Samenvatting Sociale Hygiëne
Hoofdstuk 1: sociale hygiëne
Sociale hygiëne: mensen moeten rekening met elkaar houden en respect hebben
voor elkaars lichamelijk en geestelijke gezondheid.
- Hygiëne (hygieia): schoon en netjes zijn.
- Sociaal: betrekking hebben op de maatschappij. Maatschappij is de
samenleving. Betekent ook gevoel hebben voor wat anderen willen of
denken.
- Letterlijk betekent sociale hygiëne: schoon en netjes zij met de mensen om
ons heen.
- Doel: veiligheid, gezondheid en het welzijn van gasten en werknemers
beschermen.
Waarom sociale hygiëne
De Alcoholwet is bedoeld om overmatig alcoholgebruik te voorkomen. De eisen
die worden gesteld aan de kennis en inzicht op het gebied van sociale hygiëne
zijn te vinden in het Besluit kennis en inzicht sociale hygiëne.
Leidinggevende in drankverstrekkende bedrijven moeten beschikken over
voldoende kennis en inzicht van:
De invloed van alcohol op lichaam en geest, ook in combinatie met drugs
en geneesmiddelen.
Alcoholmisbruik en alcoholverslaving, inclusief de sociale gevolgen
daarvan.
Wet en regelgeving omtrent alcohol
Kansspelautomaten en gokverslaving.
Sociale hygiëne is het (wettelijk verplichte) hulpmiddel om verantwoord om te
gaan met het verstrekken van alcohol.
Sociaal gedrag
Sociaal gedrag bestaat uit 2 pijlers: normen en waarden.
- Normen: richtlijnen voor je gedrag in sociale situaties. Ongeschreven
regels (opstaan zodat ouderen kunnen zitten).
- Waarden: iets dat je waardevol vindt om na te leven (eerlijk zijn).
o Waarden zijn heel persoonlijk.
- Normen en waarden vormen je referentiekader. Dit kader bepaalt of je
ethisch handelt.
- Moraal (ethisch): gezamenlijke waarden en fatsoensnormen geven aan wat
iemand wel en niet hoort te doen.
- Iemand die zich aan de normen houdt, toont moreel gedrag.
- Immoreel gedrag: je houdt je niet aan de normen.
- Ethiek: de vraag wat moreel en immoreel gedrag is.
Sociaal gedrag: elkaar respecteren op basis van normen en waarden (rekening
houden met anderen).
,1.2 De wet
Als je alcohol wil schenken of verkopen, is de leidinggevende wettelijk verplicht
om een Verklaring kennis en inzicht sociale hygiëne te hebben en in het Register
Sociale Hygiëne bijgeschreven te staan.
- Staat in de alcoholwet.
- In het Besluit kennis en inzicht sociale hygiëne Alcoholwet staat wat
leidinggevenden moeten kennen en kunnen op het gebied van sociale
hygiëne.
Leidinggevende: de eigenaar van het bedrijf en/of diegene die de dagelijkse
leiding geeft op de werkvloer.
In de arbowet staat wat je als werkgever moet doen om te zorgen voor goede
werkomstandigheden voor de werknemers.
- Werkgever is (bijna) altijd leidinggevende, maar leidinggevende is niet
altijd werkgever.
Paracommerciële rechtspersonen
Paracommerciële rechtspersonen: stichtingen en verenigingen die zich richten op
recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of
godsdienstige activiteiten.
- Verkoop van alcohol is hier niet de hoofdzaak (voetbalvereniging
hoofdzaak: voetballen).
- Kunnen in aanmerking komen voor een drank- en horecavergunning.
- Voorbeelden: sportverenigingen, clubhuizen, culturele instellingen en
kerkgenootschappen.
- Er gelden andere regels voor paracommerciële rechtspersonen dan voor
commerciële rechtspersonen zoals horeca. Er moet bijvoorbeeld altijd een
leidinggevende met de Verklaring kennis en inzicht sociale hygiëne of een
vrijwilligere met een Instructie Verantwoord Alcoholschenken (IVA) zijn,
wanneer er alcohol wordt geschonken.
Het niveau van deze nationale eisen is door de LEC-SVH vastgelegd in de
eindtermen Sociale Hygiëne voor het horeca- en slijtersbedrijf op basis van de
Alcoholwet. Als je voldoet aan deze eisen, wordt je door de LEC-SVH
bijgeschreven in het Register Sociale Hygiëne.
