Ondernemingsrecht
Leerdoelen les 1:
Het ondernemingsrecht plaatsen binnen het Burgerlijk Wetboek:
- Onderneming: elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisch
verband waarin krachtens arbeidsovereenkomst of krachtens publiekrechtelijke
aanstelling arbeid wordt verricht (art. 1 Wet op ondernemingsraden WOR)
- Onderneming: van een onderneming is er sprake indien een voldoende zelfstandig
optredende organisatorische eenheid van een of meer personen bestaat waarin door
voldoende inbreng van arbeid of middelen, ten behoeve van derden diensten of
goederen worden geleverd of werken tot stand worden gebracht met het oogmerk
daarmee materieel voordeel te behalen (art. 2 Handelsregisterbesluit). Lid 2: van een
onderneming is geen sprake indien er naar het oordeel van de Kamer onvoldoende
omvang van activiteiten of omzet is.
- => de organisatie dient winstgericht te zijn, dus ondernemingsrecht bevat zogezegd
winstgerichte bedrijven, volgens de Handelsregisterbesluit.
- => maar wanneer het gaat om het ondernemingsrecht, wordt de definitie van het
WOR gehanteerd.
- Dusss…. Het omgevingsrecht omvat dus alle rechtsvormen die in de Nederlandse of
Europese wet geregeld zij, ook indien zij geen (winstgerichte) onderneming drijven
(zoals vaak een stichting).
Rechtsvormen in Nederland onderscheiden:
- Nationale rechtsvormen (Nederland)
o Rechtspersonen:
Bv (besloten vennootschap): een rechtspersoon met een eigen
kapitaal dat door middel van het uitgeven van aandelen is verkregen.
Deze wordt opgericht met een notariële akte. Er is geen
minimumoprichtingskapitaal. Inschrijving bij KvK. Beperkte
aansprakelijkheid. Heeft stem- of winstrecht loze aandelen.
Nv (naamloze vennootschap): beperkte aansprakelijkheid. Verplicht
minimumoprichtingskapitaal. Zelfde manier van oprichting als bv, ook
inschrijving bij KvK. Er zijn geen stem- of winstrecht loze aandelen.
Vereniging (formeel en informeel): een rechtspersoon met leden die
een ander doel heeft en niet is gericht op winst. Bepaalde winst mag
niet worden uitgekeerd aan leden. Kan opgericht worden met een
notariële akte-> formele vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
en inschrijving bij KvK. Zonder notariële akte opgericht -> informele
vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid en inschrijving KvK is
optioneel. Een vereniging kan een onderneming drijven, maar hoeft
niet.
Coöperatie: een verenigingsvorm, waarbij een ledenorgaan verplicht
is. Rechtspersoon is gericht op winst en heeft als doel het voorzien in
stoffelijke behoefte van leden door het sluiten van overeenkomsten
met hen. Oprichting bij notaris en inschrijving bij KvK. Bestuurders in
beginsel niet aansprakelijk en het is mogelijk dat aansprakelijkheid bij
leden beperkt of uitgesloten is.
, Ondernemingsrecht
OWM (onderlinge waarborg maatschappij): hetzelfde al coöperatie.
Alleen het doel is het sluiten van verzekeringsovereenkomsten met de
leden.
Stichting: een rechtspersoon met in beginsel slechts een orgaan en
heeft een ledenverbod. Is niet gericht op winst. Behaalde winst mag
niet uitgekeerd worden aan bestuurders of anderen, behalve als de
uitkering van ideële of van sociale aard is. Oprichting door notariële
akte en inschrijving in het handelsregister.
o Personenvennootschappen:
Maatschap: een vennootschapsverband waarin met of zonder
gebruikmaking van een gemeenschappelijke naam, een beroep, of een
bedrijf wordt uitgeoefend oftewel beroeps- of bedrijfshandelingen
worden verricht. Oprichting door overeenkomst waarbij iedereen iets
inbrengt, zo ontstaat er een gemeenschap die samen voordeel
behalen. Inschrijving bij handelsregister. Met name bedoeld voor
beroepsbeoefenaren. De maatschap fungeert als gemeenschappelijk
bedrijf en factureert klanten. Vertegenwoordiging mogelijk als alle
maten volmacht geven aan diegene die in naam van de maatschap
handelt en alle maten voor gelijke delen aansprakelijk zijn voor de
verbintenis van de maatschap.
Stille maatschappij: is bedoeld voor een beroeps- of
bedrijfsuitoefening. Treedt naar buiten onder meerdere
namen.
Openbare maatschappij: is bedoeld voor beroepsuitoefening.
