Tentamen sociale pedagogiek
Boek Sociaal werk in de digitale samenleving Digitale opvoeding
H.1 Onze samenleving; een digitale samenleving
Samenlevingen veranderen continu en hieraan liggen allerlei economische, financiële en
technologische ontwikkelingen ten grondslag revolutie = een omwenteling van de
samenleving en heeft daarom altijd grote impact op sociaal werk.
Belangrijk aspect van de digitale samenleving = netwerksamenleving het is mogelijk om
voortdurend met elkaar in contact te staan. Digitalisering en internet hebben ervoor gezorgd dat de
veranderingen in de communicatie snel zijn gegaan.
Onderwijs:
- Verandering is goed merkbaar.
Vroeger hiërarchische communicatie docent bracht kennis over, leerlingen moesten
luisteren
Later democratische communicatie meer interactieve werkvormen
Momenteel netwerkcommunicatie Leerling kan uit verschillende bronnen kennis
opdoen en delen.
Netwerksamenleving:
Transparantie;
o Door deel uit te maken van netwerksamenleving is informatie toegankelijker
geworden en kunnen we van over de hele wereld informatie ophalen.
machtsstructuren, organisaties en politiek zijn aan het veranderen.
o Digitale technologie maakt het mogelijk dat cliënten zelf hun dossiers kunnen
inzien versterken eigen regie en een nieuwe vorm van transparantie.
- Nadelen digitale transparantie = alles wat wij doen op het internet laat informatie achter.
Deze informatie wordt verzameld en is op vele manieren te gebruiken. Voor commerciële,
criminele overheids- en opsporingsdoeleinden.
Sociale verbanden;
o Contacten zijn nu internationaal vergroot voor veel mensen hun perspectief en
verruimt hun manier van leren onderwijs, arbeid, vrije tijd
o Aard sociale contacten veranderen. Meer maar vluchtiger contact.
o Sociale media-apps korte berichtjes, foto’s en filmpjes zorgt voor sneller en
gemakkelijk contact zoeken en onderhouden ondanks de grote fysieke afstand.
Virtuele werkelijkheid;
o Je online identiteit is beeldvormend voor anderen in hoe je bent en jezelf
presenteert.
o Toenemende versmelting van de fysieke wereld met de virtuele wereld. Virtuele
assistent bij google die afspraken voor je kan maken door te bellen/ chatbots die
worden ingezet door organisaties.
Zelforganisatie;
o Proactiever handelen en organiseren zelf ideeën hebben en hierin beslissingen
willen nemen.
o Nieuwe ordening; mensen organiseren zichzelf in community’s en verenigingen
o Als burger dien je zelfredzaam, zelfsturend en zelforganiserend te zijn
o Veranderende rol van de overheid;
o Decentraliseren (taken overheid naar gemeenten)
o Participatie burgers
Gevolgen voor sociaal werk:
o Ontstaan nieuwe kwetsbare groepen (digitalisering moeilijk voor sommige mensen)
o Sociale inclusie (kan iedereen voldoende meekomen?)
o Verslaving
o Beïnvloeding
, o Opvoeding
o Onderwijs
o Veiligheid
o Privacy
H.3 Deskundigheidsbevordering sociaal werker
Om je rol als sociaal werker in de digitale wereld goed op te pakken, heb je naast kennis en
vaardigheden in de specifieke thema’s die we tegenkomen in het sociale domein ook algemene
kennis en vaardigheden nodig.
3.1 Online gedrag
De eerste jaren werd internet vooral gebruikt voor emails en lichte webpagina’s (= weinig plaatjes
en veel korte teksten). In de jaren die volgden steeg het gebruik explosief.
Om deze groei te kunnen verklaren zijn 3 elementen van belang:
1. Techniek
2. Aanbod; steeds meer aanbod
3. Gedrag; mensen raken gewend om minder te onthouden, omdat we erop vertrouwen dat
het antwoord snel te vinden is op het internet. Gedrag wordt dus aangepast.
o Sociale omgang met elkaar is veranderd.
o Anoniem; als niemand weet wie je bent, kun je je zonder consequenties misdragen; gebrek
aan sociale controle
Mensen zijn groepsdieren en hebben behoefte aan contact met anderen
socialemediaplatformen altijd contact & op de hoogte van iedereens leven goed gevoel
sociale verbondenheid geeft meer zelfvertrouwen en minder het gevoel alleen te zijn.
Internetverslaving = op het moment dat het zoeken naar een geluksgevoel d.m.v. tijdlijn te
scrollen het dagelijks leven gaat beïnvloeden en wij ons gedrag hierop aanpassen. Diep in de
hersenen zit een verzameling hersencellen die verantwoordelijk zijn voor geluksgevoelens. Deze
cellen worden geaccepteerd wanneer er iets onverwachts of positiefs gebeurt, waarbij de
boodschapperstof dopamine een belangrijke rol speelt.
