100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Uitgebreide aantekeningen college's ANALYSE 3 (Radboud Universiteit) €3,49   In winkelwagen

College aantekeningen

Uitgebreide aantekeningen college's ANALYSE 3 (Radboud Universiteit)

 7 keer bekeken  0 keer verkocht

Hierbij een document met uitgebreide aantekeningen van de college's van analyse 3 voor het maken van het tentamen. De aantekeningen zijn uitgebreid en volledig zodat je geen belangrijke informatie mist voor het tentamen. Succes met leren!

Voorbeeld 4 van de 31  pagina's

  • 14 maart 2022
  • 31
  • 2020/2021
  • College aantekeningen
  • M. van weerdenburg , f. van caspel, s. van schaik
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (2)
avatar-seller
ellameijers
Analyse 3
College 1 – Wat heeft onderzoek met taal te maken?
Kwalitatief onderzoek: Het gaat over bevindingen die je niet goed in getallen kunt
uitdrukken, maar in woorden.

Kwantitatief: iets dat je kunt tellen - (met getallen)

Kwalitatief:
We zitten met een vraag, we willen iets begrijpen, we willen weten hoe het zit > daarvoor
moeten we altijd woorden gebruiken.

Uitdaging van onderzoek = wat weten we nu eigenlijk/wat begrijpen we eigenlijk als we
bevindingen rapporteren. Als bv. 43% van de bevolking…
We weten een getal (kwantitatief) > maar wat weten we dan? (Kwalitatief).
Kwantitatief onderzoek doet een beroep op taal en dus kwalitatief onderzoek.

Begripsverwarring: we hebben associaties bij woorden en voor iedereen kan dat anders zijn.
Bijvoorbeeld: doodgeschrokken.

Bv. onderzoek doen en erachter komen dat 33% van je klas ADHD heeft > maar om aan
gewone mensen uit te leggen wat iets inhoudt, gebruik je taal.
Je kunt onderzoek doen, maar om dit aan “normale” mensen uit te leggen, gebruik je
alledaagse woorden om de informatie over te brengen.

Weten: ‘de feiten kennen’
Begrijpen: in een samenhangend patroon ‘vatten’
- Cijfermatig verband
- In woorden gevat (datgene wat je begrijpt heb je woorden voor nodig om het te
kunnen uitleggen  vertaalslag)
Vertaalslag
Rapporteren/communiceren (komt het ook over bij degene die het leest)

(Bij rapporteren gaat het om de informatie juist te noteren. Bij communiceren ben je altijd
bezig met dat de informatie goed overkomt op degene die het leest). Taal waarin je je
bevinden presenteert moet ook begrepen worden door degene aan wie je dit doet.
Zowel bij kwalitatitatief als kwantitatief onderzoek is dit van belang. Je moet de cijfers
kunnen toelichten. daar gaat de cursus over.

Bepaald Jargon > maar op het moment dat je met andere mensen praat, moet je het kunnen
uitleggen.

In woorden vatten => kwalitatief onderzoek
(Bij kwantitatief ook > want als je allemaal statistieken hebt, moet je ook in woorden kunnen
vertellen wat dat betekent).

1 stuk van kwalitatief onderzoek = conceptualiseren en daarvoor de filosofie.

,Op het moment dat we iets niet weten.
Gaan we gegevens verzamelen (ontbrekende gegevens)
Informatiegebrek-subroutine:
- Je weet wat je niet weet
- Je weet hoe je het te weten zult kunnen komen
Soms zijn er situaties waarin je niet weet wat je niet weet. In deze situaties kun je niet
zomaar een methodologie pakken om erachter te komen wat je niet weet.
Je zet niet gewoon bovenlangs de stapjes  daarom ‘sub’
Wij weten niet wat we niet weten over het corona-virus. Kenners weten wat ze niet weten
en kunnen hier onderzoek naar gaan doen.