Treedt naar buiten onder een naam
Vof (vennootschap onder firma): gebaseerd op maatschap. Zelfde
wijze opgericht en inschrijving bij KvK. Vennootschap voor
bedrijfsuitoefening. Alle vennoten bevoegd tot vertegenwoordiging en
aansprakelijk voor verbintenissen van de vof. Meest voorkomend.
Cv (commanditaire vennootschap): gebaseerd op vof met dezelfde
oprichtingshandelingen en dezelfde definitie. Niet bevoegd tot
vertegenwoordiging en zijn niet aansprakelijk voor verbintenissen.
Stille vennoten: deze hebben slechts geld ingebracht, maar zijn
niet werkzaam binnen of namens de vennootschap.
Volwaardige deling van winst, maar dragen intern slechts bij
tot de hoogte van hun inbreng bij eventueel verlies. Bevoegd
tot vertegenwoordiging en zijn hoofdelijk aansprakelijk voor
verbintenissen.
o Eenmanszaak: meest voorkomende rechtsvorm. Een niet wettelijk geregelde
rechtsvorm, zonder formele oprichtingsvereisten. Inschrijving bij KvK,
registratie bij Handelsregister => serieuze onderneming. Inschrijving is
verplicht.
Aspecten onderscheiden bij het kiezen van de juiste rechtsvorm:
Er zijn 3 soorten aspecten, namelijk: financiële, fiscale en juridische. De belangrijkste
juridische aspecten zijn: doel, zeggenschap, aansprakelijkheid, vertegenwoordiging,
financiën, belastingregels en interne regels. Door te kijken naar deze juridische aspecten kan
, Ondernemingsrecht
je de juiste rechtsvorm voor je onderneming kiezen. Want elke rechtsvorm heeft een andere
eigenschap/aspect.
Raakvlakken met het personen-en familierecht en het faillissementsrecht
herkennen:
- Personen- en familierecht:
o Rechtspersonen worden binnen het vermogensrecht gelijkgesteld met een
natuurlijk persoon.
o Personen- en familierecht is in beginsel niet van toepassing op
rechtspersonen, maar er zijn wel wat vergelijkingen te trekken.
- Handelingsbekwaamheid (art. 3:32 lid 1 BW) is te lezen dat ieder natuurlijk persoon
in Nederland bekwaam is tot het verrichten van rechtshandeling, voor zover de wet
niet anders bepaalt.
o Er zijn twee gevallen waarop de wet bepaalt dat een persoon
handelingsonbekwaam is, namelijk: de onder curatele gestelde (art. 1:381 lid
2 BW) en minderjarigen (art. 1:234 BW).
Onder curatele gestelden: mensen die lijden aan een geestelijke
stoornis, of verkwisting of ernstig drankmisbruik en deze mensen
zullen dus in beginsel hulp nodig hebben om een rechtshandeling te
verrichten.
Minderjarigen: mensen die jonger dan de leeftijd van achttien jaren
zijn, zij zijn onbekwaam tot het verrichten van rechtshandelingen.
o Handelingsonbekwaamheid houdt in dat de desbetreffende persoon niet
bekwaam, niet geschikt of niet goed in staat is zelfstandig rechtshandelingen
te verrichten. Zij kunnen dus volgens de wet niet zelfstandig en zonder
toestemming rechtshandelingen verrichten en dan kan het indien nodig
vernietigd worden.
o Een rechtspersoon kan volgens boek 1 BW niet onder curatele gesteld
worden, alleen natuurlijke personen kunnen onder curatele gesteld worden.
Doordat ondernemingen gedreven worden door natuurlijke personen kan een
onderneming wel last hebben van een onder curatele gestelde en daarmee
een handelingsonbekwame functionaris.
o Een persoon kan enkel en alleen door de rechter onder curatele gesteld
worden, zo iemand kan dus geen enkele overeenkomst aangaan, zoals het
kopen, huren, verkopen etc. Zo wordt een onder curatele gestelde beschermd
door de wet, dit noem je ook wel meerderjarigenbescherming. Er is altijd een
curator aanwezig die wel zulke overeenkomsten aan kan gaan voor de onder
curatele gestelde, het is vaak een familielid of vriend.
o Als een bestuurder, ook als het de enige bestuurder is, van een rechtspersoon
onder curatele gesteld wordt, blijft de rechtspersoon gewoon bestaan en
functioneren. De rechtspersoon is immers zelfstandig drager van rechten en
plichten. In de statuten van een nv of bv (volgens art. 2:134/244 lid 4 BW)
moet worden opgenomen wie de bv of nv bestuurt indien “onbekwaamheid”