Arbowet
In de Arbowet staat dat de werkgever een risico-inventarisatie en -evaluatie
(RI&E) moet opstellen. Dit is een overzicht van de mogelijke risico’s en gevaren
voor de gezondheid en veiligheid van werknemers, en hoe je deze risico’s kunt
beperken.
Stappenplan RI&E opstellen:
, 1. Evalueer als eerste hoe groot de mogelijke risico’s zijn. Het grootste risico
zet je bovenaan de lijst.
2. Maak vervolgens een plan om het risico te voorkomen. Je bepaalt wie wat
doet en wanneer.
3. Stel vast off de RI&E voldoet aan de eisen van de Arbowet.
Een voorbeeld: Een bedrijf maakt een RI&E van de ovens die wij op de bake-off
hebben staan. Gekeken wordt welke gevaren dit met zich meebrengt
(verbranding) en hoe dit voorkomen kan worden (handschoenen dragen die
tegen de warmte kunnen).
De werkgever moet er ook voor zorgen dat de werknemers voorlichting en
instructies krijgen, dat er werkoverleg met hen plaatsvindt en dat er toezicht
gehouden wordt om veilige en gezonde arbeidsomstandigheden te creëren.
Maatregelen voor een veilige en gezonde werkomgeving
De werkgever is verantwoordelijk voor de veiligheid, gezondheid en het welzijn
van medewerkers tijdens het werk.
- Laag decibel, oordoppen, goed ventileren ect.
- Hiervoor stel je een RI&E op.
1.3 Verantwoordelijkheden van leidinggevenden
Leidinggevenden hebben verantwoordelijkheden met betrekking tot goede
arbeidsomstandigheden:
1. Voorlichting geven
2. Instructie geven
3. Toezicht houden
4. Werkoverleg voeren
Voorlichting geven: medewerkers informeren over hun werkzaamheden, de
risico’s en maatregelen om de risico’s te voorkomen.
- Ook komen vakkennis, regels, wetten en procedures en het bedrijfsbeleid
aan bod.
- Voorlichting kun je geven door:
o Uitleg te geven
o Folders, handleidingen of lesmateriaal te laten lezen.
Instructie geven: een opdracht geven.
- Voorbeelden: vakbekwaamheid, toepassen van gespreksmodellen en
gebruik brandblusser.
- Instructies kun je geven door:
o Demonstreren
o Medewerkers laten oefenen
o Filmmateriaal te tonen en te bepreken.
o Goede training laten volgen.
, Toezicht houden: controle of medewerkers instructies en voorschriften volgen.
Werkoverleg voeren: bijeenkomst leidinggevenden en medewerkers.
- Doel: informatie uitwisselen over bedrijfsvoering en werkervaringen.
- Doel: werkresultaat, samenwerking en arbeidsomstandigheden te
verbeteren.
- Verstandig: notulen maken (van de gemaakte afspraken).
- Tijdens het werkoverleg kun je bespreken:
o Arbozaken
o Taakverdeling en roosters
o Nieuwe producten
o Nieuwe apparaten en procedures
o Omzetcijers
o Klachten van gasten
o Partijen en evenementen.
Voorbespreking (briefing): een bespreking voor de aanvang van je dienst.
Nabespreking (debriefing): na einde van je dienst.
1.4 Het horecabedrijf en bedrijfsformule
De bedrijfsformule en gastvrijheidsformule worden bepaald door de bedrijfssoort
en doelgroepen.
Bedrijfssoorten:
1. Logiesverstrekkende bedrijven: richten zich op het aanbieden van
overnachtingsmogelijkheden met eventueel eten en drinken.
- hotels, motels, pensions, jeugdherbergen.
2. Voedselverstrekkende bedrijven: richten zich op het verstrekken va
maaltijden, kleine gerechten en dranken.
- Restaurants, lunchrooms en snackbars.
3. Drankverstrekkende bedrijven: richten zich op dranken. Eten is meestal
bijzaak.
- Cafés, discotheken en koffiebars.
Doelgroepen
Doelgroepen kun je bepalen op basis van doel (zakelijk of recreatief), levensfase
(studenten, ouderen ect), inkomen (één- of tweeverdieners) of producten (kaas-
of wijnliefhebbers).
Voorbeelden doelgroepen:
1. Zakelijke gasten
Willen graag op een rustige plek zitten waar ze niet afgeleid worden
door horeca geluiden of lopende gasten.
2. Recreatieve gasten (bezoeken de horeca voor hun plezier)
a. Toeristen
o Komen uit een andere stad/land.
o Taalbarrières