Voorblad Paper
Dit formulier moet samen met de paper worden ingeleverd. Met dit ingevulde formulier heeft de docent alle
informatie die nodig is om de opdracht te beoordelen en de beoordeling te verwerken. Zonder deze
gegevens kan de docent de paper niet beoordelen.
Dit formulier is een toevoeging aan de opdracht maar telt niet mee als pagina in de opdracht.
Studentnummer: 995197888
Naam: Manon van der Heijden
Naam opleiding: HBO Bachelor Toegepaste Psychologie
Opleidingscode: 9966
Modulenummer: 4976
Modulenaam: Psychologisch Onderzoek
Versie: 1.0
Herkansing? Ja/nee Ja/Nee
Titel literatuur: Celestin-Westreich, S., & Celestin, L. P. (2017).
Observeren en Rapporteren (3e editie). Amsterdam:
Pearson Benelux.
Luteijn, F. L., & Barelds, D. P. H. (2013). Psychologische
diagnostiek in de gezondheidszorg (3e druk). Den Haag:
Boom Lemma.
Van der Velde, M., Jansen, P., & Dikkers, J. (2018).
Praktijkgericht onderzoek (3e druk). Hilversum:
Concept.
Druk: N.v.t.
In de opdracht zijn de APA-normen toegepast: Ja/Nee
In de opdracht zijn de verslagtechnieken
toegepast: Ja/Nee
Houd rekening met de Knock-out criteria!
Uw paper dient aan de onderstaande punten te voldoen. Is dit niet het geval, dan wordt uw paper niet
beoordeeld:
✔ Het voorblad is professioneel opgemaakt (zie instructie verslagtechnieken NTI) en aanwezig;
✔ De bronvermelding is zowel in de tekst als in de aparte literatuurlijst opgenomen volgens APA-
richtlijnen;
✔ Het verslag voldoet aan de vereisten m.b.t. het aantal pagina’s (in de opdracht wordt dit exact
benoemd);
✔ Het verslag heeft een juiste paginanummering.
De instructie in de opdracht is leidend. Wanneer deze instructie afwijkt van de algemene instructie
(verslagtechnieken en APA-richtlijnen) dan is dit leidend voor de te schrijven paper.
U vindt de regels rondom APA en verslagtechnieken in de tegel Algemene informatie HBO Bachelor.
,Inhoudsopgave
1. Casuïstiek ...........................................................................................................................................................2
Algemene informatie .......................................................................................................................................................... 2
2. Literatuur ............................................................................................................................................................3
Babygeluiden ...................................................................................................................................................................... 3
Achtergrondinformatie ....................................................................................................................................................... 3
3. Methodiek...........................................................................................................................................................5
Twee methoden van onderzoek .......................................................................................................................................... 5
Observatieschaal ................................................................................................................................................................. 5
Psychologische test ............................................................................................................................................................. 6
Afnames.............................................................................................................................................................................. 6
4. Resultaten ...........................................................................................................................................................7
Antwoord op de observatievraag ........................................................................................................................................ 7
Focusgebied A. Lichaamstaal Joey ................................................................................................................................................... 7
Focusgebied B. Geluiden Joey .......................................................................................................................................................... 7
Focusgebied C. Gedrag moeder ........................................................................................................................................................ 8
Resultaten psychologische test ........................................................................................................................................... 8
Resultaten vergelijking ....................................................................................................................................................... 8
5. Conclusie ............................................................................................................................................................9
Conclusie psychologisch vraagstuk .................................................................................................................................... 9
Conclusie onderzoek en methoden ..................................................................................................................................... 9
Aanbeveling...................................................................................................................................................................... 10
6. Terugkoppeling ................................................................................................................................................11
Leerdoel ............................................................................................................................................................................ 11
Referenties .............................................................................................................................................................12
A. Bijlage 1. Observatieschaal (met een fysieke indeling) gedragsobservatie baby 7 maanden ............................ I
1.1. Legenda observatieschaal ............................................................................................................................................ II
A. Bijlage 2. Psychologische test: ITSP | Infant/Toddler Sensory Profile-NL .....................................................III
2.2. Scoreformulier ITSP | Infant/Toddler Sensory Profile-NL ....................................................................................... VII
A. Bijlage 3. Audio-opname terugkoppelingsgesprek ......................................................................................... XI
,1. Casuïstiek
Moeder Patricia heeft een psychologisch vraagstuk over haar zoon Joey van 7 maanden oud. Joey
is een vrolijk kindje en huilt vrijwel nooit, hij eet en slaapt goed en kan zonder moeite overal mee
naartoe genomen worden. Als hij huilt dan heeft dat over het algemeen een goede reden, hij huilt
wanneer hij honger heeft, een schone luier nodig heeft of als hij moe is. Wanneer deze basisbehoeften
vervuld zijn, is Joey weer tevreden en voldaan. Volgens de moeder is Joey altijd veel aan het
rondkijken en alles om zich heen aan het waarnemen.
