100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting algemene economie H1 t/m 8, jaar 1 €6,09
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting algemene economie H1 t/m 8, jaar 1

 0 keer verkocht

Een samenvatting voor het vak algemene economie in jaar 1. Het omvat de gehele tentamenstof: hoofdstuk 1 t/m 8. Gebaseerd op het boek.

Voorbeeld 3 van de 30  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 1 t/m 8
  • 27 maart 2022
  • 30
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (7)
avatar-seller
juliasteenstra
Algemene economie, hoofdstuk 1
Plaatsbepaling en basisbegrippen

1.1 Externe bedrijfsomgeving

Externe omgeving= De factoren buiten de onderneming die gedrag en resultaat van
de onderneming beïnvloeden. Onder te verdelen in macro-omgeving en directe
omgeving.

Omgevingsfactoren= Factoren waarop de organisatie zelf geen invloed kan
uitoefenen.
- Macro-omgeving= Omvat de omgevingsfactoren die grote invloed op de
resultaten uitoefenen, maar die de onderneming zelf niet kan beïnvloeden.
- Directe omgeving= Bestaat uit de partijen op de in- en verkoopmarkten,
waarmee de onderneming zakendoet. Deze is wel direct beïnvloedbaar.

Macro-omgeving  DESTEP


1.2 Het centrale economische probleem

Schaarste= De spanning als gevolg van de beperkte beschikbaarheid van alternatief
aanwendbare middelen voor het voorzien in een onbeperkt aantal behoeften.
Onvoldoende middelen hebben om al je behoeften en doelen te realiseren.

Alternatief aanwendbaar= Geld, tijd en productiemiddelen zijn voor verschillende
doelen bruikbaar, echter maar voor één doel inzetbaar.

Markt= Het geheel van factoren dat vraag en aanbod bepaald.

Alternatieve kosten / opportunity costs= De opbrengsten van het beste niet
gekozen alternatief. (Gemiste opbrengsten, ook wel de kosten van de productie of
consumptie).

Welvaart= De mate waarin consumenten met schaarse, alternatief aanwendbare
middelen in hun behoeften kunnen voorzien.
Wordt vaak gelijk gesteld aan:
Bruto binnenlands product= De waarde van goederen en diensten die in een land
worden geproduceerd.

Vrije goederen= Goederen die onbeperkt ter beschikking staan voor iedereen;
daardoor is er geen keuzeprobleem.

,1.3 Produceren en consumeren

Productiefactoren= De voor de productie benodigde middelen.
1. Arbeid. Dit bestaat uit de tijd en de inspanning die mensen besteden aan de
productie van goederen en diensten.
2. Kapitaal. Dit bestaat uit alle geproduceerde middelen die je voor de productie
van andere goederen en diensten kunt gebruiken.
3. Natuur. Dit omvat alle natuurlijke hulpbronnen, zoals lucht, water, grond en
delfstoffen.
4. Ondernemerschap. Dit bestaat uit de organisatie van het productieproces in
ondernemingen. Ondernemers nemen beslissingen welke goederen en
diensten te producten, ze dragen het risico op winst of verlies en bedenken
nieuwe producten en nieuwe manieren om te produceren.

productiefactoren beloning
arbeid loon
kapitaal rente
ondernemerschap winst
natuur huur, pacht

Primair inkomen= Inkomen waar een tegenprestatie tegenover staat. (Beloningen
samen).

Economische orde= De manier waarop de onderlinge afstemming van productie en
consumptie is georganiseerd. Doel: het zo goed mogelijk voorzien in de behoeften
van consumenten.

5 kernvragen:
1. Wie moet er produceren?
2. Wat moet er geproduceerd worden?
3. Hoe moet er geproduceerd worden?
4. Waar vindt de productie plaats?
5. Voor wie moet er geproduceerd worden?

Er zijn twee manieren om deze vragen te beantwoorden. De productie kan geregeld
worden met behulp van:
 Het budgetmechanisme= De overheid bepaalt het aanbod van goederen en
diensten door middel van het toekennen van budgetten.
 Planeconomie= Een centraal geleide economie, bv. Noord-Korea.
 Het marktmechanisme= Het aanbod van goederen en diensten komt tot
stand door de vrije werking van vraag en aanbod.
 Markteconomie

Allocatie van productiefactoren= Mechanisme dat bepaalt voor welke goederen de
productiefactoren in welke mate worden ingezet.
- Planeconomie: overheid
- Markteconomie: marktmechanisme

Gemengde economie= Mengvorm van markt- en planeconomie. Geen een land is
helemaal een markteconomie of omgekeerd.

, Algemene economie, hoofdstuk 2
Vraag

2.1 Vraagbepalende factoren

Vier vraagbepalende factoren beïnvloeden de individuele vraag naar een product:
1. De behoefte
2. De prijs van een product
3. De prijzen van andere goederen en diensten
 Substitutie-effect= De verandering van de vraag naar andere producten als
gevolg van een prijsverandering van een goed.
 Inkomenseffect (van een prijsverandering)= De verandering van het reële
inkomen (koopkracht) als gevolg van de prijsverandering van een goed.
4. Het inkomen


2.2 Behoefte

Afgeleide vraag= Het inkopen van grondstoffen, machines en dergelijke door
producenten voor het vervaardigen van goederen. (De vraag die uitgeoefend wordt
door producenten).


2.3 Prijs

Een prijsdaling heeft 2 gevolgen:
1. Inkomenseffect
2. Substitutie-effect

Verschuiving langs de vraagcurve: verandering van prijs
Verschuiving van de vraagcurve: verandering van de vraag

Prijselasticiteit van de vraag= De mate waarin de gevraagde hoeveelheid van een
goed verandert ten gevolge van een verandering van de prijs van dat goed.

procentuele verandering van qv
Ep=
procentuele verandering van p

- Prijselastische vraag= De gevraagde hoeveelheid verandert meer dan
evenredig als gevolg van een prijsverandering.
- Prijsinelastische vraag= De gevraagde hoeveelheid verandert minder dan
evenredig als gevolg van een prijsverandering.

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper juliasteenstra. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,09. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 65040 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€6,09
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd