Samenvatting boek Sociaal werk in de digitale samenleving.
Inleiding:
Sociaal werk maakt zich sterk voor een samenleving waarin iedereen volwaardig mee
kan doen. In elke samenleving zijn er sociale problemen die meedoen in de weg staan.
Dit vraagt om deskundige sociaal werkers die midden in die samenleving staan en op
de hoogte zijn van de sociale problematieken die zich voordoen en weten hoe ze
hiermee om moeten gaan.
Er ontstaan door de komt van internet, sociaal media en apps nieuwe sociale
problemen waar juist de sociaal werker vanuit zijn deskundigheid een rol moet
oppakken. Er is hierdoor sprake van een maatschappelijke omwenteling en een
nieuwe ordening. Mensen hebben meer kennis gekregen, zijn mondiger geworden en
kunnen zich gemakkelijker verenigen.
Sociale media kunnen zorgen voor verbondenheid en sociale inclusie. Uiteraard
leveren technologische ontwikkelingen en de manier waarop wij hiermee omgaan
allerlei ethische dilemma’s en maatschappelijke vraagstukken op.
Sociaal werkers nemen van oudsher een signaleringsfunctie in, ze zullen naast het
versterken van het sociaal functioneren van individuen ook op collectief niveau
moeten deelnemen aan het maatschappelijk debat als het gaat om maatschappelijke
vraagstukken veroorzaakt door de digitale samenleving.
De 3 elementen van competentie zijn; kennis, houding en vaardigheden.
Reflecteren is een onderdeel van je professionalisering als sociaal werker.
In het boek staat er een afbeelding over een model digitaal sociaal werk, je begint met
de oriëntatie (1), vervolgens ga je kennis (2)opdoen, daarna neem je vanuit je rol
(3)als sociaal werker de regie en ga je handelen(4).
Hoofdstuk 1: Onze samenleving: een digitale samenleving.
Samenlevingen veranderen continu en hieraan liggen allerlei economische, financiële
en technologische ontwikkelingen ten grondslag. In de geschiedenis was een aantal
grote veranderingen voor de samenleving ingrijpend: de aard van het werk, de aard
van het onderwijs en de manier waarop mensen met elkaar omgaan veranderden
drastisch. We spreken dan ook wel van een revolutie. Een revolutie betekend een
omwenteling van de samenleving, en deze heeft daarom altijd een grote impact op
sociaal werk.
Sociaal werk is ontstaan tijdens zo’n revolutie; de industriële revolutie, door de komst
van fabrieken en stoommachines veranderde de manier van werken en leven. Het
werken in en rondom de fabriek wonen brachten maatschappelijke vraagstukken met
zich mee; er moest een wetgeving komen rondom kinderarbeid, leerplicht, gezonde
woonomgevingen etc.
Niet iedereen kon meekomen in deze grotere veranderingen, zij raakte achterop en
ontwikkelde een problematiek rondom alcoholverslaving, dakloosheid en geweld.
Tot die tijd was het sociaal werk vooral een particulier initiatief, ondersteund door de
kerk. De problemen die ontstonden trokken de aandacht van de rijke burgers, en met
de steun van overheid en koning werd de maatschappij van weldadigheid opgericht.
Deze maatschappij brachten mensen met een alcoholverslaving uit de industriële
zones. Alcoholgebruik werd gezien als een maatschappelijk en ontwrichtend probleem.
,In deze maatschappij werd door sociaal werkers begeleiding aangeboden; ze
beoordelen of mensen financiële steun konden krijgen. Ze werden daarom wel
armenbezoekers genoemd.
Op dit moment is er sprake van een digitale revolutie, belangrijkste aanwijzingen
hiervoor zijn dat we zien dat arbeid aan het veranderen is en dat er in de toekomst
nog meer gebruikt gemaakt gaat worden van de computer en andere ondersteunende
technologie op het werk.
Een belangrijk aspect van de digitale samenleving is dat het een netwerksamenleving
is. Binnen dit netwerk is het mogelijk om voortdurend met elkaar in contact te staan.
Hiërarchische communicatie: van zender naar ontvanger.
Democratische communicatie: gesprekspartners in overleg.