Socialemediagebruik heeft echter voor een verandering in ons fysieke contact en straatbeeld
gezorgd en wordt niet altijd als positief ervaren.
o 90% meisjes 8-12 jaar ervaart negatieve emoties bij online vriendschappen op afstand
kijken naar of reageren op anderen geeft niet dezelfde positieve emoties die je fysiek
beleefd minder kans om relaties te ontwikkelen / oppervlakkiger.
Volwassenen zetten social media in om bestaande contacten te handhaven en te verdiepen.
Naast socialemediagebruik kan ook online gaming zorgen voor een gevoel van sociale
verbondenheid. De mens speelt van nature graag. Spelen = sociale activiteit die zowel voor jong
als oud en in alle lagen van de bevolking gedaan wordt.
FOMO = fear of missing out. we zijn bang om iets te missen en daarom checken we steeds op
de socialemediaplatformen wat daar gebeurt.
o Pubers; onnatuurlijk om jezelf af te sluiten van de vriendengroep waarbinnen je
functioneert; gevaar van buitensluiten wordt als levensbedreigend gezien, en het gevoel
dat je erbij hoort is een sterke beloning voor het puberbrein social media continu online
= belangrijk
Hoe je vrienden of anderen jou zien is voor Iedereen belangrijk. Iedereen wil gezien worden, en je
online identiteit is tegenwoordig je visitekaartje. Steeds meer mensen doen hun best om er zo
mooi mogelijk uit te zien op het internet In de werkelijkheid worden de getoonde plaatjes
voordat ze online gaan behoorlijk gefilterd. niet meer congruent met de daadwerkelijke identiteit
kan bij de ontvanger een rotgevoel oproepen eigen online identiteit opleuken of depressieve
gevoelens
, 3.2 De digitale kloven en maatschappelijke ongelijkheid
Digitale kloof = verschil tussen diegenen die kunnen profiteren van digitale technologie en hen die
dit niet kunnen. Kan tussen landen maar ook binnen de samenleving.
Digitale kloof tussen generaties; iemand die opgroeide in de crisistijd staat anders in
het leven dan iemand die alleen welvaart heeft gekend. Het tijdperk waarin je bent
opgegroeid is vormend voor de manier waarop je met digitalisering omgaat.
- Stille generatie geboren tussen 1925 – 1940
o Tijdens en na 2e wereldoorlog
o Trouw aan gezag benaming stil
o Door te werken hogerop komen in de maatschappelijke ladder
o Auto = statussymbool
o Voor communicatie werden emails en het internet gebruikt om voornamelijk informatie op
te zoeken, over gezondheid
- Protestgeneratie geboren tussen 1941 – 1955
o Naoorlogse babyboom, tijd van welvaartsstijging zonder armoede
o Zelfontplooiing en vrije moraal
o Onvrede en protest over bestaande regels + groot geloof in emancipatie en
duurzaamheid
o Bezit van smartphones en tablets neemt toe
- Generatie X geboren tussen 1956 – 1970
o Economische crisis met massale jeugdwerkloosheid als gevolg
o Praktisch ingesteld, zelfredzaam, relativerend
o Gebruikt dagelijks internet generatie heeft moeite met nieuwe ontwikkelingen
1. De rechterhersenhelft gaat achteruit bij het ouder worden moeilijk om nieuwe
ontwikkelingen op te pikken.
2. Ouderen hebben meer de neiging om het leuk te houden op korte termijn, positieve
emoties op te zoeken en om de wereld simpel te houden minder de neiging om nieuwe
contacten te maken. vooral contact met kinderen en kleinkinderen.
- Pragmatische generatie geboren tussen 1971 – 1985
o Kinderen van de protestgeneratie.
o Patatgeneratie want… door de onderhandelingscultuur en het gebrek aan dwang en
verplichtingen verviel een deel van de jongeren snel is passiviteit.
o Groeiende keuzemogelijkheden; alles is mogelijk
o Levensgeluk als hoogste doel, zelfontplooiing en passiviteit
- Generatie Y geboren tussen 1986 – 2000
o Generatie Einstein, digitale generatie, millenials
o Geboren vóór het digitale tijdperk
o Opgegroeid tijdens terreurdreigingen, milieuproblemen, economische welvaart en
vooruitgang technologie
o Authentiek, zelfverzekerd, vroeg actief op het internet mediageneratie
- Generatie Z geboren tussen 2001 – 2015
o Digital natives, netgeneratie, MultitaskingGeneratie
o Digitale tijdperk, economische crisis
o Internet is vanzelfsprekend
- Generatie Alpha geboren tussen 2016 – 2030
o Google kids, generatie Glass, Gen A