Samenvatting Sociale psychologie
Hoofdstuk 1
Autoritaire persoonlijkheid
De autoritaire persoonlijkheid is een persoonlijkheidstype van een persoon die zijn of haar
waarde hecht aan kracht en leiderschap, en gelooft dat degenen die niet gelijkgestemd of in
overeenstemming zijn gewoon zwak zijn. Een persoon met dit type persoonlijkheid is vaak
onwrikbaar en kritisch, met een bijgelovig en onfeilbaar geloof dat een macht die groter is
dan hijzelf het lot regeert. In het midden van de jaren veertig ontwikkelden onderzoekers
voor het eerst theorieën dat racisme ook een inherent onderdeel is van een autoritaire
persoonlijkheid.
Scapegoat theory
Zondeboktheorie is een sociaal psychologische term die betrekking heeft op vooroordelen.
Volgens deze theorie kunnen mensen vooroordelen hebben over een groep om hun woede
te ventileren. In wezen gebruiken ze de groep die ze niet leuk vinden als hun doelwit voor al
hun woede... als ventilatieopening. Een voorbeeld dat is gesuggereerd is de holocaust.
Volgens de zondeboktheorie gebruikten de Duitsers de Joden als zondebokken voor al hun
landenproblemen (waaronder economische problemen in het hele land), richtten al hun
woede op de Joden, lieten hun woede en haat opbouwen en richtten al hun woede,
frustratie en problemen op de Joden. (Dit is niet "de" verklaring voor de holocaust, maar een
onderdeel ervan.)
Realistic conflict theory
stelt dat wanneer er twee of meer groepen zijn die dezelfde beperkte middelen zoeken, dit
zal leiden tot conflicten, negatieve stereotypen en overtuigingen en discriminatie tussen de
groepen. Het conflict kan leiden tot toenemende vijandigheid jegens de groepen en kan
leiden tot een voortdurende vete.
Minimal groep paradigm
Het minimale groepsparadigma is een procedure die onderzoekers gebruiken om nieuwe
sociale groepen in het laboratorium te creëren. Het doel is om individuen in groepen te
categoriseren op basis van minimale criteria die relatief triviaal of willekeurig zijn.
Reboundeffect
Wanneer onderdrukkingspogingen mislukken; hier gebruikt om aan te tonen hoe onderdrukt
stereotype terugkeert om een nog grotere impact te hebben op iemands oordelen over een
persoon uit een stereotype groep.
Definitie Sociale psychologie:
Social psychology is the attempt to understand and explain how the thoughts, feelings and
behaviors of individuals are influenced by the actual, implied or imagined presence of other
human beings.
De sociale psychologie probeert vast te stellen of een uitspraak waar is en onder welke
omstandigheden. Het ‘waarom’ staat centraal.
,Individueel gedrag wordt bepaald door biologische factoren en persoonskenmerken in
sociale en fysieke context.
Geschiedenis van de sociale psychologie
1898 eerste sociale psychologische studie
Tweede Wereldoorlog stimulans voor onderzoek naar sociale psychologie
Belangrijkste grondleggers -> Kurt Lewin en Fritz Heider
Kritiekpunten: sociale psychologie is niet relevant voor de mens en de methoden zijn niet
goed.
Sociaal psychologen bekritiseerden zelf ook de waarden en de methoden van hun
onderzoeken
Bewezen at attitudes niet altijd leiden tot gedragen en de zwakheden van experimenteel
onderzoek kwamen naar boven.
Kritiek:
Als mensen bewust zijn van de theorie achter hun gedrag, gaan ze zich anders gedragen
Sociaal psychologisch onderzoek is niet te reproduceren, de uitkomst is vaak anders. Het
onderzoek is te beïnvloeden door cultuur, waardoor de theorieën niet altijd kloppen.
Bovendien is niet elk individu binnen een cultuur hetzelfde, dus zijn de theorieën niet
toepasbaar op ieder individu
Sociale psychologie bestaat uit te veel losse theorieën
Crisis voorbij door:
Het aantonen van de relevantie van sociaal psychologisch onderzoek in het dagelijks leven
Er ontstonden meta-analyses, die alle losse studies samenvatten
De kennis dat attitudes wel gedrag voorspellen, maar alleen als deze attitudes specifiek
genoeg worden beschreven
Experimenten zijn zo opgezet dat de zwakke punten geminimaliseerd worden. Demand
characteristics worden zo klein mogelijk gemaakt.
Klassieke studie: Priming studie van Bargh
Priming: het activeren van een stimulus zorgt ervoor dat een andere, gerelateerde, stimulus
gemakkelijker verwerkt wordt
Bargh paste dit toe op het primen van gedrag:
Idee: als ‘oud’ geactiveerd is, gaan mensen zich gedragen alsof ze ouder zijn (bv. Langzamer
lopen)
Resultaat: deelnemers die geprimed waren liepen na afloop van de studie langzamer naar de
lift dan deelnemers die niet geprimed waren
Onderzoek is gereproduceerd door Doyen et al. Met meer deelnemers en infrarood
sensoren. Hierin werd de studie van Bargh ontkracht.
Reactie van Bargh was dat het onderzoek van Doyen een toevalstreffer is, het is wel een
aantal keer gerepliceerd. Het onderzoek van Doyen is later uitgevoerd. Het zou dus kunnen
dat ‘langzaam lopen’ niet meer wordt gelinkt aan ouderen. Dit heeft dus te maken met de
kracht van de situatie en veranderende omstandigheden.
Andere reacties waren: de priming taak is vertaald – betekent het wel echt hetzelfde. Het
concept ‘langzaam lopen’ is niet meer centraal in het stereotype van de oudere.
,Het probleem met replicatiestudies is dus dat ze zeldzaam zijn en resultaten zijn voor
meerdere interpretaties vatbaar.
Directe replicatie: de studie op precies dezelfde manier uitvoeren:
Het beste (en misschien enige) geloofwaardige bewijs dat het effect bestaat
Als een effect niet herhaald kan worden aangetoond, is het eigenlijk niet interessant
Als er situationele invloeden zijn (in de ene situatie is het effect er wel, in de andere niet),
dan moeten deze aangetoond worden
Directe replicaties hebben weinig zin: ze voegen weinig toe aan bestaande kennis en als het
effect niet gevonden wordt in de replicatiestudie, is de situatie t.o.v. de originele studie
veranderd. Tijd en geld is schaars, en beter in te zetten voor conceptuele replicaties.
Sociale psychologie nu:
Social cognition: Sociale psychologie met betrekking tot hoe we denken over onszelf en over
anderen en hoe processen in sociale context onze gedachten en gedrag beïnvloeden
Evolutionary social psychology: de evolutietheorie toegepast op sociale psychologie. Gedrag
is gedeeltelijk genetisch bepaald en als een bepaald gen zorgt voor gedrag dat helpt bij de
voortplanting, dan zal dit gen vaak voorkomen in de opvolgende populaties.
Social neuroscience: hersenen met betrekking tot sociale psychologie.
, Hoofdstuk 2
Belang van keuzevrijheid
- Mensen willen keuzes maken
- Reactance theorie van Brehm
- Keuze is beter dan geen keuze
- Meer keuze is beter dan weinig keuze: betere kans om iets te vinden dat bevalt,
keuze variatie over tijd, autonomie
Theorieën
- Voorwaarde van een theorie is dat deze te testen is
- Methoden kunnen deze testen
- Ontstaan op verschillende manieren, meest voorkomende: observaties van
gebeurtenissen en inconsistentie met vorige theorieën
- Vervangen als:
Nieuwe theorie een betere verklaring geeft voor de data
Minder aannames of constructen nodig heeft (‘parsimonious’)
Een beter verklaring geeft, ook voor nieuwe data
Nieuw onderzoek en verfijndere theorieën stimuleert
- Bij nieuwe data kan dit een theorie versterken, volledig ontkrachten of boundary
conditions aangeven. Als de nieuwe data boundery conditions aangeeft, houdt dit in
dat de theorie slecht onder bepaalde omstandigheden klopt
Onderzoeksmethoden
- Kwalitatieve methoden
- Beschrijvende methoden
- Experimenten
- Meta-analyse
Kwalitatieve methoden
- Vanuit het idee dat kwantitatieve methoden mogelijk een simplificatie of
misrepresentatie van fenomenen geeft
- Inhoudsanalyse (content analysis)
- Grounded theory
- Interpretative phenomenological analysis (subjectieve meningen)
- Discourse analysis (hoe mensen gebeurtenissen construeren en interpreteren)
Verbanden en causale relaties
- Oorzaak-gevolg relaties vaststellen is belangrijk:
Om te kunnen verklaren en begrijpen
Om te kunnen voorspellen en beheersen
Experimenteel onderzoek
- Is een uitspraak waar? Onder welke omstandigheden? Waarom?