Netwerkcommunicatie: interactie zonder zender.
Manuel Castells wordt beschouwd als een van de grondleggers van het begrip
netwerksamenleving. Hij voorzag dat toen de 1e smartphone kwam we naar een
samenleving toegingen waarin iedereen met iedereen verbonden zou zijn en dat dit
grote gevolgen zou hebben voor onze manier van organiseren en werken.
Belangrijke kenmerken van een netwerksamenleving zijn: transparantie,
sociale verbanden, virtuele werkelijkheid, zelforganisatie en een
veranderende rol van de overheid.
§Transparantie:
Doordat we deel uitmaken van een netwerksamenleving is informatie toegankelijker
geworden en kunnen we van over de hele wereld informatie ophalen. Hierdoor zijn
machtsstructuren en dus organisaties en politiek aan het veranderen. Eerst werden
zaken geregeld vanaf boven en het gaat nu meer in overleg zaken regelen. Goed
kunnen communiceren en samenwerken is hierin belangrijk. Nieuwe vorm van
transpiratie: cliënten kunnen hun eigen dossier inzien. Digitale transparantie heeft ook
een nadeel: alles wat wij doen op het internet laat informatie achter.
§Sociale verbanden:
Eerder lokale verbanden(dorp, stad, vereniging) zijn de contacten nu internationaal.
Dit vergoot voor mensen hun perspectief en verruimt hun manier van leven(onderwijs,
arbeid en vrije tijd).
§Virtuele werkelijkheid:
Je online identiteit is beeldvormend voor anderen in hoe je bent en jezelf presenteert.
Er is een toenemende versmelting van de fysieke wereld met de virtuele wereld.
§Zelforganisatie:
Mensen kunnen veel proactiever handelen. Hierdoor ben je veel meer in staat je eigen
leven proactief vorm te geven en te organiseren. Er is sprake van een nieuwe
ordening, de ordening is niet meer top-down, of democratisch in
medezeggenschapsstructuren, mensen organiseren zelf community’s en verenigingen.
Als burger dien je zelfredzaam, zelfsturend en zelforganiserend te zijn.
§Veranderende rol van de overheid:
, Nu de overheid niet meer geheel van bovenaf en hiërarchisch georganiseerd wordt,
maar ook deel uitmaakt van de netwerksamenleving, is er meer behoefte ontstaan om
de taken van de overheid te decentraliseren naar de gemeenten, en om de
verantwoordelijkheid en de regie meer bij de burgers te laten; participatie. We
bevinden ons momenteel middenin deze transitie.
Taken en verantwoordelijkheid zijn al gedecentraliseerd maar de regie is nog
onvoldoende opgepakt door de gemeenten en burgers.
Er zijn ook negatieve effecten van de digitale samenleving.
Voor sommige mensen is de digitalisering ingewikkeld, er ontstaan nieuwe kwetsbare
groepen. Bovendien roept deze revolutie nieuwe maatschappelijke vraagstukken op.
Sociaal werk richt zich van oudsher op de kwetsbare mensen van de samenleving.
Eerst vanuit de kerk en vanuit de maatschappij van weldadigheid, en vanaf 1950 als
professie met een methodische basis.
De zelfredzaamheid is ook belangrijk in de netwerksamenleving, waar de sociaal
werker een rol op zich moet nemen ten aanzien van de nieuwe maatschappelijke
vraagstukken. De vraag is namelijk of iedereen wel voldoende zelfredzaam is in de
digitale samenleving.
Sociaal werk in industriële samenleving:
Gericht op armoedebestrijding, gesprekken vinden plaats in spreekkamers of
huiskamers, planmatig, versterken van client en diens omgeving, gericht op motivatie,
face-to-face communicatie.
Sociaal werk in digitale samenleving:
Gericht op verkleinen digitale kwetsbaarheid en exclusie, online presentatie, per cliënt
op maat mogelijk, meerdere kwetsbare groepen, maatwerk door gemixt aanbod
(fysiek en digitaal), gedrag wordt beïnvloed door online leven, geen grip meer op de
beïnvloeding vanuit de omgeving het internet domineert.