100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Vastgoedeconomie 2 (VEMAEC21) samenvatting €6,98   In winkelwagen

Samenvatting

Vastgoedeconomie 2 (VEMAEC21) samenvatting

2 beoordelingen
 126 keer bekeken  12 keer verkocht

Samenvatting voor het vak Vastgoedeconomie 2 (VEMAEC21), opleiding vastgoed en makelaardij in jaar 3

Laatste update van het document: 2 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 45  pagina's

  • Ja
  • 20 maart 2022
  • 28 maart 2022
  • 45
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (8)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: lambertusspee • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: shaquilleteijlingen • 2 jaar geleden

avatar-seller
elizezwinkels
VASTGOEDECONOMIE

HOOFDSTUK 1: DE ONDERNEMING EN ALGEMENE ECONOMIE
1.1 ECONOMISCH HANDELEN EN ALGEMENE ECONOMIE
Onder economisch handelen wordt verstaan dat men streeft naar maximale welvaart met
behulp van schaarse middelen.
- Hierbij geeft welvaart de beschikking aan over goederen en diensten voor de
bevrediging van behoeften en maken middelen de productie van goederen en
diensten mogelijk.
Er bestaat een voortdurende spanning tussen de behoeften, die we als oneindig ervaren, en
de middelen, die schaars (alternatief aanwendbaar) zijn.
« Voorbeelden van middelen zijn: grondstoffen, machines en arbeid. Deze middelen
kunnen voor veel verschillende doeleinden worden gebruikt.

Voorbeelden van economisch handelen:
▸ Een consument verwerft een inkomen door te gaan werken;
▸ Een onderneming koopt producten in, maakt daarmee andere producten en
verkoopt deze weer;
▸ Een bankmedewerker koopt voor een cliënt aandelen in.

Het economisch handelen speelt zich af in en tussen diverse organisaties: consumenten,
bedrijven, overheidsinstellingen, etc. Dit is terug te zien in de voorbeelden, zo is er sprake
van een consument die contacten onderhoudt met bedrijven en een overheidsinstelling die
contacten onderhoudt met bedrijven.

De economische wetenschap bestudeert het economisch handelen en maakt hierbij een
onderscheid tussen het interne proces en het externe proces:
§ Het interne proces in ondernemingen bestaat uit bedrijfseconomische aspecten,
zoals de financiering, kosten en opbrengsten.
§ Het externe proces bestaat uit het bestuderen van de relatie met de omgeving of de
omgeving zelf bestuderen, zoals commerciële economie en algemene economie.

Het onderscheid tussen het interne en het externe proces is niet altijd even duidelijk en zijn
en soms hebben problemen zowel een interne als externe aard. Om dit toe te lichten volgt
nu een voorbeeld:
“Een commercieel medewerker merkt dat de afzet van een product minder groeit dan
verwacht. Dit kan bedrijfseconomische oorzaken (intern) hebben, zoals dat de concurrenten
producten op de markt brengen die een betere prijs-kwaliteitverhouding of dat de kosten van
het product te hoog zijn geworden door inefficiënt produceren. Ook kan het
probleem commercieel economische oorzaken (extern) hebben, bijvoorbeeld dat de
concurrenten hun reclame-inspanningen hebben opgevoerd of hun distributieapparaat
verbeterd hebben. Tot slot, kunnen de oorzaken ook algemeen-economisch (extern) van aard
zijn. Denk hierbij aan conjunctuurgevoeligheid, verandering van bestedingspatroon of de
gevoeligheid voor wisselkoersverandering.”

,In het voorbeeld is te zien dat veel verschillende factoren een rol kunnen spelen op de afzet
van een product. Het is zelfs mogelijk dat ze allen gelijktijdig invloed op de afzet uitoefenen.

Economisch handelen kan men op verschillende niveaus bestuderen en er is daarom
onderscheid gemaakt in de volgende onderdelen:
« Meso- en micro-economie bestuderen de kenmerken van markten en bedrijfstakken
waarmee ondernemingen te maken hebben, de vraag naar goederen en het aanbod
ervan, en de veranderingen die plaatsvinden in vraag en aanbod als de prijzen
veranderen.
« Macro-economie geeft een beschrijving en analyse van allerlei verschijnselen voor
een heel land. Denk hierbij aan de totale consumptie, de investeringen van alle
bedrijven, de import en de export van bedrijven en overheid.
« Monetaire economie houdt zich bezig met het verschijnsel geld en de rol van banken
in de economie. Hierbij komt de omvang van de kredietverlening, de hoogte van de
rente en de taak van de monetaire autoriteiten aan de orde.
« Internationale economische betrekkingen (IEB) bestudeert de buitenlandse handel
van landen, internationale kapitaalstromen en monetaire betrekking tussen landen.
Veel van de gegevens in het boek gaan over de 28 landen die samen de Europese Unie (EU)
vormen of over de 19 landen die als gezamenlijke munt de Euro gebruiken (Euroland).

1.2 BEDRIJFSOMGEVING EN ALGEMENE ECONOMIE
Met bedrijfsomgeving bedoelen we alle ontwikkelingen in de omgeving van een
onderneming die invloed hebben op de resultaten van een bedrijf. Daarbij maakt men
onderscheid in de volgende factoren:
▸ Directe omgeving bestaat uit de marktpartijen van de onderneming op haar in- en
verkoopmarkten. Voorbeelden van deze marktpartijen zijn toeleveranciers,
distributieschakels en afnemers. De ondernemers staan voortdurend in contact met
deze partijen. Elk bedrijf heeft een ingaande stroom van goederen en diensten en
een uitgaande stroom, met elk hun eigen specifieke inkoop / afzetmarkt. Voor elk
bedrijf hebben deze markten verschillende kenmerken wat de aard van de
concurrentie en de soort afnemers betreft.
▸ Indirecte omgeving bestaat uit werknemers- en werkgeversorganisaties, de overheid
en culturele omgevingsfactoren, zoals de publieke opinie en de media. De
onderneming heeft geringe invloed op deze indirecte omgeving, maar omgekeerd
kan de invloed van indirecte omgeving op de onderneming heel groot zijn. Daarnaast
valt technologische ontwikkeling ook onder de indirecte omgeving en die is van
belang in de concurrentiestrijd.
▸ Macro omgeving is de ruime omgeving van de onderneming en bestaat voornamelijk
uit conjunctuur, wisselkoersen en prijzen van belangrijke grondstoffen en
demografische ontwikkelingen. Deze factoren kunnen op individuele ondernemingen
grote invloed uitoefenen, terwijl individuele ondernemingen er op hun beurt geen
enkele invloed op uit kunnen oefenen. Deze factoren zijn vrijwel geheel
onbeheersbaar maar geven wel inzicht in de concurrentiepositie van de
onderneming.

,In figuur De invloed van algemeen-economische variabelen op de
resultaten van bedrijven zijn de verschillende onderdelen van
de resultatenrekening in verband gebracht met algemeen-
economische variabelen en deze kunnen worden onderverdeeld in
verschillende niveaus:
§ Macro-economie: conjunctuur, loonsom, overheidsinvloed,
kapitaalintensiteit en arbeidsproductiviteit
o De relatie met toeleveranciers en afnemers behoort
tot de meso-economie.
§ Monetaire economie: wisselkoersen, rentevorming, vermogensmarkten en monetair
beleid van de centrale bank
§ Micro- en meso-economie: marktvormen en marktomstandigheden,
concurrentiepositie van bedrijf en de technische ontwikkeling
Bij het oplossen van bedrijfseconomische problemen moeten managers rekening houden
met veranderingen in de omgeving. Dit kan door omgevingsvariabelente voorspellen en
hier een beleid voor te voeren.

1.3 ABSOLUTE EN RELATIEVE GEGEVENS
Een waardeverandering kan worden berekend door de absolute getallen te gebruiken,
maar ook de procentuele veranderingen (relatieve gegevens) kunnen hiervoor worden
gebruikt. Dit is te zien in de volgende waardeveranderingen:
• De waardestijging van een variabele noemt men de nominale stijging
• De volumeverandering noemt men de reële stijging
• De nominale verandering is gelijk aan de reële verandering plus de prijsstijging


Voor economische variabelen is het van belang volume- en prijsveranderingen van
elkaar te onderscheiden. Dit wordt toegelicht in de volgende vergelijkingen:

Bruto Binnenlands Product (BBP) = de productie in een land is gelijk aan de totaal
aantal werknemers vermenigvuldigd met de arbeidsproductiviteit
Bbp = Av × ap
• Av = vraag naar arbeidskrachten, het aantal werknemers of de totale
werkgelegenheid
• ap = arbeidsproductiviteit, de productie per eenheid arbeid per tijdseenheid
gbbp = gAv × gap
• In deze vergelijking betekent een g voor de variabele dat er sprake is van groei
in procenten
• Een toename van productie is het gevolg van een toename van het aantal
werkenden of van de arbeidsproductiviteit

2. De loonsom kan toenemen door een toename van het loon per werknemer of door
een toename van de vraag naar arbeid.

, Het looninkomen is het product van het aantal werknemers en de loonsom per
werknemer. De vergelijking van de totale loonsom (L) is als volgt:
L = Lwn × Av
• Lwn = de loonsom per werknemer
• AV = de hoeveelheid werknemers
gL = gLwn + gAv
• In deze vergelijking betekent een g voor de variabele dat er sprake is van groei
in procenten

3. De loonkosten per eenheid product (LKp.e.p.) kunnen toenemen door een stijging
van het loon per werknemer, maar als de arbeidsproductiviteit stijgt, zal het loon per
eenheid product weer dalen.
Lkp.e.p. = Lwn / ap
• Lwn = loon per werknemer
• ap = arbeidsproductiviteit
gLkp.e.p. = gLwn - gap
• In deze vergelijking betekent een g voor de variabele dat er sprake is van groei
in procenten

HOOFDSTUK 2: MARKTEN
2.1 MARKT
Economische orde = De manier waarop de onderlinge afstemming van productie en
consumptie is georganiseerd, elke markt kent een geheel van regels en moeten zich hieraan
houden.

De weg van aanbieders naar vragers
Markt van een product = Bestaat uit betrekkingen tussen vragers en aanbieders rondom een
bepaald product.

Belangrijkste functie van markten is prijsvorming. De prijzen hebben een belangrijke
signaalfunctie voor vraag en aanbod.
- De communicatie tussen vraag en aanbod kan direct zijn, zoals markten van groente
en fruit of afstandelijk, zoals valuta- en effectenmarkt.

Beschrijving van bepaalde markten stuiten we op twee problemen:
« Geografische grenzen van de markt;
« Definitie van een product.

Een markt kan onverdeeld worden op basis van de geografische omvang:
§ Wereldmarkt: Prijzen gelden voor alle vragers en aanbieders, zij kunnen dagelijks
kennisnemen van de prijzen en staan continu met elkaar in contact;
§ Lokale markt: Het is een kleine markt waarbij aanbieders afhankelijk zijn van de
afnemers die naar hen toekomen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elizezwinkels. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,98. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75632 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,98  12x  verkocht
  • (2)
  Kopen