Omgevingsrecht
De wabo: de omgevingsvergunning week 1
Dit is de Wet Algemene Bepaling Omgevingsrecht.
In plaats van in elke omgevingswet een eigen vergunningstelsel, is er 1 wet gemaakt en dat is
de omgevingsvergunning. Dankzij deze wet kan je voor meerdere activiteiten aangegeven in
2.1 en 2.2 in 1 keer 1 omgevingsvergunning aanvragen.
Hierin staat dat de staten generaal en de regering, de regering heeft dus bepaald dat je voor
deze artikelen een omgevingsvergunning nodig hebt:
Art 2.1 lid 1, deze zijn door rijk geregeld. Iedereen is vergunning plichtig hiervoor.
A: het bouwen van een bouwwerk
B: het uitvoeren van een werk (bv een weg) dat bij een bestemmingsplan,
beheerverordening, exploitatieplan of voorbereidingsplan is bepaald
C: het invoeren van een aanvraag terwijl dit in strijd is met het bestemmingsplan. Je
aanvraag kan positief zijn indien dit een goed plan is. Je hebt er geen recht op, het is
een kwestie tussen mij en de bevoegd gezaghebbers
D: het in gebruik nemen/gebruiken van een bouwwerk met oog op brandveiligheid
E: het oprichten/veranderen/in werking hebben van een inrichting (bedrijvigheid
zoals fontys of fabriek) of mijnbouwwerk
F: het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van rijksmonument of herstellen,
gebruiken of laten gebruiken van een rijsmonument waardoor het ontsierd wordt of
in gevaar komt
G: het slopen van een bouwwerk als het bestemmingsplan, beheerverordening of
voorbereidingsbesluit al is bepaald
H: het slopen van een bouwwerk in een bescherm stads of dorpsgezicht
I: het verrichten van een andere activiteit die behoort tot algemene maatregel van
bestuur en invloed heeft op de fysieke leefomgeving
Tenzij op basis van 2.1 lid 3 dan ben je vergunning vrij, dat geeft het Rijk aan
Bijvoorbeeld: 4 meter vergunning vrij aanbouwen
, Art 2.2 lid 1, bij deze activiteiten bepaalt de gemeente/provincie of men vergunning
plichtig is. Dit staat vast in verordeningen. Het kan dus zijn dat de gemeente nog
meer verplichtingen geeft voor activiteiten waarvoor een omgevingsvergunning
nodig is.
B: een monument te slopen, verstoren, verplaatsen of te wijzigen of herstellen, te
gebruiken of te laten gebruiken waardoor het ontsierd of in gevaar komt
C: Een bouwwerk te slopen in een krachtens een zodanige verordening aangewezen
stad of dorpsgezicht
E: Een uitweg te maken, te hebben of te veranderen of het gebruik daarvan te
veranderen
G: houtopstand (1 of meer bomen) te vellen of te doen vellen (omtehakken)
Aanvraag
Bij wie doe je aanvraag?
Een omgevingsvergunning vraag je aan bij een bevoegd gezag voor alle activiteiten. In dit
geval is dat het college van burgemeesters en wethouders art 2.4 lid 1 WABO.
Het kan zijn dat er een uitzondering is van de bevoegd gezaghebbers, wanneer op verzoek van
de aanvrager de vergunning in 2 fases gesplitst wordt, dan moet ik kijken naar art 2.5. Hierbij
doe je 2 vliegen in 1 klap, normale procedure zou langer duren.
Bijvoorbeeld: je vraagt eerst een omgevingsvergunning aan die in strijd is met het
bestemmingsplan.
Als je daar een “ja” op krijgt kan je deel je de 2de fase van je aanvraag in
Aanvragen van een omgevingsvergunning
Bij de WABO staat elektronisch communiceren voorop.
Aanvragen doe je dus in beginsel via:
www.omgevingsloket.nl
Uitzonderingen zijn particulieren zij kunnen:
Schriftelijk een aanvraag indienen
De beoordeling van de aanvraag
Toetsingsgrond
Er zijn verschillende toetsingsgronden, de gronden hangen af van de activiteiten. Met de
toetsingsgronden wordt de aanvraag positief of negatief beoordeelt. Ze zijn terug te vinden in:
Te vinden in art 2.10 t/m art 2.20
Voor het bouwen van een bouwwerk zijn er 4 belangrijke toetsingsgronden voor de aanvraag,
namelijk:
Art 2.10 lid 1 a t/m d
Onder andere ook van belang:
, 2.12 lid 1 onder a
2.20
Advies van andere bestuursorganen in beoordeling
Soms is er ook advies van een bevoegd ander bestuursorgaan vereist. Dit heeft met de
activiteit te maken. Zo kan erbij art 2.1 a (bouwwerk) een welstandscommissie worden
ingeroepen. Bij de sloop is het verplicht om een minister te hebben (RCE) om het college van
B&W te adviseren. Hiervan kan in de uov als de gewone procedure sprake zijn.
Soms is het advies niet alleen vereist, maar moet er ook een positief advies zijn van
een ander bestuursorgaan.
Dat is een verklaring van geen bedenkingen art 3.11 WABO, dit is een instemming
van een ander bestuursorgaan (gemeenteraad) voor het verlenen van de
omgevingsvergunning. Zonder de verklaring van geen bedenkingen kan het bevoegd
gezag de omgevingsvergunning niet verlenen.
Let op: dit geldt alleen voor activiteit in strijd met bestemmingsplan art 2.1 onder c art
2.12 lid 1 onder 3
Bijzondere toetsingsgrond
Vaak proberen mensen geld wittewassen door middel van onroerend goed. Daarom is er een
bijzondere toetsingsgrond.
Dit is een integriteitstoets op grond van de BIBOB art 2.20.
Zo wordt getoetst of je medeplichtig bent aan criminele activiteiten.
Ook wordt er op de belangrijkste toetsingsgronden voldaan, kan de vergunning alsnog
geweigerd worden als men kan aantonen dat het geld niet op een eerlijke manier verdient is.
Reguliere procedure zie art 3.8 WABO zegt dat deze op basis van awb is
Dit is de procedure van de aanvraag tot de inwerkingtreding van de aanvraag.
1. Aanvraag, hierbij vraagt iemand een vergunning aan, dit staat beschreven in afdeling
4.1.1. van Awb
Eisen met betrekking tot aanvraag
Een burger of een ander dient bijvoorbeeld een aanvraag in voor een
omgevingsvergunning. Dit gebeurt via www.omgevingsloket.nl.
Bij de aanvraag zijn er maar een paar eisen.
Artikel 4:2 noemt de NAW-gegevens, naam + adres + woonplaats. De dagtekening,
zodat ze termijnen kunnen naleven en aanduiding van de soort beschikking die ze
willen. Natuurlijk moet het bestuursorgaan voldoende gegevens hebben voor de
aanvraag.
Standaardformulier
Soms wordt er volgens 4:4 Awb gevraagd om een standaardformulier intevullen zo
kan er efficiënt gewerkt worden en voorkomt dat de belangrijkste dingen worden
vergeten.
Ontvankelijkheid aanvraag