Er zijn echter enkele momenten dat Joey begint te jammeren of huilen waarvan Patricia de oorzaak
niet kan achterhalen. Dit is op het moment dat Joey wordt vastgezet in de Maxi-Cosi/ autostoel en in
de kinderwagen. Joey laat duidelijk merken dat er iets is dat hij onaangenaam vindt. Patricia wil graag
meer inzicht krijgen in de (mogelijke) oorzaken hiervan.
Algemene informatie
Patricia is 34 jaar en woont met haar moeder in Tilburg. Ze is dertig uur per week werkzaam als
hostess in ’s-Hertogenbosch en ze is daarnaast fulltime moeder. Ze houdt van Salsa- en Bachata dansen,
terrassen met vrienden en gaat sinds kort naar kickbokslessen om haar lichaam en geest weer in vorm
te brengen. Na de relatie met haar ex-vriend zijn zij samen tot het besluit gekomen dat Patricia de
opvoeding van Joey alleen doet, de vader is momenteel niet in het leven van Joey. Moeder worden was
haar grootste wens, om die reden staat zij nuchter in de situatie en kan ze er goed mee omgaan.
Daarnaast heeft Patricia een gezonde financiële situatie waardoor ze Joey alles kan geven wat hij nodig
heeft.
Joey is geboren op 30 juli 2021 en groeit op bij zijn moeder en oma. Hij woog 3825 gram bij de
geboorte en weegt inmiddels 10 kilogram. Joey is gezond, groeit goed en hij is sociaal naar anderen.
Hij lacht vaak, hij houdt van wandelen in de draagdoek en hij vindt het leuk om te dansen met zijn
hoofdje wanneer er muziek aanstaat. Joey begint al te oefenen met omrollen en hij krijgt zijn eerste
groente- en fruithapjes naast de borstvoeding. Naast dat hij het goed doet, zijn er twee dingen waar
Joey moeite mee heeft. Wat betreft de voeding probeert men gekolfde moedermelk uit de fles te geven
wanneer moeder niet aanwezig is, Joey wil deze fles niet pakken. Daarnaast heeft hij moeite met het
doen van de grote behoeften. Joey begint ook in de scheidingsangst fase te komen, hij huilt steeds
vaker wanneer moeder de ruimte verlaat (Feldman, 2020). Om te achterhalen of deze kwesties in
verband staan met het psychologisch vraagstuk is verder onderzoek noodzakelijk.
2 M. van der Heijden
,2. Literatuur
Babygeluiden
Babygeluiden zijn vanaf de geboorte te onderscheiden, inzicht krijgen in de oorzaken zorgt ervoor
dat verzorgers hun handelen beter kunnen afstemmen op de behoeften van het kind. Hiermee kan stress
bij de baby en de mogelijke negatieve gevolgen daarvan worden voorkomen. Er zijn vijf geluiden te
onderscheiden die ten grondslag liggen aan fysieke behoeften (Hofman & Luinge, 2016):
● ‘Neh’ betekent dat de baby honger heeft, de mond is open en hij beweegt de tong van boven naar
beneden. Daarbij kan de baby ook smakken, happen, sabbelende bewegingen maken en/of op de
vuistjes zuigen.
