lOMoARcPSD|2668334
, lOMoARcPSD|2668334
Inhoud
Hoorcollege 1: inleiding in de pedagogiek..............................................................................................3
Beeld van de opvoeder/pedagogische relatie....................................................................................3
Hoorcollege 2: verandering van (het denken over) opvoeden...............................................................4
Beeld van de pedagogische relatie en opvoeder van Berding en Pols................................................4
Historische ontwikkeling van het kindbeeld.......................................................................................5
Historische ontwikkeling van opvoedingsmiddelen............................................................................6
Pedagogische principes......................................................................................................................6
Hoorcollege 3.........................................................................................................................................7
Toerustingsmodel en Ontplooiingsmodel...........................................................................................7
Janus Korczak’s constitutionele pedagogiek.......................................................................................7
De cultuurhistorische kwestie............................................................................................................8
Hoorcollege 4 en 5: pedagogische stromingen.......................................................................................9
Empirisch-analytische pedagogiek......................................................................................................9
Kritisch-emancipatorische pedagogiek.............................................................................................10
Pragmatistische/postmoderne pedagogiek......................................................................................10
Hoorcollege 6: Het gezin als opvoedmilieu...........................................................................................11
Opvoedstijlen (TENTAMEN!)............................................................................................................12
Autoritatieve opvoedstijl..................................................................................................................12
Laissez-faire opvoedstijl....................................................................................................................12
De opvoedingsmythe........................................................................................................................13
Hoorcollege 7: Interculturele pedagogiek 1.........................................................................................14
(!tentamen) Het ecologische model van Bronfenbrenner................................................................14
(!tentamen) Het culturele ecologische model..................................................................................14
Hoorcollege 8 interculturele pedagogiek 2...........................................................................................16
, lOMoARcPSD|2668334
Hoorcollege 1: inleiding in de pedagogiek
Herkomst opvoeden: paidagoogia
Pais = kind
agogein = leiden
Opvoedingselementen:
Opvoedeling
• Opvoeder = ouder, leerkracht, trainer etc.
• Omgeving (context) = speeltuin, vriendjes, buurt, wijk, land, gezin, stad, derde wereldland
Opvoedingsideeën: 3 niveaus
1) Praktijk = wel/niet ingrijpen op dat moment
2) Visie = waarom waarden & normen
3) Theorie = theoretische en pedagogische argumenten
Iedereen doet een beroep op deze ideeën, al dan niet bewust! (afgeleide tentamen vragen over!)
Pedagogische visie bestaat uit aantal elementen (logisch gestructureerd):
Kindbeeld: het beeld wat jij als opvoeder hebt over het kind in algemeenheid (wie het is, wat het wil
en nodig heeft en hoe het ontwikkelt).
- je kan het kind zien als object of subject (subject = volwaardig mens met verlangen en gevoelens)
- nature (kinderen ontwikkelen zichzelf VS. nurture (verzorgen, van buitenaf gestimuleerd)
Beeld van de opvoeder/pedagogische relatie
- doel van opvoeden is de opvoeding op een gegeven moment te stoppen- zie jij je kind als een
object of subject?
Opvoedingsdoelen = normatief (waarden & normen) + einddoelen
- verantwoordelijkheidsgevoel hebben
- opkomen voor jezelf
- sociaal gevoel- assertiviteit etc.
doelen formuleer je voor diegene die opgevoed moe worden, dus voor het kind.
Opvoedingsinhouden = sociale, culturele, etnische, seksuele verschillen = kennis en vaardigheden
die je nodig hebt om zo’n doel te behalen.
Opvoedingsmiddelen = middelen die jij als opvoeder gebruikt om de doelen te behalen>bijvoorbeeld
non-verbale beloning (duim omhoog/omlaag etc.), straf, boeken, tv-programma’s, spel, gezinsbeleid,
overheidsbeleid etc.
Goed gedrag = belonen
Slecht gedrag = afleren; straffen