Conceptualiseren: soms weet je niet wat je niet weet, in deze situaties kun je niet zomaar de
methodologie erbij pakken om erachter te komen wat je niet weet. Bv. meisje had een
vriendje dat klaar was met middelbare school en ging een jaar reizen. Zij was verdrietig want
jaar lang vriend kwijt. Zij zei; volgend jaar ben ik klaar en ga ik een jaar op reis. Toen zei de
jongen: als je dat doet, maak ik het uit. Zij zei dat niet toen hij het aankondigde, maar hij zei
het al een jaar voordat ze zou gaan. Ze begrepen daar niks van? Groot vraagteken tussen
hen in. Waarom zou hij dat gezegd hebben? Je weet niet waar je moet zoeken…

Als je niet weet wat we niet weten ga je onderzoek doen…
Maar je gaat geen SPSS gebruiken want je hebt geen geoperationaliseerde vraag. (Je hebt
niet eens een vraag; wat is er aan de hand? Wat is dit voor raar gedrag van de jongen?)
Tot nu toe ben je vertrouwt geraakt met een bepaald onderzoek; maar hierbij moet je een
methodologie leren hanteren… maar voordat je aan de methodologie kunt toekomen,
voordat je de informatiegebrek-subroutine kunt starten (onderzoekje doen om data te
verzamelen)
Voordat je aan de methodologie kunt toekomen
(Onderzoek doen om feiten uit te vinden)
Moet je proberen de vraag zo te formuleren dat het een vraag is waar je antwoord op kunt
geven.

BV. Verzin een voorbeeld van niet-weten wat je niet-weet.

“Niet-weten” 
Als je in een situatie zit, dat je niet weet wat je niet weet, is het voor jou uit dat perspectief
niet mogelijk om verschil te maken tussen met toevallig weet ik dit niet of iedereen weet het
niet.
Kinderen van 8/9 gaan ontdekken dat er een verschil is tussen ‘ik’ weet het niet en
‘niemand’ weet het. En zullen daarom minder snel vragen gaan stellen want dan wordt
duidelijk dat ze het niet weten. Jonge kinderen kunnen niet omgaan met niet weten, want ze
blijven maar vragen “waarom?”.

De informatiegebrek-subroutine
(Er is een methode, je weet hoe je aan de gang moet en je kunt naar een
onderwerp/antwoord toewerken)
Onderzoekende houding = de houding die je nodig hebt als je wordt geconfronteerd met iets
dat je niet weet wat je weet.

,Onderzoek = kunnen omgaan met niet-weten
Met name ook als je niet-weet wat je niet-weet.

Als je in de situatie zit dat jij niet weet, wat je niet weet, is het voor jou vanuit dat
perspectief niet mogelijk om het onderscheid te maken tussen toevallig weet ik het niet
maar andere wel, of we weten het allemaal niet.
Bv. Kinderen van 3 vragen de oren van je hoofd. Als ze 8/9 jaar worden zich ervan bewust
dat als ze iets niet weten dit subjectief is; als ik iets vraag laat ik weten dat ik iets niet weet.
Als ik het niet weet, ben ik de enige die het niet weet. Bij studenten: als ik het niet weet,
grote kans dat WE het met ze allen niet weten.

Als je kunt omgaan met het niet weten, zit er in deze omgang iets verstandigs. Kinderen van
3 kunnen niet omgaan met het niet weten want zij blijven maar vragen stellen. Kinderen van
9 kunnen niet omgaan met het niet weten want zij verzwijgen dit.

