informatie die gemist kan
worden. Voorbeeld: De supporters, die naar het nieuwe stadion waren
gekomen, moedigden hun team hartstochtelijk aan.
 De beperkende bijzin kan nooit weggelaten worden.
Voorbeeld: Sinaasappels die nog niet helemaal oranje zijn, kun je beter niet
eten.
 Na élke bijvoeglijke bijzin, of die nu uitbreidend of beperkend is, moet een
komma. Of er vóór de bijvoeglijke bijzin een komma moet, hangt af van het
type: bij uitbreidende wel, bij beperkende niet.



4

, 3. We schrijven een komma achter en/of voor een aangesproken persoon.

 Maayke, geef jij iedereen even een glas witte wijn?

 Heb ik, mevrouw Liebrechts, u echt verkeerd verstaan?


 4. We schrijven een komma achter een uitroep.

 Jeetje, wat is dat vervelend. Ach, wat is het toch jammer!


 5. We schrijven een komma voor en achter een bijstelling.

 Een bijstelling is een bijvoeglijke bepaling die bestaat uit een of meer
zelfstandige naamwoorden die onmiddellijk volgen op een ander zelfstandig
naamwoord. Een bijstelling geeft extra informatie over het eraan voorafgaande
zelfstandig naamwoord.
 Een bijstelling is niet hetzelfde als een bijzin: een bijstelling bevat namelijk
geen werkwoord en een bijzin wel.
 Volgens de media, vooral Telegraaf en Algemeen Dagblad, wordt Ajax de
eerste twee jaar geen kampioen.
 Sophie, mijn collega, schildert prachtige portretten.


 6. We schrijven een komma voor een aantal voegwoorden, zoals maar,
doch, want, die zinnen met elkaar verbinden.
 Alcohol is gevaarlijk, want die beïnvloedt je rijgedrag.
 Hij is wel 65, maar toch nog vitaal.


 7. We schrijven een komma tussen twee werkwoordsvormen die niet bij
hetzelfde gezegde horen.
 Wie niet sterk is, moet slim zijn.


 8. We schrijven een komma na de aanhef van een brief.

 Hooggeleerde Heer,


 9. We schrijven een komma als de hoofdzin duidelijk moet
worden gescheiden van de bijzin.


5

, Hij gaat naar Italië, als hij een beurs kan krijgen.

 Als je me niet gewaarschuwd had, toen we de splitsing naderden, was ik naar
links gereden.
 10. We schrijven een komma als er misverstanden dreigen.

 De beul staat op het punt een misdadiger op te hangen aan de galg als er een
boodschapper van de koning arriveert. Hij overhandigt de beul een brief
waarin staat: De koning komt niet hangen!

In deze zin ontbreekt de komma, maar waar had die moeten staan?
 De koning komt, niet hangen!
 De koning komt niet, hangen!

 Kortom: een komma kan soms een kwestie van leven of dood zijn.


 11. We schrijven een komma voor en achter een beknopte bijzin.

 In een beknopte bijzin zijn één of meer woorden weggelaten, zoals het
voegwoord, het onderwerp of de persoonsvorm.
 De gordijnen, fraai van kleur en prachtig gedrapeerd, hingen na de was weer
voor het raam.
Toch zijn drie lesuren, besteed aan de uitspraak van het Italiaans, te gering.
 Starend naar de foto, besefte hij dat hij haar kwijt was.

 12. We schrijven een komma tussen gelijkwaardige bijvoeglijke
naamwoorden.
 Bijvoeglijke naamwoorden zijn gelijkwaardig als ze onafhankelijk van elkaar
een eigenschap geven van het zelfstandig naamwoord dat erop volgt. Als je
de volgorde van twee bijvoeglijke naamwoorden kunt veranderen, zijn ze
gelijkwaardig.
 De studenten beoordeelden de hoogleraar als een charismatisch, wijs en
secuur persoon.
 Dit is een zeldzaam lekker, lokaal gebrouwen, rood gekleurd biertje.


  Dubbele punt

 Een dubbele punt (:) is een leesteken dat voor verschillende doeleinden kan
worden gebruikt.
 1. Je zet een dubbele punt om een citaat in de directe rede in te leiden.


6

,  Els vroeg: "Heb je nog iets van Lodewijk gehoord?"
Shakespeare zei ooit: "Arm en tevreden is rijk, en rijk genoeg."
 Als het citaat wordt ingeleid met 'de opmerking' of 'de vraag', komt
er géén dubbele punt. Voorbeeld: De opmerking 'Naar jou luister ik niet' heb ik
maar genegeerd.
 Als een vraag of opmerking wordt weergegeven zonder aanhalingstekens,
dan komt erwel een dubbele punt. Voorbeeld: Hij antwoordde niet op de
vraag: hoe werkt de goocheltruc?
 Voor één woord of een paar woorden blijft de dubbele punt achterwege.
Voorbeeld: Ze riep huilend 'ga weg!'
 Er wordt een dubbele punt geplaatst voordat gevoelens of gedachten worden
weergegeven. Voorbeeld: Ik dacht: ik snap de uitleg van de docent niet.


 2. Voor een aankondiging plaats je een dubbele punt.

 Voor een aankondiging van een conclusie, omschrijving, uitleg, verklaring of
toelichting wordt een dubbele punt gebruikt.
 Hij zit tot laat in het café, drinkt veel en meldt zich vaak af op zijn werk: hij is
niet gelukkig.
De dief ziet er als volgt uit: hij heeft een moedervlek op zijn wang, draagt een
muts en heeft blauwe ogen.
Ik vind haar niet sympathiek: ze kletst me te veel.
Mijn oma kan niet naar mijn diploma-uitreiking komen: ze ligt in het
ziekenhuis.
We moeten niet te veel van die studente verlangen: ze is nog herstellende van
een burn-out.


 3. Voor een opsomming plaats je een dubbele punt.

 Kandidaten voor het voorzitterschap zijn: Marianne, Lies en Tileke.
De staking wordt geleid door twee personen: de directeur en de secretaresse.
 Er komt géén dubbele punt na zoals en bijvoorbeeld.

 Hij volgt graag extra vakken zoals Grieks, Latijn en scheikunde.
De modieuze klerenmaker koopt graag kleren voor zijn zoon, bijvoorbeeld
pantalons, bloezen en stropdassen.
 Let op: als er een citaat volgt na een dubbele punt, begint het citaat altijd met
eenhoofdletter. In alle andere gevallen wordt het woord na een dubbele punt
met een kleine letter geschreven, tenzij het woord hoe dan ook met een
hoofdletter wordt geschreven, bijvoorbeeld als het om een persoonsnaam
gaat.

7

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Nielsbuijs. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48298 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49  5x  verkocht
  • (4)
In winkelwagen
Toegevoegd