Hoofdstuk 1. Welbevinden bijzaak naar
hoofdzaak.
Niet lang geleden is de positieve psychologie echt serieus geworden, er zou meer aandacht moeten zijn
voor mechanisme en processen van optimaal functioneren ipv van disfunctioneren. Er zijn
verenigingen, tijdschriften, duizenden onderzoeken en zelfs studieboeken, het is dus een serieuze
stroming geworden. Vanuit de optiek van positieve psychologie blijkt geestelijke gezondheid meer te
zijn dan de afwezigheid van klachten en stoornissen; het gaat immers om welbevinden en optimaal
functioneren voor individu, organisatie en maatschappij.
Wat is welbevinden?
‘’Is a state of well-being in which the individual realizes his or her abilities, can cope with the normal
stresses of life, can work productively and fruitfully, and is able to make a contribution to his or her
community’’. In deze definitie van welbevinden herkennen wij drie componenten van welbevinden:
1. De subjectieve ervaring van welbevinden (emotionele welbevinden)
2. Het effectief functioneren van het individu in de zin van zelfregulatie (psychologische
welbevinden)
3. Het effectief functioneren in de maatschappij (sociaal welbevinden).
Emotioneel welbevinden
Naast inkomen, opleiding en gezondheid worden ook subjectieve indicatoren gebruikt voor
grootschalig onderzoek. Emotioneel welbevinden bestaat uit drie aspecten;
1. De mate waarin positieve gevoelens aanwezig zijn
2. De mate waarin negatieve gevoelens afwezig zijn
3. De mate waarin mensen tevreden zijn met hun leven.
Hoog emotioneel welbevinden correleert hoog met: inkomsten, opleiding, vrijheid,
levenstevredenheid, extraversie, gezondheid, langer leven, beter effect op herstel.
Psychologisch welbevinden
Zelfregulatie gaat om een goed leven vanuit psychologisch perspectief. Ryff vond zes criteria die in
verschillende theorieën een belangrijke rol spelen en die essentieel zijn in het algemene streven om het
eigen potentieel te realiseren.
1. Doelgerichtheid: plannen en doelen hebben
2. Persoonlijke groei: gevoel van voortgaande ontwikkeling
3. Autonomie: zelfbepaling en onafhankelijkheid
4. Omgevingsbeheersing: gevoel van beheersing en competentie bij het omgaan met de eigen die
de omgeving stelt.
5. Zelfacceptatie: positieve attitude ten opzichte van zichzelf.
6. Positieve relatie: warmte, vertrouwensvolle relaties met anderen.
Sociale welbevinden
Deze verwijst naar de evaluatie van het optimale sociale functioneren in de maatschappij. Op basis van
theoretische studie onderscheid Keyes 5 dimensies (niet duidelijk beschreven welke).
Welbevinden en psychopathologie
Uit onderzoek blijkt dat welbevinden en pathologie gerelateerd zijn aan elkaar, is
hun relatie niet perfect. Mensen met een stoornis kunnen ook hoge welbevinden
ervaren en andersom. Tevens is welbevinden een beschermende factor voor
pathologie (dus verandering van welbevinden voorspelt pathologie 6 maanden
later). Waar tot nu toe de nadruk lag op het behandelen van stoornissen, blijkt
dat het investeren in welbevinden een bijdrage aan preventie van psychische
stoornissen kan leveren en wellicht ook aan ziekteverzuim en het verhogen van
productiviteit.
, Welbevinden en positieve psychologie
Eerst staan we stil bij de relatie tussen de drie welbevinden. Emotioneel
welbevinden sluit aan bij de hedonistische opvatting van welbevinden waarin het
streven naar geluk centraal staat. Psychologische en sociaal welbevinden sluiten
aan bij het begrip eudemonia, dit begrip wordt gebruikt in de omschrijving van
een goed leven. Een goede leven is volgens hem niet zozeer een plezierig leven
maar eerder een kwestie van de persoonlijk ontwikkeling en voortreffelijkheid van
karakter. De relatie tussen deze drie is verre van simpel. Sommige beschouwen
geluk een voorwaarde voor goed leven, andere juist het gevolg van zelfrealisatie
(zelfdeterminatietheorie, waarin bevrediging van autonomie, competentie en
verbondenheid leidt tot ervaren va geluk).
Een van de meest invloedrijke theorieën is de broaden-and-build theorie van
Barbara Fredrickson. Volgens de theorie leiden positieve emoties juist tot
optimaal functioneren. Negatieve emoties roepen de neiging op om zich op een
specifieke wijze te gedragen, waarbij positieve emoties niet tot bepaald gedrag
leiden. Zij dragen echter bij aan een verbreding van de aandacht, de cognitie en
het handelen (broaden-effect). Naast verruiming van het gedachte- en
handelingsrepertoir zorgen positieve emoties ook voor het opbouwen van
langdurige hulpbronnen (het build-effect). Positieve emoties dragen over
langere tijd bij aan het opbouwen van fysieke, cognitieve en sociale hulpbronnen.
(tentamenvraag).
Over het algemeen beschouwt de positieve psychologie welbevinden als een
multidimensioneel construct, waarbij emotioneel, psychologisch en sociaal
welbevinden essentieel zijn. Seligman sprak oorspronkelijk al van vermogen om
plezirig, betekenisvol en betrokken leven te leiden en voegde daar positieve
relaties en succesvol zijn als componenten aan toe. Wanneer mensen een hoge
mate van welbevinden op de verschillende componenten ervaren (emotioneel,
psychologisch en sociaal) is er sprake van floreren. Het bevorderen hiervan is niet
alleen idealisme maar ook noodzakelijk in de positieve psychologie. Welbevinden
stelt ons om beter om te gaan met veranderingen en hulpbronnen hebben een
beschermende effect op burn-out (JDR-model). Ook in politiek wordt steeds meer
erkend dat het inzetten van interventies voor het verhogen van welbevinden van
maatschappelijk belang is. Voor individu kan welbevinden leiden tot veerkracht.
Welbevinden als primaire uitkomst van interventies
interventies zijn ontwikkeld met de gedachtegoed van de positieve psychologie
en worden op verschillende niveaus ingezet; macroniveau gaat het om politiek
beleid, mesoniveau is het in organisaties en op microniveau aan individuen en
hun sociale relaties.
Individuele interventies:
Gebaseerd op het versterken van competenties die bijdragen aan het
welbevinden. Competenties als positieve relaties, waarden, intrinsieke behoeftes
en talenten, doelen stellen, omgaan met tegenslagen. Er zijn verschillende
kortdurende interventies (zelfhulp of met psycholoog):
Je sterke kanten inzetten: talenten worden in kaart gebracht + deze leren
inzetten.
Drie positieve dingen: elke avond stil staan bij 3 positieve gebeurtenissen.
Het grafschrift: Na een goed leven, een uitdrukking verzinnen op je graf.
Of een kort verhaal schrijven over hoe jij herinnerd wilt worden.