● ‘Auw’ betekent dat de baby moe is, dit geluid komt voort uit de gaapreflex. Het gaat vaak gepaard
met een ovale mond, in de ogen wrijven, zich afwenden, bleek worden of rode wangen krijgen. Het
is ook mogelijk dat de baby drukker wordt, wanneer een baby moe is raakt hij sneller gefrustreerd
of overprikkeld. Het op tijd herkennen van het ‘auw’ geluid voorkomt dat de baby oververmoeid
raakt. Een oververmoeide baby heeft meer moeite met in slaap vallen, wordt vaker wakker en slaapt
korter (Jan et al., 2008).
● ‘Eh’ betekent dat de baby een boer moet laten, vaak is het een reeks van korte ‘eh-eh-eh’ geluiden.
Het kan op ieder moment van de dag voorkomen, wanneer er een boertje vastzit is het voor de baby
moeilijk om te eten of te slapen en kan hij zich een lange tijd ongemakkelijk en onrustig voelen.
● ‘Eairh’ betekent dat de baby last heeft van darmkrampjes, het klinkt als de Engelse woorden air of
hair en het is een dwingend en kreunend geluid. De baby is vaak meer van streek en heeft duidelijk
pijn. Daarnaast kan de baby grimassen, verkrampen, de benen optrekken of gebalde vuisten maken.
● ‘Heh’ betekent dat de baby ongemak ervaart aan de huid en/of overprikkeld is, de H-klank wordt
duidelijk hijgend of zuchtend uitgesproken. Het ongemak kan verschillende oorzaken hebben: de
baby heeft het te koud of te warm, heeft een vieze luier, ligt niet lekker, is te strak ingebakerd, heeft
jeuk (bijvoorbeeld een allergische reactie of luieruitslag) of er is te veel licht of geluid.
Achtergrondinformatie
“Elk ontladend babyhuilen kent een vergelijkbaar verloop: stijgende opwinding, hoogtepunt en
wegtrekken van de spanning”, dit is te zien in Afbeelding 1 (Harms, 2019, p. 28). Naast stilte,
interpreteert een baby opwinding, stress en hectiek als gevaar. Als gevolg daarvan huilt de baby om
aan te geven dat er een verstoring is in de gemoedstoestand. De intentie is om ervoor te zorgen dat de
belangrijkste personen deze verstoring oplossen.
Onderzoek naar hechting wijst uit dat baby’s specifieke antwoorden nodig hebben om zich veilig
te voelen. Volgens Terry (in Janus, 2004, p. 84) wordt dit accurate empathy genoemd, dit houdt in dat
verzorgers het lijden van de baby dienen te herkennen en erkennen. Over het algemeen is het bekend
3 M. van der Heijden
, dat de basisbehoeften gecontroleerd
dienen te worden: heeft de baby
honger, heeft hij een schone luier
nodig, is hij moe of wil hij anders
liggen? Er kunnen momenten zijn dat
alle basisbehoeften vervult zijn en de
baby huilt om een niet te achterhalen
ongemak. Om meer inzicht te krijgen in
dit soort situaties, dient de baby
geobserveerd te worden. Overgenomen uit Harms (2019, p. 29)
Ontwikkeling van de hersenen
Boos kijken, huilen en andere reacties zijn meer dan alleen een uitdrukking. Het helpt een baby
om met deze emoties te leren omgaan. In de loop der tijd worden kinderen steeds beter in het beheersen
van gedragsuitingen en worden de uitingen steeds complexer (Feldman, 2020). Dit gebeurt door de
ontwikkeling van de hersenen; in de eerste drie maanden begint de cerebrale cortex te werken en rond
de negen á tien maanden beginnen de structuren van het limbisch systeem te groeien. Deze werken
weer samen met de voorhoofdskwabben, die ervoor zorgen dat er steeds meer emoties ontstaan. De
complexe motor in het hoofd begint samenwerkingsverbanden aan te gaan en dat resulteert in nieuwe
gedragspatronen (Davidson, 2003).
4 M. van der Heijden