Kwalitatief onderzoek
- De niet-kwantitatieve aspecten van ieder empirisch onderzoek
(Kwantitatief is bijvoorbeeld SPSS)
Hoe ziet kwalitatief onderzoek eruit? ….
 Het verzamelen van woorden
 Het analyseren van woorden
 Het rapporteren van woorden

Verzamelen d.m.v. (technieken om om te kunnen gaan met het niet weten ten aanzien van
het verzamelen, analyseren en rapporteren van woorden)
- Conceptualiseren (in begrippen proberen te bevatten wat niet in begrippen zit – je
wilt begrippen vinden, we hebben een onbekende vraagstelling; je wilt begrippen
vinden die je kunt gebruiken om te omschrijven wat er aan de hand is)
- Operationaliseren (goede vraagstelling verzinnen die door de wereld beantwoord kan
worden)
- Observeren (kijken + vertellen wat er gebeurt)
- Interviewen

In deze cursus zit: conceptualiseren, observeren & interviewen.

Ik ben mijn sleutels kwijt. Ik ben ze ergens verloren in het donkere bos. Wie zou er gaan
zoeken waar de lampen aanstaan, dit is slim tenzij je weet dat het daar niet ligt. Waarmee
begint onderzoek?

Ik laat een stad zien en vroeg wat zien jullie. Iemand zei stad. Hierin is te zien; toren, boom,
flat. Hoe weten jullie dit allemaal? Dit weten jullie omdat jullie in een taal gegroeid zijn. In de
tekst gaat het over het raam  begrippenkader, heet niet voor niks een kader  het creëert
mogelijkheden om dingen te zien. Op het moment dat jij in een kamer bent zonder raam zie
je niks. Het raam zorgt ervoor dat je dingen ziet. Het raam staat voor begrippenkader. Zorg
dat je iets kan zien waardoor je andere dingen niet ziet.

, Waarmee begint onderzoek?
Vraag? Probleem? Nieuwsgierigheid?
Vraagstelling? Probleemstelling?
 Hoe kom je aan de woorden om een vraag te stellen?

Begrippenkader: creëert een mogelijkheid om dingen te zien.
Waardoor je andere dingen niet ziet.
Uitleg: stel dat je in dat straatje op zoek bent naar de droomman… misschien zit hij nu naast
je. Je kunt alleen opzoek gaan naar de ware droomman, als je weet wat een droomman is.
Doordat je het begrip hebt; ga je andere dingen niet zien. Stel je bent opzoek naar de ware
droomman, je denkt dat je ergens naar zoekt terwijl je niet weet waar je naar zoekt… maar
iets anders (andere jongen) vind je daardoor niet.


Zonder begrippenkader kun je geen onderzoek doen
Hoe kom je aan zo’n begrippenkader?
En hoe weet je dat het het juiste begrippenkader is?

Conceptualiseren: welke woorden heb ik nu echt nodig om de goede operationele vraag te
kunnen stellen?

Expert: “we should tackle this problem”
Specialistisch jargon
Verslaggever: “we moeten dit probleem tackelen”
Alledaagse taal
Student: “tackelen?”

Je hebt dozen met begrippen: experts – wetenschappers – studenten
De eerste stap van kwalitatief onderzoek is ‘welke dozen heb ik nodig?’
Bv. onderzoek naar depressiviteit > hoe definieer je dit begrip?

Bij conceptualiseren hoort ook:
- Cutoff punt voor koorts (dit verzin je gewoon  beslissingen die je neemt die je niet
kunt ontdekken) stel je wilt ontdekken bij hoeveel graden iemand koorts heeft > kun
je niet ontdekken, kun je alleen maar definiëren.
- Je noemt het griep terwijl je verkouden bent.
Het gaat over beslissingen die je neemt, het definiëren van begrippen.

Filosofen gaan kijken: ‘wanneer is iemand een student?’ -> filosofen kijken naar de labels op
de dozen.
Je hebt labels: bv. studenten, wetenschappers en verslaggevers.
Door met een begrippenkader om te leren gaan, leer je de juiste omgang met het woord.

We kunnen alleen eigenschappen van hoogbegaafde kinderen ontdekken als we weten wie
de hoogbegaafden zijn. Maar om te ontdekken wat de hoogbegaafden kinderen zijn.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ellameijers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 83662 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49
  • (0)
  Kopen